NJ 2013/530
Klachtprocedure als bedoeld in art. 13a RO. De HR acht de aan het gerechtsbestuur verweten gedraging onbehoorlijk.
HR 06-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3450, m.nt. E.A. Alkema
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 maart 2013
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.C. van Oven, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/01029 (NO 11/36)
- Conclusie
P-G mr. J.W. Fokkens
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
BZ3450
- JCDI
JCDI:ADS127720:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Klachtbehandeling
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ3450, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑03‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ3450, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑12‑2012
- Wetingang
Essentie
In een vonnis gaat de rechtbank in op de media-aandacht voor de strafzaak van klaagster. Dat leidt tot een klachtprocedure bij de Raad voor de Journalistiek (RvdJ). In dat kader heeft de secretaris van de RvdJ zich tot de rechtbank gewend om uitleg over de overwegingen in het vonnis. De griffier heeft namens het Bestuur daarop per mail geantwoord.
1. HR acht klacht aangaande gedragingen van een gerechtsbestuur, bij gebreke van externe klachtmogelijkheid, ontvankelijk.
2. Klaagster had een alleszins redelijk belang erbij dat het Bestuur zich niet zou mengen in tussen journalisten gerezen geschillen over de interpretatie van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.