Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2011/61/EU beheerders alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010
Artikel 61 Overgangsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 15-04-2024
- Bronpublicatie:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/927 (uitgifte: 26-03-2024, regelingnummer: 2024/927)
- Inwerkingtreding
15-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/927 (uitgifte: 26-03-2024, regelingnummer: 2024/927)
- Overige regelgevende instantie(s)
Europese Unie
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Abi-beheerders die activiteiten overeenkomstig deze richtlijn verrichten vóór 22 juli 2013, nemen alle nodige maatregelen om aan de uit deze richtlijn voortvloeiende nationale wetgeving te voldoen en dienen binnen een jaar na deze datum een vergunningsaanvraag in.
2.
De artikelen 31, 32 en 33 zijn tot 22 juli 2013 niet van toepassing op de verhandeling van rechten van deelneming of aandelen in abi's waarvoor een lopend aanbod aan het publiek geldt in het kader van een prospectus dat overeenkomstig Richtlijn 2003/71/EG is opgesteld en gepubliceerd, voor de geldigheidsduur van dit prospectus.
3.
Abi-beheerders die abi's van het closed-end-type beheren vóór 22 juli 2013 en die na 22 juli 2013 geen bijkomende beleggingen doen, mogen deze abi's evenwel voort blijven beheren zonder vergunning overeenkomstig deze richtlijn.
4.
Abi-beheerders die abi's van het closed-end-type beheren waarvan de inschrijvingsperiode voor beleggers is gesloten vóór de inwerkingtreding van de richtlijn en die zijn opgericht voor een periode die uiterlijk drie jaar na 22 juli 2013 afloopt, mogen deze abi's evenwel voort blijven beheren zonder aan deze richtlijn te hoeven voldoen, met uitzondering van artikel 22 en, indien van toepassing, de artikelen 26 tot en met 30, of een vergunningsaanvraag overeenkomstig deze richtlijn te hoeven indienen.
5.
Vervallen.
6.
Beheerders van leninginitiërende abi's die zijn opgericht vóór 15 april 2024 worden geacht aan artikel 15, leden 4 bis tot en met 4 quinquies, en artikel 16, lid 2 bis, te voldoen tot 16 april 2029.
Tot 16 april 2029 mogen abi-beheerders die dergelijke abi's beheren, indien de notionele waarde van de leningen die door een abi aan een enkele kredietnemer worden geïnitieerd, of de hefboomfinanciering van een abi, boven de in respectievelijk artikel 15, leden 4 bis en 4 ter, bedoelde limieten ligt, die waarde of die hefboomfinanciering niet verhogen. Indien de notionele waarde van de leningen die door een abi aan een enkele kredietnemer worden geïnitieerd, of de hefboomfinanciering van een abi, lager is dan de in artikel 15, leden 4 bis en 4 ter, bedoelde limieten, verhogen de beheerders van deze abi's die waarde of die hefboomfinanciering niet tot boven die limieten.
Beheerders van leninginitiërende abi's die zijn opgericht vóór 15 april 2024 en die geen extra kapitaal aantrekken na 15 april 2024 worden geacht met betrekking tot die abi's te voldoen aan artikel 15, leden 4 bis tot en met 4 quinquies, en artikel 16, lid 2 bis.
Niettegenstaande de eerste, tweede en derde alinea van dit lid kan een beheerder van leninginitiërende abi's die zijn opgericht vóór 15 april 2024 ervoor kiezen om te worden onderworpen aan artikel 15, leden 4 bis tot en met 4 quinquies, en artikel 16, lid 2 bis, op voorwaarde dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder daarvan in kennis worden gesteld.