RvdW 2009, 998
Arbeidsgeschil tussen consulaire medewerker en zendstaat. Beroep op immuniteit van jurisdictie; schending art. 6 EVRM?; beroep op Nederlandse rechter als forum necessitatis. 'Permanent residence' in zin van art. 11 lid 2 sub e VN-Verdrag inzake Staatsimmuniteit; onbegrijpelijk oordeel.
HR 11-09-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI6317
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 september 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
07/13385
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BI6317
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI6317, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑09‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI6317, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑10‑2007
- Wetingang
Essentie
Arbeidsgeschil tussen consulaire medewerker en zendstaat. Beroep op immuniteit van jurisdictie; schending art. 6 EVRM?; beroep op Nederlandse rechter als forum necessitatis. 'Permanent residence' in zin van art. 11 lid 2 sub e VN-Verdrag inzake Staatsimmuniteit; onbegrijpelijk oordeel.
De regels van staatsimmuniteit van jurisdictie houden op zichzelf geen disproportionele inperking in van het recht op toegang tot de rechter. De door het middel vermelde omstandigheden (dat het Koninkrijk heeft toegelaten dat de werknemer wat de fiscale verplichtingen en aanspraken krachtens de sociale verzekeringswetten betreft, 'geheel is ingebed in de Nederlandse regelgeving' terzake) leiden er ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.