Rb. Noord-Holland, 08-09-2015, nr. 15/870218-15
ECLI:NL:RBNHO:2015:8077
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
08-09-2015
- Zaaknummer
15/870218-15
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNHO:2015:8077, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 08‑09‑2015; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 08‑09‑2015
Inhoudsindicatie
Vrijspraak poging moord. Bewezenverklaring poging doodslag, meermalen gepleegd, door van dichtbij op een auto met drie inzittenden te schieten. Bewijsmiddelverweer verworpen: verklaringen van aangever over de schietpartij en de personen die daarbij betrokken zijn (schutter en bestuurder) zijn consistent. Voorwaardelijke opzet. Medeplegen.
Partij(en)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/870218-15 (P)
Uitspraakdatum: 8 september 2015
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 25 augustus 2015 in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zwaag, Huis van Bewaring te Zwaag.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.C. Hollander en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. M.J. Bouwman, advocaat te Zaandam, naar voren hebben gebracht.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
Feit 1:
Primair
hij op of omstreeks 01 januari 2015, te Zaandam en/of te Oostzaan, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade,
- dhr. [slachtoffer 1] en/of
- mw. [slachtoffer 2] en/of
- mw. [slachtoffer 3] ,
van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met een of meer van zijn mededaders, althans alleen,
(nadat in het centrum van Zaandam nabij Bar [X] een of meer ruzie(s) en/of opstootje(s) en/of schermutseling(en) had(den) plaatsgevonden tussen enerzijds voornoemde [slachtoffer 1] en/of een of meer ander(en) en anderzijds hem, verdachte en/of [medeverdachte] en/of een of meer ander(en))
- te Zaandam heeft/hebben plaatsgenomen in een personenauto (te weten: een Daihatsu Sirion, met kenteken [Y] ) en/of
- ( vervolgens) (met verhoogde snelheid) in de richting van de personenauto (te weten: een Seat Ibiza, met kenteken [Z] ) waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en) is/zijn gereden en/of die personenauto gevolgd (vanuit Zaandam) naar tankstation Esso langs de Rijksweg A8 te Oostzaan (vestiging Coentunnelweg 2) en/of
- ( vervolgens) bij dat tankstation de personenauto, waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en) heeft/hebben opgewacht en/of
- ( vervolgens) bij dat tankstation de doorgang voor de personenauto, waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en), naar de oprit van de Rijksweg A8 enige tijd heeft/hebben geblokkeerd (gelijktijdig met een andere auto (Volkswagen Golf)) en/of
- ( waarna) hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) een vuurwapen heeft/hebben gericht op voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of op de personenauto waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en) en/of
- ( vervolgens) (met een vuurwapen) een of meer kogel(s) heeft/hebben afgevuurd in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of de personenauto waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en), waarbij een of meer kogel(s) die personenauto is/zijn binnengedrongen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair
[medeverdachte] en/of [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] op of omstreeks 01 januari 2015, te Zaandam en/of te Oostzaan, althans in Nederland, ter uitvoering van het door hem/hun voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade,
- dhr. [slachtoffer 1] en/of
- mw. [slachtoffer 2] en/of
- mw. [slachtoffer 3] ,
van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met (een of meer van) zijn mededader(s), althans alleen,
(nadat in het centrum van Zaandam nabij Bar [X] een of meer ruzie(s) en/of opstootje(s) en/of schermutseling(en) had(den) plaatsgevonden tussen enerzijds voornoemde [slachtoffer 1] en/of een of meer ander(en) en anderzijds [medeverdachte] en/of een of meer anderen
- te Zaandam heeft/hebben plaatsgenomen in een personenauto (te weten: een Daihatsu Sirion, met kenteken [Y] ) en/of
- ( vervolgens) (met verhoogde snelheid) in de richting van de personenauto (te weten: een Seat Ibiza, met kenteken [Z] ) waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en) is/zijn gereden en/of die personenauto gevolgd (vanuit Zaandam) naar tankstation Esso langs de Rijksweg A8 te Oostzaan (vestiging Coentunnelweg 2) en/of
- ( vervolgens) bij dat tankstation de personenauto, waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en) heeft/hebben opgewacht en/of
- ( vervolgens) bij dat tankstation de doorgang voor de personenauto, waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en), naar de oprit van de Rijksweg A8 enige tijd heeft/hebben geblokkeerd (gelijktijdig met een andere auto (Volkswagen Golf) en/of
- ( waarna) hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) een vuurwapen heeft/hebben gericht op voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of op de personenauto waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en) en/of - (vervolgens) (met een vuurwapen) een of meer kogel(s) heeft/hebben afgevuurd in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of de personenauto waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en), waarbij een of meer kogel(s) die personenauto is/zijn binnengedrongen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot en/of bij welk strafbaar feit hij, verdachte op of omstreeks 1 januari 2015 te Zaandam en/of te Oostzaan, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door
- die [medeverdachte] en/of [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] in een door hem bestuurde personenauto (te weten voornoemde Daihatsu) naar de plaats van het misdrijf bij dat tankstation te vervoeren en/of
- ( vervolgens) in die personenauto op de plaats van het misdrijf bij dat tankstation die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] op te wachten en/of
- ( vervolgens) met die personenauto (gelijktijdig met een andere personenauto (Volkswagen Golf)) de doorgang naar de oprit van de Rijksweg A8 voor de personenauto, waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevonden te blokkeren en/of
- ( vervolgens) in die personenauto op die [medeverdachte] te wachten totdat deze op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of de personenauto waarin die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] zich bevonden had geschoten;
Meer Subsidiair
hij op of omstreeks 01 januari 2015, te Zaandam en/of te Oostzaan, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op een of meer openbare wegen in Zaandam en/of Oostzaan en/of op het terrein van het tankstation Esso langs de Rijksweg A8 (vestiging Coentunnelweg 2) te Oostzaan, in elk geval op of aan een of meer openbare wegen, openlijk in vereniging geweld heeft/hebben gepleegd tegen
- dhr. [slachtoffer 1] en/of
- mw. [slachtoffer 2] en/of
- mw. [slachtoffer 3] ,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of (een of meer) van zijn mededader(s)
(nadat in het centrum van Zaandam nabij Bar [X] een of meer ruzie(s) en/of opstootje(s) en/of schermutseling(en) had(den) plaatsgevonden tussen enerzijds voornoemde [slachtoffer 1] en/of een of meer ander(en) en anderzijds [medeverdachte] en/of een of meer anderen
- te Zaandam heeft/hebben plaatsgenomen in een personenauto (te weten: een Daihatsu Sirion, met kenteken [Y] ) en/of
