Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/12.5
12.5 Einde van de schorsing
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS381549:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zie BenGH 12 mei 1997, NJ 1998, 296(Bevier/Martens), m.nt. Snijders; zie omtrent de problematiek Van Rossum 1996b; in Belgische jurisprudentie werd dit al aangenomen, zie Hof van Beroep Antwerpen 3 maart 1997, RW 1996-97, 1366.
Ook de oorspronkelijke uitspraak moet bij die gelegenheid opnieuw worden betekend.
BenGH 12 mei 1997, NJ 1998, 296(Bevier/Martens), m.nt. Snijders. In casu was feitelijk sprake van een termijn die aan het voldoen aan de hoofdveroordeling was verbonden (het opheffen van een beslag binnen vier dagen), maar een prejudiciële vraag werd gesteld als betrof dit een termijn ex art. 611a lid 4 Rv. Het arrest van het BenGH ziet dan ook op de laatstbedoelde termijn, zie ook Conclusie A-G Dujardin, nr. 14 e.v.
Van Mierlo 1998, p. 263, wijst erop dat hetzelfde zal gelden na bekrachtiging in een verzetprocedure of verwerping van een cassatieberoep, zie ook Snijders 1998.
De schorsing die van het instellen van appel het gevolg is, eindigt met een vernietiging of bekrachtiging van de met dwangsom versterkte veroordeling. Wordt de oorspronkelijke veroordeling vernietigd, dan komt daarmee direct een definitief einde aan de werking van de hoofd- en dwangsomveroordeling in eerste aanleg. Zoals ik hierna in par. 133 bespreek, heeft de vernietiging blijkens de jurisprudentie van de Hoge Raad directe werking.
Wordt de oorspronkelijke uitspraak daarentegen bekrachtigd, dan rijst vervolgens de vraag wanneer de schorsing eindigt en op welk moment de dwangsomveroordeling haar werking herkrijgt. Het Benelux-Gerechtshof heeft over deze vraag in zijn jurisprudentie uitsluitsel gegeven: wanneer de rechter in hoger beroep de aan de veroordeelde partij betekende - niet uitvoerbaar bij voorraad verklaarde - uitspraak heeft bekrachtigd, moet de bekrachtigde uitspraak (met de appelbeslissing) na de schorsing opnieuw worden betekend, alvorens weer dwangsommen verbeurd kunnen worden.1 Op deze wijze wordt de veroordeelde op de dreiging met dwangsommen op grond van het bekrachtigde vonnis geattendeerd.
Is aan de bekrachtigde veroordeling een termijn verbonden, zoals bedoeld in art. 611a lid 4 Rv, na afloop waarvan dwangsommen kunnen worden verbeurd, dan begint na de betekening van de bekrachtigde uitspraak2 een onaangebroken termijn voor nakoming te lopen, aldus het Benelux-Gerechtshof in zijn arrest inzake Bevier/Martens3 Die termijn is tijdens de schorsing niet doorgelopen, maar neemt na betekening opnieuw een aanvang.4