NJB 2015/1150
Belaging, art. 285b Sr: onjuist is de opvatting dat een in deze bepaling omschreven gedraging uitsluitend dan als inbreuk makend op de persoonlijke levenssfeer van een ander kan worden aangemerkt indien die ander voorafgaand aan die gedraging aan de verdachte kenbaar heeft gemaakt geen contact met hem te willen. Hoewel de omstandigheid dat betrokkene aan de verdachte niet te kennen heeft gegeven dat zij geen contact met hem wilde hebben van belang kan zijn bij de beantwoording van de vraag of sprake is van belaging, kan niet enkel gelet op deze omstandigheid worden aangenomen dat geen sprake is van een wederrechtelijke inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen
HR 02-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1447
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 juni 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, N. Jörg
- Zaaknummer
14/02574
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1447, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:789, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑01‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑07‑2014
- Wetingang
(Sr art. 285b)
Essentie
Belaging, art. 285b Sr: onjuist is de opvatting dat een in deze bepaling omschreven gedraging uitsluitend dan als inbreuk makend op de persoonlijke levenssfeer van een ander kan worden aangemerkt indien die ander voorafgaand aan die gedraging aan de verdachte kenbaar heeft gemaakt geen contact met hem te willen. Hoewel de omstandigheid dat betrokkene aan de verdachte niet te kennen heeft gegeven dat zij geen contact met hem wilde hebben van belang kan zijn bij de beantwoording van de vraag of sprake is van belaging, kan niet enkel gelet op deze omstandigheid worden aangenomen dat geen sprake is van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.