- ( vervolgens) (met verhoogde snelheid) in de richting van de personenauto (te weten: een Seat Ibiza, met kenteken [Z] ) waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en) is/zijn gereden en/of die personenauto gevolgd (vanuit Zaandam) naar tankstation Esso langs de Rijksweg A8 te Oostzaan (vestiging Coentunnelweg 2) en/of
- ( vervolgens) bij dat tankstation de personenauto, waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en) heeft/hebben opgewacht en/of
- ( vervolgens) bij dat tankstation de doorgang voor de personenauto, waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en), naar de oprit van de Rijksweg A8 enige tijd heeft/hebben geblokkeerd (gelijktijdig met een andere auto (Volkswagen Golf) en/of
- ( waarna) hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) een vuurwapen heeft/hebben gericht op voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of op de personenauto waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en) en/of - (vervolgens) (met een vuurwapen) een of meer kogel(s) heeft/hebben afgevuurd in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of de personenauto waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en), waarbij een of meer kogel(s) die personenauto is/zijn binnengedrongen;
Feit 2:
hij op of omstreeks 01 januari 2015, te Zaandam en/of te Oostzaan, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, nadat er toen en daar het misdrijf was gepleegd van poging tot moord of doodslag op een of meer perso(o)n(en), te weten dhr. [slachtoffer 1] en/of mw. [slachtoffer 2] en/of mw. [slachtoffer 3] , althans enig misdrijf,
- opzettelijk een of meer perso(o)n(en), te weten [medeverdachte] en/of (een of meer van) zijn mededader(s), behulpzaam is geweest in het ontkomen aan de nasporing van en/of aanhouding door een of meer opsporingsambtenaren, immers heeft hij, verdachte, die [medeverdachte] en/of (een of meer van) zijn mededader(s), met een door hem, verdachte, bestuurde personenauto (te weten: een Daihatsu Sirion, met kenteken [Y] ) (vanaf de plaats van het misdrijf bij tankstation Esso langs de Rijksweg A8, vestiging Coentunnelweg) gebracht naar een locatie in Zaandam en/of Oostzaan, althans ergens in Nederland, en/of
- met het oogmerk om dat misdrijf te bedekken of de nasporing of vervolging daarvan te beletten of te bemoeilijken, voorwerpen waarmede dat misdrijf is gepleegd en/of andere sporen(dragers) van dat misdrijf heeft verborgen en/of weggemaakt en/of aan het onderzoek van de (opsporings)ambtenaren heeft onttrokken, immers heeft hij, verdachte die [medeverdachte] en/of (een of meer van) zijn mededader(s) en/of de een personenauto (te weten: een Daihatsu Sirion, met kenteken [Y] ) met daaraan en/of daarin een of meer sporen(dragers) van het misdrijf meegenomen vanaf de plaats van het misdrijf bij dat tankstation en/of (vervolgens) die personenauto (onbeheerd) achtergelaten op de [straatnaam] te Zaandam, althans een andere locatie;
Feit 3:
hij op of omstreeks 1 januari 2015 te Zaandijk, althans in Nederland, aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar ten overstaan van [verbalisant 1] , brigadier van politie Eenheid Noord-Holland, opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van diefstal van een (personen)auto (Daihatsu Sirion, met kenteken [Y] ).
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Inleiding
Op 1 januari 2015 komt er bij de Regionale meldkamer van de politie-eenheid Noord-Holland, district Zaanstreek-Waterland, om 04.35 uur een melding binnen dat er een auto met drie inzittenden is beschoten bij het tankstation aan de A8 te Oostzaan. Er wordt melding gemaakt van een aantal verdachten die in een andere auto zaten. Verdachte heeft, net zoals zijn medeverdachten, steeds een beroep gedaan op zijn zwijgrecht.
De rechtbank dient onder meer te beoordelen of verdachte zich in de auto waaruit is geschoten heeft bevonden en zo ja, of hij daardoor, al dan niet tezamen met een of meer ander(en), verantwoordelijk kan worden gehouden voor een poging moord dan wel poging doodslag op drie inzittenden van een auto of dat er sprake is van openlijk geweld, alsmede of hij zich schuldig heeft gemaakt aan begunstiging en/of aan het doen van een valse aangifte.
4. Bewijs
4.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, in haar op schrift gestelde requisitoir, gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit, poging tot moord, meermalen gepleegd, en de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
4.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft het woord gevoerd overeenkomstig een door hem overgelegde en aan het proces-verbaal van de zitting gehechte pleitnotitie. Hij heeft primair bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 (primair, subsidiair en meer subsidiair), 2 en 3 tenlastegelegde. Subsidiair heeft de raadsman verzocht verdachte ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde te ontslaan van alle rechtsvervolging.
Hij heeft hiertoe - kort gezegd- het navolgende aangevoerd. De verklaringen van aangever [slachtoffer 1] zijn niet betrouwbaar en niet kan worden bewezen dat verdachte in de Daihatsu zat. Voor het geval de rechtbank van oordeel is dat verdachte wel in de Daihatsu heeft gezeten, heeft de verdediging zich op het volgende standpunt gesteld.
Ten aanzien van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde: er is geen sprake is van medeplegen noch van voorbedachte raad of (voorwaardelijke) opzet.
Ten aanzien van het onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde stelt de raadsman dat verdachte geen geweldshandelingen heeft gericht, zodat het ‘in vereniging’ niet bewezen kan worden.
Voor wat betreft het onder 2 tenlastegelegde is verdachte op grond van artikel 189, derde lid, Sr niet strafbaar.
Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde is hooguit aannemelijk dat verdachte om 03.39 uur zijn auto heeft geparkeerd aan de Krimp te Zaandam. Wat daarna is gebeurd, sluit diefstal van de auto nadien niet uit.
4.3.
Bewijsmiddelverweer
Door de raadsman is betoogd dat de verklaringen van aangever [slachtoffer 1] niet betrouwbaar zouden zijn en daarom van het bewijs dienen te worden uitgesloten.
De rechtbank overweegt dienaangaande het volgende.
De rechtbank constateert met de raadsman dat [slachtoffer 1] in zijn verschillende verklaringen op een aantal punten niet eensluidend heeft verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank zijn zijn verklaringen op hoofdlijnen evenwel duidelijk en consistent. Tijdens de 112-melding, de eerste ontmoeting met verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] op het parkeerterrein vlak na het schietincident, en in zijn verhoren bij de politie en de rechter-commissaris, heeft hij steeds hetzelfde verloop van de schietpartij weergegeven en steeds dezelfde persoon genoemd als zijnde de schutter respectievelijk de bestuurder van de blauwe Daihatsu. De verklaringen van [slachtoffer 1] over de schietpartij en de personen die daarbij betrokken zouden zijn (schutter en bestuurder) zijn derhalve eenduidig en consequent. Zijn verklaringen vinden bovendien ondersteuning in overige bewijsmiddelen in het bijzonder getuigenverklaringen en technisch bewijs.
De rechtbank heeft op dit punt tevens meegewogen dat uit het dossier niet blijkt van enig ander aannemelijk scenario en dat ook door verdachte, die zich beroept op zijn zwijgrecht, geen aanknopingspunten voor een ander scenario zijn verstrekt.
