Einde inhoudsopgave
Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 27 Erkende beroepskwalificaties
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2020
- Bronpublicatie:
24-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De gevolgen van de erkenning, voor het eind van overgangsperiode, van beroepskwalificaties als gedefinieerd in Artikel 3, lid 1, onder b), van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (1), van burgers van de Unie of onderdanen van het Verenigd Koninkrijk, en hun familieleden, door hun gastland of land van beroepsactiviteit, blijven in het betreffende land gehandhaafd, met inbegrip van het recht hun beroepsactiviteit uit te oefenen onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van dat land, mits de erkenning plaatsvond overeenkomstig een van de volgende bepalingen:
- a)
titel III van Richtlijn 2005/36/EG met betrekking tot de erkenning van beroepskwalificaties in het kader van de uitoefening van de vrijheid van vestiging, ongeacht of deze erkenning viel onder het algemene stelsel van erkenning van opleidingstitels, het stelsel van erkenning van beroepservaring of het stelsel van erkenning op basis van de coördinatie van de minimumopleidingseisen;
- b)
Artikel 10, leden 1 en 3, van Richtlijn 98/5/EG, van het Europees Parlement en de Raad (2) met betrekking tot het verkrijgen van toegang tot het beroep van advocaat in het gastland of het land van beroepsactiviteit;
- c)
Artikel 14, van Richtlijn 2006/43/EG, van het Europees Parlement en de Raad (3) met betrekking tot de toelating van wettelijke auditors uit andere lidstaten;
- d)
Richtlijn 74/556/EEG van de Raad (4) wat betreft de aanvaarding van bewijs van de kennis en bekwaamheid die nodig zijn voor de toegang tot en de verrichting van werkzaamheden door anders dan in loondienst werkzame personen of door tussenpersonen, die zich bezighouden met de handel in en de distributie van giftige producten of met werkzaamheden die het beroepsmatig gebruik van giftige producten meebrengen.
2.
De erkenning van beroepskwalificaties voor de toepassing van lid 1, onder a), van dit Artikel omvat:
- a)
de erkenning van beroepskwalificaties ten aanzien waarvan Artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2005/36/EG is toegepast;
- b)
besluiten waarbij overeenkomstig Artikel 4 septies van Richtlijn 2005/36/EG gedeeltelijke toegang tot een beroepsactiviteit wordt verleend;
- c)
de uit hoofde van Artikel 4 quinquies van Richtlijn 2005/36/EG verleende erkenning van beroepskwalificaties met het oog op vestiging.
Voetnoten
Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22).
Richtlijn 98/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven (PB L 77 van 14.3.1998, blz. 36).
Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PB L 157 van 9.6.2006, blz. 87).
Richtlijn 74/556/EEG van de Raad van 4 juni 1974 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de werkzaamheden welke ressorteren onder de handel in en de distributie van giftige producten en de werkzaamheden die het beroepsmatig gebruik van die producten meebrengen met inbegrip van de werkzaamheden van tussenpersonen (PB L 307 van 18.11.1974, blz. 1).