Regeling aanvraag erkenning en onkostenvergoeding goedkeuring Wet explosieven voor civiel gebruik
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2008
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Wet OM-afdoening (07-07-2006, Stb. 330).
- Bronpublicatie:
16-01-2008, Stcrt. 2008, 15 (uitgifte: 22-01-2008, regelingnummer: 5525695/08)
- Inwerkingtreding
01-02-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2007, Stb. 2008, 4 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
1.
De aanvrager van een erkenning of, indien de aanvrager een rechtspersoon is, degene die onmiddellijk leiding geeft aan het bedrijf, voldoet aan de eisen met betrekking tot zedelijk gedrag, genoemd in het tweede, derde en vierde lid.
2.
De in het eerste lid bedoelde persoon is niet met toepassing van artikel 37 tot en met 37b of 37d van het Wetboek van Strafrecht ter beschikking van de regering gesteld.
3.
De in het eerste lid bedoelde persoon is niet binnen de laatste acht jaren bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak veroordeeld wegens overtreding van één of meer bepalingen gesteld bij of krachtens:
- a.
de Wet van 9 mei 1890, houdende verbodsbepalingen tegen het dragen van wapenen;
- b.
de Vuurwapenwet 1919;
- c.
de Wet tot wering van ongewenste handwapenen;
- d.
- e.
de artikelen 92 tot en met 110, 115, 116, 121 tot en met 125, 131, 141, 181, 182, 191, 208, 209, 225, 226, 242, 246, 250ter, 282, 285, 287 tot en met 289, 302, 303, 311, 312, 317, 322, 326, 328, 336, 341, 343 tot en met 345, 359, 360, 367, 381, 385a, 385b, 416, 417, 417bis en 437 tot en met 437quater van het Wetboek van Strafrecht, alsmede Titel VII van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht;
- f.
de Opiumwet.
4.
De in het eerste lid bedoelde persoon is niet in de laatste acht jaren in een ander land bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak veroordeeld wegens overtreding van een aldaar geldende strafbepaling, vergelijkbaar met een bepaling, genoemd in het derde lid, voor zover die veroordeling hier te lande is geregistreerd.
5.
Op de termijn, genoemd in de aanhef van het derde lid, is artikel 9 van de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag van overeenkomstige toepassing.
6.
Voor de toepassing van het derde lid wordt een onherroepelijke strafbeschikking met een veroordeling gelijk gesteld.