De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer 1] over de toedracht van het schietincident en degenen die daarbij als schutter en bestuurder van de auto betrokken zouden zijn derhalve betrouwbaar en ziet geen aanleiding om deze van het bewijs uit te sluiten. Dit verweer wordt derhalve verworpen.
4.4.
Partiële vrijspraak moord
De Hoge Raad heeft zich onlangs opnieuw uitgesproken over de eisen waaraan moet zijn voldaan voor het wettig en overtuigend bewijs van voorbedachte raad.1.Voor een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘voorbedachte raad’ moet komen vast te staan dat verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Bij de vraag of sprake is van voorbedachte raad gaat het bij uitstek om een weging en waardering van de omstandigheden van het concrete geval door de rechter, waarbij deze het gewicht moet bepalen van de aanwijzingen die voor of tegen het bewezen verklaren van voorbedachte raad pleiten. De vaststelling dat verdachte voldoende tijd had om zich te beraden op het nemen of het genomen besluit vormt weliswaar een belangrijke objectieve aanwijzing dat met voorbedachte raad is gehandeld, maar hoeft de rechter niet ervan te weerhouden aan contra-indicaties een zwaarder gewicht toe te kennen. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de omstandigheid dat de besluitvorming en uitvoering in plotselinge hevige drift plaatsvinden, dat slechts sprake is van een korte tijdspanne tussen besluit en uitvoering of dat de gelegenheid tot beraad eerst tijdens de uitvoering van het besluit ontstaat. Zo kunnen bepaalde omstandigheden (of een samenstel daarvan) de rechter uiteindelijk tot het oordeel brengen dat verdachte in het gegeven geval niet met voorbedachte raad heeft gehandeld.
Verdachte heeft geen verklaring willen afleggen en hij heeft derhalve geen inzicht gegeven in hetgeen voor of ten tijde van het begaan van het feit in hem is omgegaan. Of in een dergelijk geval voorbedachte raad bewezen kan worden, hangt dan sterk af van de hierboven bedoelde gelegenheid en de overige feitelijke omstandigheden van het geval. Door de officier van justitie is aangevoerd dat gezien het verloop van de nacht van 1 januari waaruit blijkt dat er voorafgaand aan de schietpartij sprake is geweest van schermutselingen tussen verdachte en zijn medeverdachten enerzijds en [slachtoffer 1] anderzijds, alsmede dat verdachte en zijn medeverdachten in het centrum van Zaandam ruim een uur op [slachtoffer 1] hebben staan wachten en hem nadat hij in zijn auto vertrok onmiddellijk zijn gevolgd, er sprake is geweest van een doelbewuste en voorbereide actie en in haar visie derhalve van voorbedachte raad.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank oordeel dat uit voornoemde omstandigheden weliswaar een zeker tijdsverloop en een zeker plan kan worden afgeleid maar dat niet kan worden vastgesteld dat dit plan bestond uit het beschieten van de auto waarin aangevers zich bevonden noch wanneer bij de medeverdachte het voornemen is ontstaan om op de auto c.q. aangevers te gaan schieten. Niet kan worden uitgesloten dat dit pas op een later moment in de nacht, wellicht zelfs zeer kort voor het lossen van de schoten, is opgekomen. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van de voorbedachte raad (moord).
4.5
Redengevende feiten en omstandigheden2.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
Feit 1 primair
Schietincident
Op 1 januari 2015 heeft [slachtoffer 1] aangifte gedaan van poging moord/doodslag. Uit zijn aangifte komt naar voren dat hij die nacht met enkele vrienden vanaf 01.00 uur in de Turkse bar [X] (verder te noemen: bar [X] ) was in Zaandam. Ongeveer 20 minuten voor de schietpartij zijn aangever , zijn vriendin [voornaam slachtoffer 2] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 2] ) en haar vriendin [voornaam slachtoffer 3] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 3] ) uit Zaandam vertrokken in een zilvergrijze Seat Ibiza met kenteken [Z] en naar het Esso tankstation langs de A8 (richting Amsterdam) te Oostzaan gereden om wat etenswaren en drinken te kopen. Vlak voordat zij weer de snelweg op wilden rijden, kwam er een - volgens aangever - blauwe Daewoo voor hen staan.3.Achter het tankstation is een soort splitsing. Rechtdoor is de weg naar de snelweg; rechtsaf gaat naar het parkeerterrein. De blauwe Daewoo versperde de weg naar de snelweg. De Daewoo werd bestuurd door verdachte. [de bijrijder] stapte uit aan de passagierskant van de Daewoo. Doordat de Daewoo de afrit naar de snelweg blokkeerde, kon de Seat Ibiza alleen de kant op rijden waar [de bijrijder] ging staan. [de bijrijder] stond op enig moment rechts voor de Seat Ibiza.4.[de bijrijder] , die gekleed was in een zwart leren jas tot op zijn heup met een witte kraag en een zwarte trainingsbroek, had een pistool in zijn handen en richtte vanaf een afstand van ongeveer drie meter op de Seat Ibiza waarin aangever , [voornaam slachtoffer 2] en [voornaam slachtoffer 3] zaten. [de bijrijder] schoot de eerste keer toen de Seat Ibiza nog stil stond.5.Hij begon direct op aangever , [voornaam slachtoffer 2] en [voornaam slachtoffer 3] te schieten.6.Door dat schot ging het raam aan de passagierszijde van de Seat Ibiza stuk. Aangever gaf gas en wilde [de bijrijder] overrijden om het schieten te laten stoppen. Het is dat [voornaam slachtoffer 2] aan het stuur trok, anders had hij hem overreden. Aangever hoorde in totaal vier of vijf schoten. Aangever reed - in plaats van de normale route via het parkeerterrein naar de snelweg - weer in de richting van de pomp om via de afrit van de snelweg met een korte draai de A8 op te gaan.7.Op de snelweg haalde de Seat Ibiza de blauwe Daewoo, die de normale oprit vanaf het benzinestation naar de snelweg had genomen, in. Aangever kent de inzittenden van de Daewoo: verdachte zat in een donkerblauw Adidas trainingspak met daarover een zwarte bodywarmer achter het stuur. [de bijrijder] zat op de bijrijdersstoel, aangevers neefje [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ), gekleed in een donkerkleurig trainingspak, een donkerkleurige bodywarmer en met een Nike pet, zat linksachter en [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2] ) rechtsachter. [betrokkene 2] droeg een rode wollen muts.8.
Tijdens het verhoor herkent aangever [slachtoffer 1] [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) van een foto die hem wordt getoond.9.[slachtoffer 1] herkent op de foto voor 100% de man die hij kent als [de bijrijder] . [slachtoffer 1] kent [de bijrijder] al 15 jaar en ging ervan uit dat [achternaam bijrijder] zijn achternaam is omdat hij een neef van [betrokkene 1] is.10.
