V-N 2019/29.15
Navordering onterechte aftrek van kosten is geoorloofd
HR 07-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:743, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juni 2019
- Magistraten
Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
18/04855
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS55702:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Inkomstenbelasting / Periodieke uitkeringen en verstrekkingen
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1727, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑06‑2019
ECLI:NL:HR:2019:743, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑06‑2019
- Wetingang
art. 16 lid 2 onderdeel c AWR; art. 3.139, 6.1 en 6.3 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de IB-aanslagen niet te laag zijn vastgesteld door een verwijtbaar onjuist inzicht van de inspecteur in de feiten die bepalend zijn voor de (omvang van de) belastingschuld of van een onjuist inzicht van de inspecteur in het recht, maar als gevolg van de geautomatiseerde aanslagregeling die heeft geleid tot een discrepantie tussen wat de inspecteur wilde en wat in de aanslagbiljetten is vastgelegd.
Samenvatting
De heer X maakt kosten om onterecht betaalde alimentatie van zijn ex-partner terug te vorderen. Desgevraagd verklaart de inspecteur per brief uitdrukkelijk dat deze kosten niet aftrekbaar zijn. In ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.