NJB 2021/987:Kansschade. Hypothetische gedrag van de benadeelde. Vervolg op HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2741 en HR 18 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1607. Een benadeelde spreekt een bank aan wegens schending van haar zorgplicht. Het hof schat de kans dat, indien de bank aan haar zorgplicht had voldaan, de benadeelde niet anders zou hebben gehandeld, op 75% en oordeelt dat de bank 25% van de schade voor haar rekening moet nemen. Hoge Raad: Het is mogelijk kansschade vast te stellen in een geval waarin van het gedrag van de benadeelde partij afhankelijk was geweest of de kans op een beter resultaat zich zou hebben verwezenlijkt in de hypothetische situatie waarin de aansprakelijke partij haar die kans niet zou hebben onthouden

NJB 2021/987

Kansschade. Hypothetische gedrag van de benadeelde. Vervolg op HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2741 en HR 18 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1607. Een benadeelde spreekt een bank aan wegens schending van haar zorgplicht. Het hof schat de kans dat, indien de bank aan haar zorgplicht had voldaan, de benadeelde niet anders zou hebben gehandeld, op 75% en oordeelt dat de bank 25% van de schade voor haar rekening moet nemen. Hoge Raad: Het is mogelijk kansschade vast te stellen in een geval waarin van het gedrag van de benadeelde partij afhankelijk was geweest of de kans op een beter resultaat zich zou hebben verwezenlijkt in de hypothetische situatie waarin de aansprakelijke partij haar die kans niet zou hebben onthouden

Documentgegevens:

HR 26-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:461

Instantie: Hoge Raad
Datum: 26 maart 2021
Magistraten: Mrs. G. de Groot, M.V. Polak, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide
Zaaknummer: 18/05509
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2021:461, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:795, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑09‑2020
ECLI:NL:HR:2019:1607, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:637, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑12‑2018
Wetingang: (art. 6:98 BW)

Essentie

Kansschade. Hypothetische gedrag van de benadeelde. Vervolg op HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2741 en HR 18 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1607. Een benadeelde spreekt een bank aan wegens schending van haar zorgplicht. Het hof schat de kans dat, indien de bank aan haar zorgplicht had voldaan, de benadeelde niet anders zou hebben gehandeld, op 75% en oordeelt dat de bank 25% van de schade voor haar rekening moet nemen. Hoge Raad: Het is mogelijk kansschade vast te stellen in een geval waarin van het gedrag van de benadeelde partij afhankelijk was geweest of de kans op een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.