Regeling mechanische middelen in penitentiaire inrichtingen
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 31-05-2001
- Bronpublicatie:
26-06-2000, Stcrt. 2001, 101 (uitgifte: 29-05-2001, regelingnummer: 5034475/00/DJI)
- Inwerkingtreding
31-05-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2000, Stcrt. 2001, 101 (uitgifte: 29-05-2001, regelingnummer: 5034475/00/DJI)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Algemeen
1.
De toepassing van mechanische middelen beperkt de gedetineerde niet verder in zijn vrijheid dan voor de afwending van het van de gedetineerde uitgaande ernstig gevaar voor diens gezondheid of veiligheid of die van anderen noodzakelijk is.
2.
Bij de keuze voor de toepassing van bepaalde mechanische middelen wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de gedetineerde wordt belemmerd in de zelfstandige uitoefening van de lichaamsfuncties eten, drinken, urineren en ontlasten.