De aangifte van [slachtoffer 1] wordt deels ondersteund door die van [slachtoffer 2] en de verklaring van [slachtoffer 3] . [slachtoffer 2] heeft verklaard dat de afrit van het tankstation werd geblokkeerd door een kleine donkerblauwe auto. De jongen, die bij deze donkerblauwe auto stond, liep in de richting van de auto waarin aangeefster, [slachtoffer 1] en [voornaam slachtoffer 3] zaten. Daarna hoorde ze drie schoten.11.[slachtoffer 3] , de derde inzittende op de achterbank van de Seat Ibiza, bevestigt dat de beide auto’s na het schietincident op de snelweg naast elkaar hebben gereden.12.
Verdachte heeft een kleine blauwe personenauto, merk Daihatsu Sirion, met kenteken [Y] op zijn naam staan.13.De auto is een uur na het schietincident op de Watering in Zaandam gesignaleerd. Tijdens de achtervolging verhoogde de Daihatsu Sirion zijn snelheid en raakten de verbalisanten de auto kwijt.14.Nog geen 20 minuten later is de auto afgesloten aangetroffen ter hoogte van de [straatnaam] te Zaandam.15.
Sporen- en munitieonderzoek
Op de rijbaan tussen de parkeervakken achter het Esso tankstation zijn vijf hulzen aangetroffen. De hulzen, allen .45 kaliber munitie, lagen dicht bij elkaar. Op de hulzen was een bodemstempel met daarin de tekst “R-P .45 AUTO” zichtbaar. Links van de hulzen lagen gebrokkelde glasdelen op de grond, vermoedelijk van een verbroken autoruit.16.Voorts werden iets achter de plek waar de hulzen lagen een projectiel en twee manteldelen aangetroffen.
De ruit van het rechter voorportier van de Seat Ibiza was gebroken. In de deurstijl achter de strip werd een projectiel aangetroffen. Gezien de ronde beschadiging in het rubber van de deurstijl en de bolling aan de binnenzijde van de deurstijl heeft het projectiel vermoedelijk het voertuig geraakt onder een relatief grote hoek (bijna haaks) ten opzichte van het voertuig. Vermoedelijk heeft de schutter bij het afvuren van het projectiel rechts ter hoogte van het rechter voorportier gestaan.
Op de achterbumper van het voertuig was een ovale indruk zichtbaar, passend bij een indruk die ontstaat wanneer een projectiel onder een hoek een oppervlak raakt. Waarschijnlijk had een projectiel de bumper van de rechterzijde geraakt onder een relatief kleine hoek (bijna parallel) ten opzichte van het voertuig. Vermoedelijk heeft de schutter bij het afvuren van het projectiel aan de rechter achterzijde van het voertuig gestaan. De beschadiging ging door de bumper heen en kwam uit in de wielkast van het rechter achterwiel. In de rechter achterband, die lek was, werd een projectiel aangetroffen, zeer waarschijnlijk een kogel zonder mantel.17.
De vijf op de parkeerplaats aangetroffen hulzen, het eveneens aldaar aangetroffen projectiel en het projectiel, aangetroffen in de deurstijl van de Seat Ibiza, zijn door het NFI onderzocht. Geconcludeerd wordt dat het extreem veel waarschijnlijker is dat de hulzen met één en hetzelfde vuurwapen zijn verschoten dan met meerdere vuurwapens van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken. De vijf hulzen zijn vermoedelijk verschoten met een semiautomatisch werkend pistool van het kaliber .45 ACP, merk Glock. De afvuursporen in de twee kogels (de beide projectielen) passen eveneens bij dit vuurwapen.18.
Op 5 januari 2015 zijn de binnen- en de buitenzijde van de Daihatsu Sirion bemonsterd op schotrestsporen.19.Op de stubs van de onderzoeksset schiethanden van de binnenzijde van de Daihatsu Sirion (portier linksachter, portier rechtsvoor, portier rechtsachter, stuur en versnellingspook en het dashboardkastje rechts) zijn categorie A en B deeltjes aangetroffen. Met het aantreffen van categorie A deeltjes wordt een vrijwel zekere relatie aangetoond met een schietproces.20.
Op 8 juni 2015 heeft dr. [deskundige 1] haar bevindingen gerapporteerd naar aanleiding van een vergelijkend schotrestenonderzoek.
Seat Ibiza <-> 5 hulzen: het is waarschijnlijker (10 – 100) dat de deeltjes die zijn aangetroffen op de deurstrip van het voorportier van de Seat Ibiza dezelfde bron van herkomst hebben als de deeltjes die zijn aangetroffen op de schotrest bemonsteringen van de hulzen dan dat zij een andere bron van herkomst hebben.
Daihatsu <-> 5 hulzen: het is iets waarschijnlijker (2 – 10) dat de deeltjes die zijn aangetroffen op de stubs van de onderzoeksset schiethanden waarmee de Daihatsu Sirion zijn bemonsterd dezelfde bron van herkomst hebben als de deeltjes die zijn aangetroffen op de schotrest bemonsteringen van de hulzen dan dat zij een andere bron van herkomst hebben.
Seat Ibiza <-> Daihatsu Sirion: het is iets waarschijnlijker (2-10) dat de deeltjes die zijn aangetroffen op de deurstrip van het voorportier van de Seat Ibiza dezelfde bron van herkomst hebben als de deeltjes die zijn aangetroffen op de stubs van de onderzoeksset schiethanden waarmee delen van de Daihatsu Sirion zijn bemonsterd dan dat zij een andere bron van herkomst hebben.21.
Eerdere ontmoeting die nacht tussen [slachtoffer 1] en verdachten.
Uit de aangifte van [slachtoffer 1] blijkt dat [slachtoffer 1] een week of zes vóór het schietincident ruzie kreeg met [verdachte]22.en ook met [betrokkene 1] en [medeverdachte] .23.In de uren voorafgaand aan het schietincident kwam [medeverdachte] met [roepnaam betrokkene 3] (roepnaam van [betrokkene 3]24.) naar bar [X] . [medeverdachte] ging aan een tafel bij de ingang zitten. [slachtoffer 1] is naar hem toegegaan om te praten over de ruzie van toen. Hierop zijn beiden naar buiten gegaan. Buiten zou [medeverdachte] verdachte en [betrokkene 1] hebben gebeld en zou er gepraat gaan worden. Op een gegeven moment kwam er een auto aan rijden waaruit verdachte en [betrokkene 1] stapten. Er ontstond een handgemeen tussen [slachtoffer 1] en verdachte. [slachtoffer 1] neef, [betrokkene 2] , keek toe. [slachtoffer 1] en verdachte werden door beveiligers uit elkaar gehaald. [slachtoffer 1] moest van de beveiligers weer bar [X] in gaan, verdachte, [medeverdachte] en [betrokkene 2] werden weggestuurd. Toen [slachtoffer 1] de bar wilde verlaten, werd hij door een beveiliger naar zijn auto begeleid. In de directe omgeving, bij de Rozenhof, stonden [betrokkene 1] , [medeverdachte] , verdachte en nog wat jongens. Toen [slachtoffer 1] in zijn auto stapte, zag hij dat verdachte, [betrokkene 1] , [medeverdachte] en [betrokkene 2] naar hun auto renden. [slachtoffer 1] is vanaf de bar [X] rechtstreeks naar het benzinestation langs de A8 gereden.25.
