Prg. 2015/79
De matigingsbevoegdheid ex art. 7:625 BW biedt onvoldoende mogelijkheid om een onredelijke cumulatie van de wettelijke verhoging met de wettelijke rente te voorkomen. Wel biedt de Hoge Raad andere handvatten om onredelijke cumulatie te voorkomen.
HR 13-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:304
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 februari 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numan, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G de Groot
- Zaaknummer
14/00721
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:304, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2199, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑01‑2014
- Wetingang
Art. 6:119, 7:625 BW
Essentie
Arbeidsovereenkomstenrecht. Procesrecht. Kan wettelijke rente over maximale wettelijke verhoging (art. 7:625 BW) worden gevorderd?
Ja. Wettelijke verhoging kan worden gecombineerd met een vergoeding van wettelijke rente. Geen matigingsbevoegdheid rechter, maar nog wel voldoende handvatten om onredelijke cumulatie te voorkomen.
Samenvatting
Werknemer vordert wettelijke rente over de bij vonnis toegekende maximale wettelijke verhoging. De kantonrechter wijst het verzoek af. Volgens het hof is wettelijke rente over de wettelijke verhoging onverenigbaar met de bevoegdheid van de rechter tot matiging van de verhoging ex art. 7:625 BW. Die bevoegdheid heeft mede strekking te voorkomen dat een onredelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.