Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2017/1132 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht
Artikel 108 Voorwaarden voor de nietigheid van een fusie
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2017
- Bronpublicatie:
14-06-2017, PbEU 2017, L 169 (uitgifte: 30-06-2017, regelingnummer: 2017/1132)
- Inwerkingtreding
20-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, PbEU 2017, L 169 (uitgifte: 30-06-2017, regelingnummer: 2017/1132)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
In de wetgeving van de lidstaten kan de nietigheid van fusies slechts met inachtneming van de volgende voorwaarden worden geregeld:
- a)
de nietigheid moet door de rechter worden uitgesproken;
- b)
de nietigheid van een in de zin van artikel 103 van kracht geworden fusie kan slechts worden uitgesproken wegens het ontbreken van het preventieve toezicht door de rechter of de overheid op de rechtmatigheid ervan of wegens het ontbreken van een authentieke akte, dan wel omdat is vastgesteld dat het besluit van de algemene vergadering krachtens het nationale recht nietig of vernietigbaar is;
- c)
de vordering tot nietigverklaring kan niet meer worden ingediend nadat zes maanden zijn verstreken na de datum sedert welke de fusie kan worden tegengeworpen aan degene die de nietigheid ervan inroept, noch indien het gebrek inmiddels is hersteld;
- d)
wanneer herstel van het gebrek dat tot de nietigverklaring van de fusie kan leiden mogelijk is, verleent de bevoegde rechter daartoe aan de betrokken vennootschappen een termijn;
- e)
de beslissing waarbij de nietigheid van de fusie wordt uitgesproken, wordt openbaar gemaakt op de in de wetgeving van elke lidstaat vastgestelde wijze overeenkomstig artikel 16;
- f)
wanneer de wetgeving van een lidstaat derdenverzet toestaat, is dit niet meer ontvankelijk nadat zes maanden zijn verstreken sedert de openbaarmaking van de beslissing overeenkomstig titel I, hoofdstuk III, afdeling I;
- g)
de beslissing waarbij de nietigheid van de fusie wordt uitgesproken, doet op zichzelf geen afbreuk aan de geldigheid van de verbintenissen die vóór de openbaarmaking van de beslissing, doch na de datum waarop de fusie van kracht wordt, ten laste of ten gunste van de overnemende vennootschap zijn ontstaan, en
- h)
de vennootschappen die aan de fusie hebben deelgenomen, zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de onder g) bedoelde verbintenissen van de overnemende vennootschap.
2.
In afwijking van lid 1, onder a), kan de wetgeving van een lidstaat ook bepalen dat de nietigheid van de fusie wordt uitgesproken door een overheidsinstantie, indien tegen een dergelijke beslissing beroep mogelijk is bij de rechter. Het bepaalde in lid 1 onder b) en onder d) tot en met h) is van overeenkomstige toepassing op de overheidsinstantie. Deze procedure tot nietigverklaring kan niet meer worden begonnen nadat zes maanden zijn verstreken sedert de datum waarop de fusie van kracht is geworden.
3.
Aan de wetgeving van de lidstaten betreffende de nietigheid van een fusie die wordt uitgesproken ingevolge een ander toezicht op de fusie dan het preventieve toezicht door de rechter of de overheid op de rechtmatigheid, wordt geen afbreuk gedaan.