Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1129 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG
Artikel 44 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Geldend
Geldend van 20-07-2017 tot 04-12-2024
- Bronpublicatie:
14-06-2017, PbEU 2017, L 168 (uitgifte: 30-06-2017, regelingnummer: 2017/1129)
- Inwerkingtreding
20-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, PbEU 2017, L 168 (uitgifte: 30-06-2017, regelingnummer: 2017/1129)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
1.
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2.
De bevoegdheid om de in artikel 1, lid 7, artikel 9, lid 14, artikel 13, leden 1 en 2, artikel 14, lid 3, artikel 15, lid 2, artikel 16, lid 5, artikel 20, lid 11, en artikel 29, lid 3, bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt met ingang van 20 juli 2017 voor onbepaalde tijd aan de Commissie toegekend.
3.
Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 1, lid 7, artikel 9, lid 14, artikel 13, leden 1 en 2, artikel 14, lid 3, artikel 15, lid 2, artikel 16, lid 5, artikel 20, lid 11, en artikel 29, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.
Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
5.
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennis aan het Europees Parlement en de Raad.
6.
Een overeenkomstig artikel 1, lid 7, artikel 9, lid 14, artikel 13, leden 1 en 2, artikel 14, lid 3, artikel 15, lid 2, artikel 16, lid 5, artikel 20, lid 11, en artikel 29, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.