Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie
Artikel 168 Inhoud van het verzoekschrift in hogere voorziening
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd door de Raad op 08-11-2019.
- Bronpublicatie:
26-11-2019, PbEU 2019, L 316 (uitgifte: 06-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2019, PbEU 2019, L 316 (uitgifte: 06-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
De hogere voorziening bevat:
- a)
de naam en de woonplaats van de partij die hogere voorziening instelt, rekwirant genoemd;
- b)
de aanduiding van de bestreden beslissing van het Gerecht;
- c)
de aanduiding van de andere partijen in de desbetreffende zaak voor het Gerecht;
- d)
de aangevoerde middelen en argumenten rechtens alsook een summiere uiteenzetting van deze middelen;
- e)
de conclusies van de rekwirant.
2.
De artikelen 119, 121 en 122, lid 1, van dit Reglement zijn van overeenkomstige toepassing op de hogere voorziening.
3.
De datum waarop de bestreden beslissing aan de rekwirant is betekend, moet worden vermeld.
4.
Indien de hogere voorziening niet beantwoordt aan de leden 1 tot en met 3 van dit artikel, stelt de griffier de rekwirant een redelijke termijn waarbinnen de verzuimen in het verzoekschrift kunnen worden hersteld. Indien de verzuimen niet binnen de gestelde termijn zijn hersteld, beslist de president, de rechter-rapporteur en de advocaat-generaal gehoord, of het niet in acht nemen van deze formaliteit tot de formele niet-ontvankelijkheid van het verzoekschrift leidt. Indien hij dit nodig acht, kan de president deze kwestie aan het Hof voorleggen.