Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/1205
Uitlevering aan Servië. HR omschrijft alsnog de feiten waarvoor de uitlevering kan worden toegestaan.
HR 15-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2596
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 november 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/02061
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2596, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1137, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2016
Essentie
Uitlevering aan Servië. HR omschrijft alsnog de feiten waarvoor de uitlevering kan worden toegestaan.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 7 april 2016, nummer UTL-I-2016008403, op een verzoek van de Republiek Servië tot uitlevering van: [de opgeëiste persoon]. Adv.: mr. M.P. Hilhorst, te Utrecht.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1.
Bij beslissing van 7 april 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam de uitlevering van [de opgeëiste persoon] aan de Republiek Servië toelaatbaar verklaard ter fine van strafvervolging ter zake van de feiten “omschreven in het uitleveringsverzoek”. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.