Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève betreffende de behandeling van krijgsgevangenen, van 12 Augustus 1949
Artikel 28
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 74 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 74 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
1.
In alle kampen zullen cantines worden ingericht, waar de krijgsgevangenen zich levensmiddelen, voorwerpen voor dagelijks gebruik, zeep en tabak kunnen aanschaffen, waarvan de verkoopsprijs in geen geval de handelsprijs ter plaatse mag te boven gaan.
2.
De winsten van de cantines zullen worden aangewend ten behoeve van de krijgsgevangenen; een speciaal fonds zal daartoe worden gesticht. De vertrouwensman heeft het recht mede te werken aan de administratie van de cantine en aan het beheer van het fonds.
3.
Bij de opheffing van een kamp zal het batig saldo van het speciale fonds aan een internationale humanitaire organisatie worden overgedragen, ten einde te worden gebruikt ten behoeve van krijgsgevangenen van dezelfde nationaliteit als degenen die hebben bijgedragen tot de vorming van het fonds. In geval van algemene repatriëring zullen de saldi door de gevangenhoudende Mogendheid worden behouden, tenzij anders overeengekomen tussen de betrokken Mogendheden.