NJF 2016/183
Prejudiciële vraag. Ongerechtvaardigde verrijking. Is opdrachtgever ten nadele van failliete aannemer ongerechtvaardigd verrijkt, als curator geen nakoming kan vorderen van ten dele verricht meerwerk?
Hof 's-Hertogenbosch 16-02-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:458
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
16 februari 2016
- Magistraten
Mrs. P.M. Arnoldus-Smit, E.K. Veldhuijzen van Zanten, J. van der Steenhoven
- Zaaknummer
200.116.491/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2019:972, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 12‑03‑2019
ECLI:NL:GHSHE:2018:714, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 20‑02‑2018
ECLI:NL:GHSHE:2016:458, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 16‑02‑2016
- Wetingang
Art. 392 Rv; art. 37 Fw; art. 6:248 BW
Essentie
Prejudiciële vraag. Ongerechtvaardigde verrijking. Is opdrachtgever ten nadele van failliete aannemer ongerechtvaardigd verrijkt, als curator geen nakoming kan vorderen van ten dele verricht meerwerk?
Samenvatting
Vervolg op NJF 2015/280. Het hof formuleert de volgende prejudiciële vragen aan de Hoge Raad: Indien: (i) een aannemer vóór de datum van zijn faillissement een deel van de op grond van een koop-/aannemingsovereenkomst met een consument overeengekomen (meerwerk) werkzaamheden heeft verricht, (ii) de consument hiervoor slechts gedeeltelijk heeft betaald, (iii) vervolgens de curator, nadat hem overeenkomstig art. 37 Fw door de consument een redelijke termijn daartoe is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.