Einde inhoudsopgave
Protocol betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid
Artikel SSC.13 Vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
De artikelen SSC.10, SSC.11 en SSC.12 zijn niet van toepassing op de vrijwillige of de vrijwillig voortgezette verzekering, tenzij voor één van de in artikel SSC.3 bedoelde takken van sociale zekerheid in een staat slechts een stelsel van vrijwillige verzekering bestaat.
2.
Wanneer de betrokkene krachtens de wetgeving van een staat in die staat verplicht verzekerd is, kan hij in een andere staat niet deelnemen aan een stelsel van vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering. In alle overige gevallen waar voor een bepaalde tak van de sociale zekerheid de keuze bestaat tussen verschillende stelsels van vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering, wordt de betrokkene alleen toegelaten tot het stelsel dat hij heeft gekozen.
3.
Wat uitkeringen bij invaliditeit, bij ouderdom of aan nabestaanden betreft, kan de betrokkene evenwel worden toegelaten tot de vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering van een staat, zelfs indien de persoon verplicht verzekerd is krachtens de wetgeving van een andere staat, voor zover hij op een bepaald ogenblik tijdens zijn loopbaan onderworpen is geweest aan de wetgeving van de eerstbedoelde staat op grond van of ten gevolge van een al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheid, wanneer die gelijktijdige aansluiting uit hoofde van de wetgeving van de eerste staat uitdrukkelijk of stilzwijgend wordt toegelaten.
4.
Indien op grond van de wetgeving van een staat de toegang tot een vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering afhankelijk is van het wonen in die staat of van eerdere al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheden, is artikel SSC.6, punt b), uitsluitend van toepassing op personen die op enig moment in het verleden onderworpen zijn geweest aan de wetgeving van die staat omdat zij daar, al dan niet in loondienst, werkzaamheden hebben verricht.