Prg. 2019/135
De klachttermijn in art. 7:23 lid 1 BW gaat bij consumentenkoop pas lopen bij ontdekking van de non-conformiteit en niet al indien de koper deze vanwege klachten redelijkerwijs had behoren te ontdekken. Klager moet ruimte hebben om eerst onderzoek te doen.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 februari 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
18/00724
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Noot
mr. P.J.M. Ros
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS57499:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:228, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1499, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑03‑2018
- Wetingang
Art. 6:89, 7:5, 7:17, 7:23 BW; Richtlijn 1999/44/EG
Essentie
Consumentenrecht. Had consument-koper dressuurpaard al gelijk bij verkoper moeten klagen toen paard twee maanden na koop eerste klachten vertoonde?
Nee. Klachttermijn gaat bij consumentenkoop pas lopen op moment dat koper non-conformiteit ontdekt en niet al indien koper deze redelijkerwijs had behoren te ontdekken
Samenvatting
De consument-kopers van een dressuurpaard hebben gevorderd de verkoper te veroordelen tot terugbetaling van de koopsom van € 10.000. Het paard heeft volgens de kopers een gebrek, een fragment in de hals, en zij stellen dat ze het paard niet hadden gekocht als ze het gebrek hadden gekend. De kopers hebben volgens het hof pas ...