Beelden
Beelden van diverse camera’s in Zaandam bevestigen in grote lijnen de lezing van [slachtoffer 1] over hetgeen die nacht vooraf is gegaan aan het schietincident. Verbalisant [verbalisant 4] heeft [medeverdachte] herkend op de beelden van de door de stadswacht ingezoomde camera.26.Door verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] zijn [betrokkene 1] (met een rode muts, foto pagina 252, 253, 256, 257), verdachte (Adidas jasje met daarover een zwarte bodywarmer, foto p.252, 253, 257), [betrokkene 2] (donkere kleding, foto p. 252, 257) en [betrokkene 3] (foto p. 259) op de beelden herkend.27.
Uit de verschillende camerabeelden en het op basis daarvan opgemaakt proces-verbaal van de politie, blijkt dat rond 00.40 uur [slachtoffer 1] bij bar [X] aankomt.28.[medeverdachte] , gekleed in een leren jas met lichte bontkraag, arriveert om 02.16 uur met twee andere personen bij de bar.29.Om 02.26 uur komen [slachtoffer 1] , [medeverdachte] en een derde persoon naar buiten.30.Vrijwel direct arriveert een SUV, waaruit twee personen stappen.31.Er ontstaat een opstootje, dat wordt gesust door beveiligers.32.Enige tijd later staat [slachtoffer 1] weer buiten met onder meer [betrokkene 3] , die een bemiddelende rol lijkt te spelen in een opstootje met een onbekende persoon.33.Als dat opstootje is gesust, arriveert om 02.52 uur een kleine blauw/paarse auto met grijskleurige stootstrippen aan de zijkant. De auto vertoont veel gelijkenissen met de Daihatsu van verdachte. De komst van de auto heeft direct de belangstelling van de op straat aanwezige personen, onder wie [slachtoffer 1] en [betrokkene 3] .34.Uit de auto stappen verdachte, [betrokkene 1] en [betrokkene 2] .35.Er ontstaat een vechtpartij tussen [slachtoffer 1] en verdachte. De vechtpartij wordt wederom door beveiligers gesust. [slachtoffer 1] wordt weer bar [X] ingestuurd, de overige personen blijven in wisselende samenstellingen in de buurt van bar [X] staan.36.Verdachte verplaatst zijn Daihatsu naar een nabijgelegen terrein (vermoedelijk De Krimp).37.Hij voegt zich weer bij de groep, die steeds op beelden in wisselende samenstellingen in de buurt van bar [X] te zien is.38.Om 04.18 uur verlaat [slachtoffer 1] de bar. Hij wordt door een beveiliger naar zijn auto begeleid.39.[betrokkene 3] loopt vanuit de groep naar [slachtoffer 1] toe.40.Dit wordt op enige afstand gadegeslagen door de groep. Een persoon in een wit overhemd spreekt eerst met [slachtoffer 1] en [betrokkene 3] , daarna met personen uit de groep.41.Op het moment dat [slachtoffer 1] zijn auto start en richting Czaar Peterstraat rijdt, heeft dat de belangstelling van de groep. De groep vertrekt ook direct in de richting van de Czaar Peterstraat. Özdemir maakt een armbeweging, waarna verdachte wegrent.42.Om 04.22 uur wordt een rennende persoon op de camerabeelden van de Vomar gesignaleerd.43.Een minuut later worden ook [medeverdachte] , [betrokkene 1] en [betrokkene 2] door die camera gesignaleerd, gevolgd door [betrokkene 3] en een nog onbekend gebleven persoon. De drie personen, die voor [betrokkene 3] en nog de onbekende persoon uitgingen, stappen in een auto die vanaf de Krimp aan komt rijden.44.De kleine blauw/paarse auto wordt gesignaleerd op de kruising Zilverpadsteeg en Czaar Peterstraat, waar even daarvoor ook [slachtoffer 1] had gereden.45.Beide auto’s passeren de camera aan de Nicolaasstraat en die aan de Wilhelminastraat. Geconcludeerd is dat de kleine blauw/paarse auto met een aanzienlijk hogere snelheid reed dan [slachtoffer 1] .46.Vijf seconden nadat [slachtoffer 1] zijn auto bij het Esso tankstation parkeert, rijdt een kleine donkergekleurde personen auto achter de pompen langs en blokkeert achter de shop van het tankstation de toegangsweg naar de snelweg.47.De laatste twee letters van het kenteken worden zichtbaar (…-NT) op het moment dat [slachtoffer 1] bij het tankstation wegrijdt.48.Ook gezien de positie en vorm van de achterlichten, kleur, model en de niet geheel doorlopende stootstrip met een inkeping, het rem- en achteruitrijlicht, koplamp en spaakvelgen komen de kleine blauw/paarse auto en de Daihatsu overeen.49.
Feit 2
Onder 1 primair is bewezenverklaard, dat op 1 januari 2015 omstreeks 04.30 uur een schietincident heeft plaatsgevonden bij het Esso tankstation langs de A8 (richting Amsterdam) te Oostzaan. Door de rechtbank is daarbij vastgesteld dat medeverdachte [medeverdachte] meerdere malen met een semiautomatisch wapen heeft geschoten op een Seat Ibiza met daarin drie inzittenden Bij deze schietpartij is een blauwe auto betrokken. Deze blauwe auto blijkt de Daihatsu Sirion, kenteken [Y] op naam van verdachte te zijn50.. Zoals hiervoor uiteengezet is de rechtbank van oordeel dat kan worden vastgesteld dat verdachte die avond de bestuurder van de Daihatsu is geweest.
Uit de camerabeelden blijkt dat verdachte reed voorafgaand en ten tijde van de schietpartij.51.Voorts heeft [slachtoffer 1] aangegeven dat verdachte tijdens de blokkade en de schietpartij de bestuurder was.52.[slachtoffer 1] reed na het schietincident via de afrit van de snelweg naar het tankstation met een korte draai weer de snelweg op richting Amsterdam. Daar zag hij, dat de jongens via de gewone oprit vanaf het tankstation eveneens de snelweg opreden.53.
De auto is een uur na het schietincident op de Watering in Zaandam gesignaleerd. Tijdens de achtervolging verhoogde de Daihatsu Sirion zijn snelheid en raakten de verbalisanten de auto kwijt.54.Nog geen 20 minuten later werd de auto afgesloten aangetroffen ter hoogte van de [straatnaam] te Zaandam.55.
