Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/1139
Faillissement; verificatie vordering die reeds in geding aan rechter is voorgelegd of waarop door rechter reeds onherroepelijk is beslist; schorsing geding?; verwijzing nodig?; bevoegdheden andere schuldeisers.
HR 23-09-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8092
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 september 2011
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
11/00564
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BQ8092
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ8092, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑09‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ8092, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑06‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑01‑2011
- Wetingang
Essentie
Faillissement; verificatie vordering die reeds in geding aan rechter is voorgelegd of waarop door rechter reeds onherroepelijk is beslist; schorsing geding?; verwijzing nodig?; bevoegdheden andere schuldeisers.
De regel van art. 26Fw dat vorderingen die voldoening van een verbintenis uit de boedel ten doel hebben gedurende het faillissement op geen andere wijze kunnen worden ingesteld dan door aanmelding ter verificatie, geldt ook als de vordering ten tijde van de faillietverklaring al in een geding aan de rechter is voorgelegd. Het geding wordt dan, behoudens de uitzondering bedoeld in art. 30 lid 1 Fw, geschorst, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.