Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/1181
Berekening goodwillvergoeding bij beëindiging samenwerkingsverband. Voldoende onderbouwing van betwisting van de berekening van de wederpartij?
HR 18-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2639
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 november 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/02772
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2639, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:868, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑09‑2016
Essentie
Berekening goodwillvergoeding bij beëindiging samenwerkingsverband. Voldoende onderbouwing van betwisting van de berekening van de wederpartij?
Partij(en)
- 1.
[eiseres 1],
- 2.
[eiser 2],
eisers tot cassatie, adv.: mr. M.E. Bruning,
tegen
- 1.
[verweerster 1],
- 2.
[verweerder 2],
verweerders in cassatie, adv.: mr. J.H. van Gelderen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. L.A.D. Keus:
1. Feiten en procesverloop
1.1
In cassatie kan van de navolgende feiten worden uitgegaan1.:
a)
In juli 2005 zijn [verweerders] een zogeheten partnerovereenkomst2. aangegaan met de maatschap. In die overeenkomst is [B], later [verweerster 1] (verweerster in cassatie sub 1), aangeduid als “partner 1” ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.