Feit 3
Op 1 januari 2015 om 17.26 uur heeft verdachte aangifte gedaan van diefstal van zijn auto, een donkerblauwe Daihatsu Sirion, kenteken [Y] . Verdachte was die avond ervoor lopend met vrienden naar het centrum van Zaandam gegaan. In de middag van 1 januari 2015 werd hij wakker in het logeerbed in de woning van zijn moeder. Verdachte weet niets meer. Hij was al dronken toen hij de stad in ging en had hash en drie jointjes gerookt. Verdachte weet niet meer hoe en hoe laat hij thuis is gekomen.56.
Op 1 januari 2015 omstreeks 05.52 uur is genoemde Daihatsu Sirion afgesloten aangetroffen ter hoogte van de [straatnaam] te Zaandam.57.Tijdens de huiszoeking in de woning van de moeder van verdachte waar verdachte zijn verblijfplaats heeft, is een sleutel van een Daihatsu Sirion aangetroffen.58.De autosleutel werd aangetroffen in een tasje waarin ook persoonlijke spullen van verdachte zaten, waaronder zijn identiteitsbewijs. Bij onderzoek bleek dat aan de Daihatsu Sirion met kenteken [Y] geen schade werd geconstateerd en dat met de aangetroffen autosleutel van verdachte de Daihatsu kon worden geopend en gestart.59.
Onder feit 1 is bewezenverklaard dat de auto Nieuwjaarsnacht 2015 bij het schietincident bij het Esso tankstation aan de A8 te Oostzaan betrokken is geweest en dat verdachte als bestuurder van die auto is herkend door [slachtoffer 1] . Blijkens camerabeelden stapte verdachter eerder die avond (om 02.50 uur) als bestuurder uit de Daihatsu Sirion voor bar [X]60..
De rechtbank acht gelet op het voorgaande de verklaring van verdachte dat zijn auto was gestolen volstrekt onaannemelijk en is derhalve van oordeel dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het doen van een valse aangifte.
4.6.
Bewijsoverweging
Feit 1 primair
Voorwaardelijk opzet
Gezien het vorenstaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte in elk geval samen met zijn medeverdachte [medeverdachte] heeft gepoogd de drie inzittenden van de Seat Ibiza ( [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ) van het leven te beroven. De rapportages van het NFI ondersteunen de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , dat [medeverdachte] met een wapen aan de rechter (voor)zijde van de auto stond. De rechtbank acht mede op basis van deze technische gegevens bewezen dat [medeverdachte] vanaf korte afstand op de auto heeft geschoten. Een van de schoten is van dichtbij op het rechter voorportier gelost, waardoor een kogel in de deurstijl van het portier terecht is gekomen en het raam van het voorportier brak
[medeverdachte] heeft door vanaf zeer korte afstand op een auto met inzittenden te schieten willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat een of meer van deze inzittenden door een kogel zou(den) worden geraakt en zij daardoor het leven zou(den) verliezen. De rechtbank is daarom van oordeel dat [medeverdachte] het (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op (poging) tot levensberoving.
De rechtbank acht op basis van de camerabeelden voor en tijdens de schietpartij en de verklaring van aangever bewezen dat verdachte ten tijde van de schietpartij de bestuurder is geweest van de blauwe Daihatsu en dat hij met deze auto de oprit zodanig heeft geblokkeerd dat [slachtoffer 1] hier niet kon rijden waarna [medeverdachte] schoten op de auto kon afvuren.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat kan worden vastgesteld dat [medeverdachte] degene is geweest die met een wapen op de Seat Ibiza heeft geschoten. De rechtbank acht evenwel de rol van verdachte hierbij dermate groot, dat kan worden gesproken van medeplegen. Uit het dossier blijkt dat verdachte aanwezig was bij de opstootjes eerder die avond, dat hij zijn auto, zijnde de bij de schietpartij betrokken blauwe Daihatsu Sirion (door [slachtoffer 1] naar het oordeel van de rechtbank, gelet op de stukken, ten onrechte voor een Daewoo aangezien), heeft gehaald toen [slachtoffer 1] met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] bij bar [X] vertrok, dat verdachte nadat [medeverdachte] , [betrokkene 1] en [betrokkene 2] in zijn auto waren gestapt, met grote snelheid naar het Esso tankstation is gereden en aldaar de oprit naar de snelweg heeft geblokkeerd waarna [medeverdachte] de auto met de slachtoffers van dichtbij kon beschieten. Vervolgens heeft verdachte de auto met daarin in elk geval ook [medeverdachte] , van de plaats van het schietincident weggereden.
Uit de jurisprudentie volgt dat alleen het aanwezig zijn en het zich niet distantiëren op zichzelf onvoldoende is om te kunnen spreken van medeplegen. Hiervoor dient sprake te zijn van een substantiële en wezenlijke bijdrage aan het delict.61.Zoals hiervoor weergegeven is verdachte die volgens sommige getuigen een al langer lopend conflict had met [slachtoffer 1] , in ieder geval eerder die avond betrokken geweest bij een ruzie en vechtpartij met [slachtoffer 1] . Voorts heeft hij niet alleen zijn auto gebruikt om [medeverdachte] van en naar de plaats delict te vervoeren maar ook om de blokkade op te werpen die het [medeverdachte] mogelijk maakte om van korte afstand op de auto van de slachtoffers te schieten. Tevens heeft verdachte later die nacht geprobeerd om sporen te verdoezelen door in strijd met de waarheid aangifte te doen van diefstal van zijn auto. Verdachte was derhalve op essentiële momenten aanwezig en heeft zich op generlei moment gedistantieerd. Hij heeft weliswaar niet zelf de trekker overgehaald maar zonder hem had de schietpartij niet kunnen plaatsvinden.
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte als een significante bijdrage van voldoende gewicht moet worden beschouwd en door al deze handelingen tezamen de samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte] van een dusdanig gewicht is dat gesproken kan worden van een nauwe en volledige samenwerking en dus van medeplegen tussen hen beiden.
Feit 2
Uit het dossier blijkt dat verdachte de eigenaar was van de Daihatsu en hij hier regelmatig in reed. Uit de verklaring van aangever en de verschillende camerabeelden van de Nieuwsjaarnacht blijkt dat verdachte ook voorafgaand aan de schietpartij en tijdens de schietpartij de bestuurder van de auto was.
Gezien het korte tijdsbestek tussen het schietincident en het signaleren van de Daihatsu Sirion op de A8 in de richting van de Coentunnel, acht de rechtbank het hoogst onwaarschijnlijk dat verdachte na de schietpartij is uitgestapt en de auto vanaf dat moment door een ander is bestuurd. De rechtbank gaat er derhalve van uit dat verdachte ook na de schietpartij de auto heeft bestuurd en dat hij degene is geweest die de auto onbeheerd heeft achter gelaten op de Koopvaardijstraat te Zaandam ten einde deze aan het onderzoek te onttrekken.
