RvdW 2014/563
Witwassen van voorwerpen die ‘middellijk’ afkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf.
HR 25-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:702
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 maart 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/05255
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:702, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2694, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑06‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑06‑2013
- Wetingang
Art. 420bis en 420quater
Essentie
HR herhaalt de rechtsregels gegeven in HR 17 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2001. In die gevallen waarin sprake is van voorwerpen die ‘middellijk’ afkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf doordat direct uit misdrijf afkomstige voorwerpen nadien zijn omgezet in andere voorwerpen, doet zich niet de situatie voor waarin een verdachte die een bepaald misdrijf heeft begaan en die daardoor de uit dat misdrijf verkregen voorwerpen verwerft of voorhanden heeft, zich automatisch ook schuldig maakt aan het witwassen van die voorwerpen. Dat brengt mee dat er in beginsel geen grond is de hiervoor bedoelde rechtsregels ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.