Einde inhoudsopgave
Wet kinderopvang
Artikel 1.54a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
26-06-2013, Stb. 2013, 253 (uitgifte: 28-06-2013, kamerstukken: 33538)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, Stb. 2013, 254 (uitgifte: 28-06-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid re-integratie / Algemeen
1.
De houder van een gastouderbureau informeert de ouders van de kinderen die gebruik maken van gastouderopvang die door zijn tussenkomst plaats vindt en een ieder die daarom verzoekt over het te voeren beleid als bedoeld in deze paragraaf.
2.
De houder van een gastouderbureau informeert over een inspectierapport als bedoeld in artikel 1.63, eerste lid, inzake zijn gastouderbureau of inzake een bij dat gastouderbureau aangesloten voorziening voor gastouderopvang:
- a.
de ouders van de kinderen die door zijn tussenkomst gebruik maken van een voorziening voor gastouderopvang,
- b.
de personen werkzaam bij een onderneming waarmee de houder een gastouderbureau exploiteert, en
- c.
de gastouders die gastouderopvang aanbieden door zijn tussenkomst.
3.
Het informeren als bedoeld in het tweede lid vindt plaats doordat de houder het inspectierapport zo spoedig mogelijk na ontvangst op zijn website plaatst zodanig dat het rapport voor de ouders, de personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het gastouderbureau exploiteert en de gastouders gemakkelijk vindbaar is, dan wel indien de houder geen eigen website heeft, ter inzage legt op een voor de ouders, de personen werkzaam bij de onderneming en de gastouders toegankelijke plaats.
4.
Bij regeling van Onze Minister kunnen ten behoeve van een goede uitvoering van dit hoofdstuk regels worden gesteld met betrekking tot de informatie die de houder van een gastouderbureau verplicht is beschikbaar te stellen aan een ouder.