BA 2018/130
Conclusie staatsraad advocaat-generaal over bijzondere omstandigheden bij invordering van dwangsom of kostenverhaal bij bestuursdwang, financiële draagkracht, proportionaliteit
ABRvS 04-04-2018, ECLI:NL:RVS:2018:1152
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
4 april 2018
- Zaaknummer
201605406/2/A1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:1152, Conclusie, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 04‑04‑2018
- Wetingang
Art. 3:2, 3:4, 5:25 lid 1, 5:31c, 5:39 en 8:12a Algemene wet bestuursrecht (Awb); art. 10.60 lid 2 Wet milieubeheer (Wm); art. 2 punt 35 Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2016 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (EVOA); art. 17 en 51 lid 1 EU Handvest van de Grondrechten; art. 1 Protocol I Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)
Essentie
Conclusie staatsraad advocaat-generaal over bijzondere omstandigheden bij invordering van dwangsom of kostenverhaal bij bestuursdwang, financiële draagkracht, proportionaliteit
Samenvatting
Conclusie: een bestuursorgaan moet rekening houden met alle relevante, dus ook bijzondere omstandigheden, waaronder ook de financiële positie van de belanghebbende en de samenloop van herstelsancties, zowel bij de invordering van een verbeurde dwangsom, als het verhaal van de kosten van bestuursdwang, als ook de beslissing op bezwaar tegen de daartoe strekkende besluiten. Er moet een fair balance worden geslagen tussen het algemene belang bij effectieve handhaving van de geldende (milieu)wetgeving en het individuele belang bij respectering van het eigendomsrecht, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.