V-N Vandaag 2024/1236
Einduitspraak inzake premiedeel ouderenkorting van niet-inwoner
Rb. Zeeland-West-Brabant 30-05-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:3621
- Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum
30 mei 2024
- Zaaknummer
BRE - 22 _ 3519
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Premieheffing / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBZWB:2024:3621, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30‑05‑2024
- Wetingang
Wet inkomstenbelasting 2001 (BWBR0011353, 8.14a)Wet inkomstenbelasting 2001 (BWBR0011353, 8.11)Wet inkomstenbelasting 2001 (BWBR0011353, 8.10)Wet inkomstenbelasting 2001 (BWBR0011353, 8.17)Wet inkomstenbelasting 2001 (BWBR0011353, 2.7)Regeling Wfsv (BWBR0019150, 2.6a)Wet financiering sociale verzekeringen (BWBR0017745, 12)
Essentie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt na de prejudiciële antwoorden van de Hoge Raad dat X recht heeft op een tijdsevenredige berekende ouderenkorting van € 488 in plaats van € 127. De aanslag wordt aldus verlaagd.
Samenvatting
X woont in 2021 in Polen. Hij is het gehele jaar buitenlands belastingplichtig in Nederland, maar is niet aan te merken als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige. Het in Nederland belastbare inkomen bestaat uitsluitend uit een AOW-uitkering van € 7991. Daarnaast geniet X in 2021 niet in Nederland belastbare inkomsten van € 47.762. Niet in geschil is dat X van 1 januari 2021 tot en met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.