De rechtbank heeft hierbij tevens in aanmerking genomen dat door verdachte, die zich heeft beroepen op zijn zwijgrecht, ook geen aanknopingspunten voor een alternatief scenario, bijvoorbeeld een andere chauffeur, zijn gegeven.
4.7.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1 primair:
hij op 1 januari 2015, te Zaandam en te Oostzaan ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk
- dhr. [slachtoffer 1] en
- mw. [slachtoffer 2] en
- mw. [slachtoffer 3] ,
van het leven te beroven, met dat opzet met een of meer van zijn mededaders,
(nadat in het centrum van Zaandam nabij Bar [X] een of meer ruzie(s) en/of opstootje(s) en/of schermutseling(en) had(den) plaatsgevonden tussen enerzijds voornoemde [slachtoffer 1] en anderzijds hem, verdachte en [medeverdachte] en een of meer anderen)
- te Zaandam heeft plaatsgenomen in een personenauto (te weten: een Daihatsu Sirion, met kenteken [Y] ) en
- ( vervolgens) met verhoogde snelheid in de richting van een Seat Ibiza, met kenteken [Z] , waarin die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zich bevonden, is gereden en die personenauto is gevolgd vanuit Zaandam naar tankstation Esso langs de Rijksweg A8 te Oostzaan (vestiging Coentunnelweg 2) en
- ( vervolgens) bij dat tankstation de personenauto, waarin die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zich bevonden heeft opgewacht en
- ( vervolgens) bij dat tankstation de doorgang voor de personenauto, waarin die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zich bevonden, naar de oprit van de Rijksweg A8 enige tijd heeft geblokkeerd en
- waarna een van zijn mededaders een vuurwapen heeft gericht op de personenauto waarin die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zich bevonden en
- ( vervolgens) met een vuurwapen meerdere kogels heeft afgevuurd in de richting van die personenauto waarin die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zich bevonden, waarbij meerdere kogels die personenauto zijn binnengedrongen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 2:
hij op 1 januari 2015, te Zaandam en te Oostzaan, althans in Nederland nadat er toen en daar het misdrijf was gepleegd van poging tot doodslag op [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ,
- opzettelijk [medeverdachte] en een of meer van zijn mededaders behulpzaam is geweest in het ontkomen aan de nasporing van en aanhouding door een of meer opsporingsambtenaren, immers heeft hij, verdachte, die [medeverdachte] en een of meer van zijn mededaders met een door hem, verdachte, bestuurde personenauto, te weten: een Daihatsu Sirion, met kenteken [Y] ) vanaf de plaats van het misdrijf bij tankstation Esso langs de Rijksweg A8, vestiging Coentunnelweg gebracht naar een locatie in Zaandam en/of Oostzaak of elders in Nederland, en/
- met het oogmerk om dat misdrijf te bedekken of de nasporing of vervolging daarvan te beletten of te bemoeilijken, voorwerpen waarmede dat misdrijf is gepleegd en andere sporen(dragers) van dat misdrijf heeft verborgen en aan het onderzoek van de (opsporings)ambtenaren heeft onttrokken, immers heeft hij, verdachte die [medeverdachte] en een of meer van zijn mededaders en de Daihatsu Sirion met kenteken [Y] met daaraan en daarin een of meer sporen(dragers) van het misdrijf meegenomen vanaf de plaats van het misdrijf bij dat tankstation en (vervolgens) die personenauto onbeheerd achtergelaten op
de [straatnaam] te Zaandam;
Feit 3:
hij op 1 januari 2015 te Zaandijk aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar ten overstaan van [verbalisant 1] , brigadier van politie Eenheid Noord-Holland, opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van diefstal van een personenauto (Daihatsu Sirion, met kenteken [Y] ).
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn/ verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 1 primair, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1 primair:
medeplegen poging doodslag, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 2:
opzettelijk iemand die schuldig is aan enig misdrijf behulpzaam zijn in het ontkomen aan de nasporing van of aanhouding door de ambtenaren van justitie en politie
en
nadat enig misdrijf is gepleegd, met het oogmerk om de nasporing of vervolging te beletten of te bemoeilijken, voorwerpen waarop of waarmede het misdrijf is gepleegd verbergen / aan het onderzoek van de ambtenaren van justitie of politie onttrekken
ten aanzien van feit 3:
aangifte doen dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.
6. Strafbaarheid van verdachte
Ten aanzien van feit 1 primair en feit 3:
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
Ten aanzien van feit 2:
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat verdachte op grond van het bepaalde in artikel 189, derde lid, Wetboek van Strafrecht niet strafbaar is, nu verdachte er in redelijkheid van uit mocht gaan dat na het schietincident bij het tankstation aan de A8 te Oostzaan, waarbij verdachte met zijn auto de oprit van de snelweg had geblokkeerd, een verdenking van een strafbaar feit jegens hem zou ontstaan. Het verlaten van [verdachte] van de plaats delict met bedoelde Daihatsu en in elk geval medeverdachte [medeverdachte] als inzittende en waarschijnlijk het gebruikte vuurwapen acht de rechtbank daarom mede te zijn ingegeven om het gevaar van vervolging voor zichzelf te ontlopen.
Verdachte dient daarom voor dit feit te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
7. Motivering van de sanctie
7.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaren met aftrek van de periode die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
7.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft er (subsidiair) voor gepleit de aan verdachte op te leggen straf aanzienlijk te matigen gezien zijn jonge leeftijd, het ontbreken van relevante documentatie en het geringe aandeel dat verdachte, indien toch bewezen, bij het eerste feit heeft gehad.
7.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich met een of meerdere medeverdachten schuldig gemaakt aan een drievoudige poging tot doodslag. Medeverdachte [medeverdachte] heeft in de Nieuwjaarsnacht 2015 meerdere malen op een auto geschoten, waarin drie personen zaten. Deze personen hadden hierdoor het leven kunnen verliezen. Dat de door [medeverdachte] geloste schoten geen dodelijk gevolg hebben gehad ligt louter buiten het toedoen van [medeverdachte] en/of verdachte. Uit de verklaringen van de inzittenden blijkt, dat zij doodsangsten hebben uitgestaan.
De rechtbank heeft voorts meegewogen dat het schietincident op de openbare weg heeft plaatsgevonden waar op dat moment meerdere voertuigen en personen aanwezig waren.
De rechtbank neemt het verdachte en zijn mededader(s) voorts bijzonder kwalijk dat zij hebben gemeend een kennelijk eerder ontstane ruzie te moeten oplossen door het gebruik van een vuurwapen alsmede de lichtvaardigheid waarmee zij daarbij een vuurwapen ter hand genomen hebben. Iedere vorm van eigenrichting en daarmee ook het onderhavige schietincident is binnen de Nederlandse samenleving en rechtsorde volstrekt onacceptabel. Door zijn handelen heeft verdachte op dit verbod van eigenrichting een ernstige inbreuk gemaakt.
