Einde inhoudsopgave
Rijksoctrooiwet 1995
Artikel 29 [Datum van indiening]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2010
- Bronpublicatie:
17-11-2005, Stb. 2006, 22 (uitgifte: 17-01-2006, kamerstukken: 29874)
- Inwerkingtreding
01-04-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-10-2009, Stb. 2009, 428 (uitgifte: 27-10-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
1.
Als datum van indiening van de aanvrage geldt die, waarop zijn overgelegd:
- a.
een expliciete of impliciete aanduiding dat de gegevens en bescheiden als een aanvraag zijn bedoeld,
- b.
gegevens waarmee de identiteit van de aanvrager kan worden vastgesteld of die het bureau in staat stellen in contact te treden met de aanvrager en
- c.
gegevens die op het eerste gezicht een beschrijving van de uitvinding lijken te zijn, ongeacht de taal waarin de beschrijving is opgesteld.
2.
Het bureau vermeldt de in het eerste lid bedoelde datum alsmede een nummer op de aanvrage en maakt deze zo spoedig mogelijk aan de aanvrager bekend.
3.
Indien het bureau van oordeel is, dat de overgelegde gegevens en bescheiden niet voldoen aan het in het eerste lid bepaalde, stelt het bureau de aanvrager hiervan zo spoedig mogelijk in kennis en biedt het de aanvrager de gelegenheid binnen een bij algemene maatregel van rijksbestuur te stellen termijn de aanvraag aan te vullen.
4.
Wanneer een ontbrekend deel van de beschrijving wordt ingediend bij het bureau binnen de krachtens het derde lid gestelde termijn, wordt dat deel van de beschrijving gevoegd bij de aanvraag en is de datum van indiening de datum waarop het bureau dat deel van de beschrijving heeft ontvangen of de datum waarop aan de in het eerste lid genoemde eisen is voldaan, indien deze datum later is dan de datum waarop het bureau het ontbrekende deel van de aanvraag heeft ontvangen.
5.
Indien na het verstrijken van de in het derde lid bedoelde termijn de overgelegde bescheiden niet voldoen aan het in het eerste lid bepaalde, weigert het bureau tot vermelding van de in het eerste lid bedoelde datum over te gaan. Het maakt zijn beschikking zo spoedig mogelijk aan de aanvrager bekend.
6.
Met een verwijzing naar een eerder ingediende aanvraag wordt voldaan aan het bepaalde in het eerste lid, onderdeel c. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden nadere regels gesteld over het verwijzen naar een eerder ingediende aanvraag.