RAV 2017/2
Beroepsaansprakelijkheid advocaat. Verzuim om verjaring bevoegdheid tenuitvoerlegging rechterlijke uitspraak (art. 3:324 BW) te stuiten?
HR 30-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2222
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 september 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/01943
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925269:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Juridische beroepen / Advocaat
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2222, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:473, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑03‑2015
- Wetingang
Art. 3:324, 3:325 BW
Essentie
Beroepsaansprakelijkheid advocaat.
Verzuim om verjaring bevoegdheid tenuitvoerlegging rechterlijke uitspraak (art. 3:324 BW) te stuiten? Rechtsgevolg van stuiting door daad van tenuitvoerlegging in de zin van art. 3:325 lid 2 onderdeel c BW: nieuwe verjaringstermijn van vijf jaar (art. 3:319 BW) of voortdurende stuiting (art. 3:316 BW)?
Samenvatting
In deze zaak is sprake van twee verschillende rechtsverhoudingen en daaruit voortvloeiende procedures. In de eerste plaats de procedure tussen Pegroam (P) tegen Y (en aanverwante vennootschappen); in de tweede plaats een procedure tussen P (als eiseres in cassatie) en zijn advocaat, C. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.