Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève betreffende de behandeling van krijgsgevangenen, van 12 Augustus 1949
Artikel 25
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 74 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 74 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
1.
De huisvesting van krijgsgevangenen moet voldoen aan voorwaarden, even gunstig als die voor de in dezelfde streek gelegerde troepen van de gevangenhoudende Mogendheid. Deze voorwaarden moeten rekening houden met de zeden en gewoonten der krijgsgevangenen en mogen in geen geval schadelijk zijn voor hun gezondheid.
2.
De voorgaande bepalingen gelden in het bijzonder voor de slaapzalen van de krijgsgevangenen, zowel wat betreft de totaaloppervlakte en minimum luchtinhoud als de algemene inrichting en het nachtleger, dekens inbegrepen.
3.
De lokaliteiten, zowel die bestemd voor individueel als voor collectief gebruik door krijgsgevangenen, moeten geheel vochtvrij zijn en voldoende verwarmd en verlicht, in het bijzonder tussen het invallen van de duisternis en het doven van de lichten. Alle voorzorgen tegen brandgevaar moeten worden genomen.
4.
In alle kampen waarin behalve mannelijke ook vrouwelijke krijgsgevangenen zijn ondergebracht, moet in afzonderlijke slaapzalen worden voorzien.