Prg. 2020/60
De rechter kan tot het voorlopige oordeel komen dat een overeenkomst taalkundig moet worden uitgelegd, ook als de overeenkomst bijvoorbeeld niet op professionele wijze en met juridische bijstand tot stand is gekomen en evenmin zeer gedetailleerd is.
HR 13-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1940
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 december 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01945
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1940, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑12‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1408, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑09‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:670, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑07‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2018
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht. Is in kort geding voor voorlopig taalkundige uitleg overeenkomst vereist dat die op professionele wijze en met juridische bijstand tot stand is gekomen of zeer gedetailleerd is?
Nee, voorlopig oordeel hoe overeenkomst moet worden uitgelegd, is aan rechter die daarbij zelf gewicht beoordeelt van andere aanwezige andere relevante omstandigheden.
Samenvatting
De professionele koper van een monumentaal pand in Amsterdam vordert schadevergoeding van de professionele verkoper. Het pand beantwoordt immers niet aan de overeenkomst, nu blijkt dat het niet opnieuw met palen is onderheid. De rechtbank heeft een bedrag van € 201.739,26 toegewezen, verminderd met de reeds door bankgarantie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.