Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965
Artikel 3a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
06-10-2014, Stb. 2014, 348 (uitgifte: 14-10-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-10-2014, Stb. 2014, 348 (uitgifte: 14-10-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Inhoudingsplichtige
Ingeval degene die ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan periodieke uitkeringen ingevolge de Participatiewet verstrekt, bij het vaststellen van de hoogte van die uitkeringen rekening houdt met een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende uitkering of verstrekking in de zin van artikel 3.101, eerste lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001, niet zijnde een termijn van lijfrente, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel a, wordt deze geacht die uit het familierecht voortvloeiende uitkering of verstrekking als loon in geld ingevolge de Participatiewet te verstrekken.