Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2002/54/EG betreffende het in de handel brengen van bietenzaad
Artikel 30
Geldend
Geldend vanaf 09-08-2002
- Bronpublicatie:
13-06-2002, PbEU 2002, L 193 (uitgifte: 01-01-2002, regelingnummer: 2002/54/EG)
- Inwerkingtreding
09-08-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2002, PbEU 2002, L 193 (uitgifte: 01-01-2002, regelingnummer: 2002/54/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Volgens de in artikel 28, lid 2, bedoelde procedure kunnen specifieke voorwaarden worden vastgesteld om rekening te houden met ontwikkelingen op het gebied van:
- a)
de voorwaarden waaronder chemisch behandeld zaad in de handel mag worden gebracht;
- b)
de voorwaarden waaronder zaad in de handel mag worden gebracht in verband met de instandhouding in situ en het duurzaam gebruik van plantaardige genetische hulpbronnen, met inbegrip van zaadmengsels van soorten waaronder ook soorten die zijn opgenomen in artikel 1 van Richtlijn 2002/53/EG en die worden geassocieerd met specifieke natuurlijke en seminatuurlijke habitats en worden bedreigd door genetische erosie;
- c)
de voorwaarden waaronder voor de biologische teelt geschikt zaad in de handel mag worden gebracht.
2.
De in lid 1, onder b), bedoelde specifieke voorwaarden omvatten met name de volgende punten:
- a)
het zaad van deze soorten is van een bekende herkomst die is erkend door de autoriteit die in elke lidstaat bevoegd is voor het in de handel brengen van het zaad in bepaalde gebieden;
- b)
passende kwantitatieve beperkingen.