V-N 2014/2.13
Prejudiciële vragen HvJ EU over teruggaaf dividendbelasting aan particuliere Belgische aandeelhouder
HR 20-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:1779, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 december 2013
- Magistraten
Overgaauw, Lourens, Bavinck, Fierstra, Van Kalmthout
- Zaaknummer
12/02502
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BZ0176
- JCDI
JCDI:ADS915845:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:362, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2555, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑12‑2015
ECLI:NL:HR:2013:1779, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ0176, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑02‑2013
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het stelsel van de Nederlandse IB, bij een vergelijking van de effectieve Nederlandse belastingdruk op dividenden genoten door respectievelijk een niet-ingezetene en een ingezetene, tot vragen leidt. Deze vragen vormen voor de Hoge Raad aanleiding om prejudiciële vragen aan het HvJ EU te stellen.
Samenvatting
X woont in 2007 in België en houdt aandelen in in Nederland genoteerde beursfondsen. De gemiddelde waarde van de aandelen bedraagt in 2007 € 169.146. X ontvangt in 2007 dividend, waarop € 729 aan dividendbelasting is ingehouden. In zijn IB-aangifte over 2007 opteert X niet voor de behandeling als binnenlands ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.