Einde inhoudsopgave
Wedervergeldingswet zeescheepvaart
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 26-07-1995
- Bronpublicatie:
10-07-1995, Stb. 1995, 355 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23983 Overheid.nl: 23983)
- Inwerkingtreding
26-07-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-1995, Stb. 1995, 355 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23983Overheid.nl: 23983)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Onze Minister kan, wanneer hij overweegt een voordracht tot vaststelling, wijziging of intrekking van een wedervergeldingsbesluit te doen en naar zijn oordeel een gewichtige reden een onmiddellijke voorziening vereist, in overeenstemming met Onze Ministers van Buitenlandse Zaken, van Economische Zaken, van Landbouw en Visserij en voor Ontwikkelingssamenwerking, bij regeling, in deze wet verder genoemd wedervergeldingsregeling, overeenkomstig de in overweging zijnde maatregel regelen stellen en in het bestaande besluit vervatte regelen buiten werking stellen.
2.
De artikelen 2, derde lid, en 4 tot en met 9 zijn van overeenkomstige toepassing.