Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/59
Rechtsgevolg van vastgestelde vormverzuimen bij de aanhouding van de verdachte door inzet politiehond en het geven van drie vuistslagen door verbalisant.
HR 11-12-2012, ECLI:NL:HR:2012:BY4828
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 december 2012
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/01458
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- LJN
BY4828
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Politierecht / Bevoegdheden
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BY4828, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BY4828, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑12‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑08‑2011
- Wetingang
Sv art. 359a; Politiewet 1993 art. 8 lid 1
Essentie
Bij de aanhouding van de verdachte is sprake geweest van verzuim van vormen als bedoeld in art. 359a Sv, te weten (i) de inzet van een diensthond zonder de op grond van art. 8, eerste lid, Politiewet 1993 vereiste waarschuwing vooraf, (ii) een overschrijding van de grenzen van de proportionaliteit doordat de hondengeleider de verdachte bij zijn aanhouding drie vuistslagen in het gezicht heeft gegeven. Deze vormverzuimen leiden niet tot niet-ontvankelijkverklaring van het OM. Ook kon hof oordelen dat geen strafvermindering behoeft te worden verbonden aan het verzuim aangaande de inzet van de diensthond. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.