FED 2018/80
Een verzoek om uitreiking van een btw-factuur is geen bijkomende rechtelijke beslissing
HR 23-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:412, m.nt. E. Thomas
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 maart 2018
- Magistraten
Punt, Fierstra, Groeneveld, Wortel en Beukers-Van Dooren
- Zaaknummer
17/03850
- Noot
E. Thomas
- JCDI
JCDI:ADS274099:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Procesorde
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑03‑2018
ECLI:NL:HR:2018:412, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑03‑2018
- Wetingang
Art. 34c e.v. Wet OB 1968
Essentie
Een verzoek om uitreiking van een btw-factuur is geen bijkomende rechtelijke beslissing
Samenvatting
Belanghebbende heeft in bezwaar verzocht om inzake de aan haar opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting een btw-factuur in de zin van art. 34c e.v. Wet OB 1968 uit te reiken.
In bezwaar en voor de rechtbank is dit verzoek afgewezen. In hoger beroep oordeelt Hof Den Haag dat het verzoek om uitreiking van een btw-factuur geen bijkomende rechtelijke beslissing in de zin van de Algemene wet bestuursrecht is. Aangezien het verzoek om uitreiking van een btw-factuur belanghebbende niet in een betere positie kan brengen, verklaart ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.