Daarbij komt dat verdachte een valse aangifte van autodiefstal heeft gedaan. Door aldus te handelen heeft hij de politie willen misleiden en nodeloos beslag gelegd op opsporingscapaciteit. Reeds hierom betreft het een ernstig feit.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 28 april 2015, waaruit blijkt dat verdachte eerder terzake van overtreding van een artikel uit de Wet wapens en munitie is veroordeeld en bovendien nog in een proeftijd liep.
Dit heeft verdachte er kennelijk niet van kunnen weerhouden te recidiveren.
Tevens heeft de rechtbank acht geslagen op de jonge leeftijd van verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de ernst van de feiten alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur op zijn plaats is.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de hoogte van de straf in overweging genomen dat zij tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie maar anderzijds ook gelet op de straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar passend en geboden is. De tijd die door verdachte in voorarrest is doorgebracht zal hierop in mindering gebracht worden.
8. Beslag
Onder verdachte is inbeslaggenomen:
- -
Personenauto, merk Daihatsu Sirion, kleur blauw, kenteken [Y] (p. 518)
- -
Autosleutel behorende bij genoemde Daihatsu Sirion (p. 520)
- -
Bruin leren jas met bontkraag (p. 522)
- -
Apple I-phone 5 (p.531)
- -
4 ampullen Bayer Primobolan (p. 541).
De officier van justitie en de raadsman zijn van mening dat alle inbeslaggenomen voorwerpen aan verdachte kunnen worden teruggegeven.
Verbeurdverklaring
Anders dan de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten de Daihatsu Sirion met kenteken [Y] met bijbehorende autosleutel dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde feiten met behulp van die voorwerpen, die aan verdachte toebehoren, zijn begaan.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank is voorts van oordeel dat de overige onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten de bruin leren jas met bontkraag, de Apple IPhone 5 en de 4 ampullen Bayer Primobolan dienen te worden teruggegeven aan verdachte, aangezien die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
10. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.7. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte 1 primair, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 1 primair, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte strafbaar voor de onder 1 primair en 3 bewezenverklaarde strafbare feiten.
Verklaart de verdachte voor het onder 2 bewezen verklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte daarvoor van alle rechtsvervolging.
Veroordeelt verdachte met betrekking tot de onder 1 primair en 3 vermelde strafbare feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
- de blauwe personenauto, merk Daihatsu, type Sirion, met kenteken [Y]
(kvi p. 518)
- de autosleutel behorende bij genoemde Daihatsu Sirion (kvi p. 520).
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- -
bruin leren jas met bontkraag (kvi p. 522)
- -
Apple IPhone 5 (kvi p. 531)
- -
4 ampullen Bayer Primobolan (kvi p. 541).
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. N. Cuvelier, voorzitter,
mr. D.D.M. Hazeu en mr. M.L. Leenaers, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. C.M.A. van der Meij,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 september 2015.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 08‑09‑2015
De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
P-v aangifte [slachtoffer 1] , p. 101 en 102.
P-v verhoor aangever [slachtoffer 1] met bijlage, p. 111, 112 en 116.
P-v aangifte [slachtoffer 1] , p. 102.
P-v verhoor [slachtoffer 1] ten overstaan van de rechter-commissaris, separaat, blad 3.
P-v verhoor aangever [slachtoffer 1] , p. 112.
P-v aangifte [slachtoffer 1] , p. 102.
P-v relaas, p. 14.
P-v verhoor aangever [slachtoffer 1] met bijlage, p. 112 en 117.
P-v aangifte [slachtoffer 2] , p. 119.
P-v verhoor getuige [slachtoffer 3] , p. 133.
P-v bevindingen, p. 41.
P-v bevindingen, p. 42.
P-v bevindingen, p. 43.
P-v sporenonderzoek, p. 51.
P-v sporenonderzoek, p. 52.
NFI rapport munitieonderzoek d.d. 5 maart 2015 opgesteld door ing. [deskundige 2] , p.331
P-v uitslag sporenonderzoek, p. 338.
NFI rapport nr. 002 d.d. 3 maart 2015, opgesteld door ing. [deskundige 3] , p. 358 en 359.
NFI rapport nr. 003 d.d. 8 juni 2015, opgesteld door dr. [deskundige 1] , separaat, blz.17 en 18.
P-v aangifte [slachtoffer 1] , p. 103.
P-v verhoor [slachtoffer 1] , p. 112.
P-v verhoor [betrokkene 3] , p. 514.
P-v verhoor aangever [slachtoffer 1] , p. 113.
P-v uitkijken beelden, p. 197.
P-v bevindingen met bijlagen p. 250 t/m 253 en p-v bevindingen met bijlagen p. 254 t/m 259.
P-v uitkijken beelden, p. 167.
P-v uitkijken beelden, p. 168.
P-v uitkijken beelden, p. 169.
P-v uitkijken beelden, p. 171.
P-v uitkijken beelden, p. 172 en 173.
P-v uitkijken beelden, p. 179 en 180.
P-v uitkijken beelden, p. 181 t/m 183 en p-v gebruikt voertuig, p. 243 t/m 245.
P-v uitkijken beelden, p. 184.
P-v uitkijken beelden, p. 185 en 186.
P-v uitkijken beelden, p. 192 e.v.
P-v uitkijken beelden, p. 197 e.v.
P-v uitkijken beelden, p. 206.
P-v uitkijken beelden, p. 208.
P-v uitkijken beelden, p. 209 t/m 213.
P-v uitkijken beelden, p. 213 t/m 216.
P-v uitkijken beelden, p. 219.
P-v uitkijken beelden, p. 221, 222 en 223.
P-v uitkijken beelden, p. 224 respectievelijk p. 220.
P-v uitkijken beelden, p. 225 en 226.
P-v uitkijken beelden, p. 227, 228 en 237.
P-v uitkijken beelden, p. 240.
P-v gebruikt voertuig, p. 243 t/m 245.
P-v bevindingen, p. 41
P-v uitkijken camerabeelden p. 192, 213 t/m 216, 219, 223, 224, 225, 226, 227, 228 en 237
P-v verhoor aangever [slachtoffer 1] door de rechter-commissaris d.d. 21 mei 2015, bladzijde 4.
P-v verhoor [slachtoffer 1] , p. 112.
P-v bevindingen, p. 42.
P-v bevindingen, p. 43.
P-v aangifte [verdachte] , p. 95.
P-v bevindingen, p. 43.
P-v doorzoeking, p. 408.
P-v bevindingen, p. 447 en p-v uitslag sporenonderzoek p. 338
P-v uitkijken beelden p. 184 en herkenning [verdachte] : p-v bevindingen met bijlagen p 250 t/m 253 en p. 254 t/m 259.