Einde inhoudsopgave
Algemene Ouderdomswet
Artikel 11 [Vrijlating inkomen uit arbeid]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
12-07-2012, Stb. 2012, 328 (uitgifte: 18-07-2012, kamerstukken: 33290)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2012, Stb. 2012, 329 (uitgifte: 18-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Ouderdomsuitkering
1.
Voor de toepassing van de artikelen 8 en 10 wordt van het inkomen uit arbeid buiten aanmerking gelaten:
- 1°
een bedrag, gelijk aan 15% van het bruto-minimumloon; alsmede
- 2°
voor zover het inkomen uit arbeid meer bedraagt dan het onder 1° bedoelde bedrag, een derde gedeelte van dat meerdere.
2.
In afwijking van het eerste lid wordt in de maand waarin de pensioengerechtigde of de echtgenoot van de pensioengerechtigde de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, het bruto-minimumloon, bedoeld in het eerste lid, onder 1°, vermenigvuldigd met de factor X/Y, waarbij:
- —
X staat voor:
- a.
het aantal dagen gelegen in de maand waarin de pensioengerechtigde de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, vanaf de dag dat de pensioengerechtigde deze leeftijd heeft bereikt, of
- b.
het aantal dagen gelegen in de maand waarin de echtgenoot van de pensioengerechtigde de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, voordat de echtgenoot deze leeftijd heeft bereikt, en
- —
Y staat voor het aantal dagen van de maand waarin de pensioengerechtigde of de echtgenoot van de pensioengerechtigde de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.