Einde inhoudsopgave
Wet kinderopvang
Artikel 1.57c
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
31-05-2017, Stb. 2017, 252 (uitgifte: 19-06-2017, kamerstukken: 34596)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2017, Stb. 2017, 309 (uitgifte: 17-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid re-integratie / Algemeen
1.
De houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau is aangesloten bij een door de Minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van geschillen:
- a.
tussen de houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau en een ouder over een onderwerp als bedoeld in artikel 1.57b, eerste lid;
- b.
tussen de houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau en de oudercommissie over de toepassing en uitvoering van artikel 1.60 door de houder.
2.
De houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau brengt de mogelijkheid om geschillen aan de geschillencommissie voor te leggen op passende wijze onder de aandacht van de ouders.
3.
De geschillencommissie, bedoeld in het eerste lid, informeert het college dat een houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau is aangesloten of niet meer is aangesloten bij de geschillencommissie. Het college verwerkt de gegevens, bedoeld in de eerste zin, in het landelijk register kinderopvang.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de voor de houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau en de ouder en de oudercommissie verbonden verplichtingen aan de geschillenbeslechting.
5.
Bij beschikking van Onze Minister kan een financiële vergoeding worden verstrekt aan de geschillencommissie, bedoeld in het eerste lid.