De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/12.3:12.3 Een ruimer toepassingsgebied voor het arrest Liesenborghs-Thielens/Vandebril-Tielens
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/12.3
12.3 Een ruimer toepassingsgebied voor het arrest Liesenborghs-Thielens/Vandebril-Tielens
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS376742:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie bijvoorbeeld 16.5.4: het geval van herleving van een met dwangsom versterkte veroordeling.
Zie 16.5.63. Van Opsta111972, p. 477, toonde zich ten aanzien van de NBW-regeling al voorstander van invoering van de regel 'dat geen dwangsom kan worden verbeurd zolang de hoofdveroordeling niet voor tenuitvoerlegging vatbaar is'.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het in de vorige paragraaf behandelde arrest Liesenborghs-Thielens/Vandebril-Tielens had in het bijzonder betrekking op een geval waarin de tenuitvoerlegging van de hoofdveroordeling was geschorst als gevolg van het instellen van een rechtsmiddel. Het Benelux-Gerechtshof lijkt zijn oordeel echter, gezien de algemene bewoordingen van zijn overwegingen, niet tot dit specifieke geval te beperken. Het Benelux-Gerechtshof overweegt namelijk ongeclausuleerd met betrekking tot de aard van de dwangsomveroordeling:
'( ...) dat ( ...) in overeenstemming met de Gemeenschappelijke Memorie van Toelichting op art. 1 moet worden aangenomen dat de dwangsom slechts verschuldigd wordt wanneer de veroordeling voor gedwongen tenuitvoerlegging vatbaar is (...).'
Een algemene strekking kan deze overweging niet worden ontzegd.
Wanneer wij inderdaad aannemen dat de overweging van het Benelux-Gerechtshof ook in andere gevallen toepassing kan vinden, levert dit voor de praktijk een belangrijk gezichtspunt op: steeds als de hoofdveroordeling zich voor gedwongen tenuitvoerlegging niet leent, wordt de dwangsom niet verbeurd. Ook in gevallen waarin van schorsing van de hoofdveroordeling geen sprake is, maar de veroordeling zich om een andere reden niet voor gedwongen tenuitvoerlegging leent, worden als gevolg van toepassing van deze regel geen dwangsommen verbeurd.
Naar mijn mening leent het arrest van het Benelux-Gerechtshof zich, gezien zijn algemene bewoordingen, inderdaad voor toepassing in andere gevallen. In de volgende hoofdstukken geef ik aan in welke gevallen de uit het arrest LiesenborghsThielens/Vandebril-Tielens gedestilleerde regel toepassing kan vinden.1 Ten behoeve van duidelijkheid en rechtszekerheid verdient het overigens de voorkeur om de jurisprudentiële regel ook uitdrukkelijk in de dwangsomregeling vast te leggen.2