Regeling mechanische middelen in penitentiaire inrichtingen
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 31-05-2001
- Bronpublicatie:
26-06-2000, Stcrt. 2001, 101 (uitgifte: 29-05-2001, regelingnummer: 5034475/00/DJI)
- Inwerkingtreding
31-05-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2000, Stcrt. 2001, 101 (uitgifte: 29-05-2001, regelingnummer: 5034475/00/DJI)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Algemeen
1.
De gedetineerde ontvangt regelmatig eten en drinken.
2.
De gedetineerde wordt zo mogelijk in de gelegenheid gesteld zelf eten en drinken tot zich te nemen. Indien hij daartoe niet in staat moet worden geacht, is de ambtenaar of medewerker die is belast met de verzorging van de gedetineerde hem hierbij behulpzaam.
3.
De gedetineerde wordt in de gelegenheid gesteld zich tenminste een maal per dag, en zoveel vaker als nodig is, te wassen en van schone kleding te voorzien. Indien de gedetineerde door de bevestiging van mechanische middelen niet in staat is om zichzelf te wassen en van schone kleding te voorzien, is de ambtenaar of medewerker die is belast met de verzorging van de gedetineerde hem hierbij behulpzaam.
4.
Indien de gedetineerde door de bevestiging van mechanische middelen niet in staat is om op het toilet te urineren of zichzelf te ontlasten, wordt hij voorzien van een urinaal of ondersteek. De ambtenaar of medewerker die belast is met de verzorging van de gedetineerde is hem zonodig behulpzaam bij het gebruik van de urinaal of ondersteek.