De raadsman heeft de zittingen op 24 januari en 8 en 10 februari 2022 via een videoverbinding bijgewoond. Die dagen was [verdachte] met kennisgeving via zijn raadsman niet aanwezig. Op 13 mei 2022 en 9 december 2022 was [verdachte] met kennisgeving via zijn raadsman eveneens niet aanwezig.
Rb. Amsterdam, 23-12-2022, nr. 13/299870-20 (Promis)
ECLI:NL:RBAMS:2022:7866
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
23-12-2022
- Zaaknummer
13/299870-20 (Promis)
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2022:7866, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 23‑12‑2022; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 23‑12‑2022
Inhoudsindicatie
De rechtbank wijst vonnis in 11 zaken in de mega Cherokee die ziet op de verdenking van deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk de grootschalige handel in cocaïne en gewoontewitwassen, waarbij ook vele afzonderlijke drugstransporten en witwasfeiten ten laste zijn gelegd. De rechtbank neemt tevens beslissingen over de rechtmatigheid van het gebruik van Sky ECC berichten als bewijs. De rechtbank komt tot het bewijs van het bestaan van die organisatie, die op professionele wijze opereerde en waarbij stelselmatig gebruik werd gemaakt van een op het oog legaal autoverhuurbedrijf. Ook werd een transportbedrijf veelvuldig ingezet en werd er gebruik gemaakt van een corrupte havenmedewerker. De rechtbank legt gevangenisstraffen op, variërend van 18 maanden tot 12 jaar en daarnaast een geldboete aan het autoverhuurbedrijf.
Partij(en)
RECHTBANK AMSTERDAM
VONNIS
Parketnummer: 13/299870-20 (Promis)
Datum uitspraak: 23 december 2022
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres] , [woonplaats] .
Inhoudsopgave
1. Het onderzoek ter terechtzitting 2
2. Tenlastelegging 2
3. Algemene inleiding 3
4. Voorvragen 4
4.1. Geldigheid van de dagvaarding 4
4.2. Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie 4
5. Overwegingen ten aanzien van het gebruik van Sky ECC berichten 4
5.1. De rechtmatigheid van de verkrijging en het gebruik van Sky ECC berichten als bewijs 5
5.1.1. Inleiding 5
5.1.2. De feitelijke gang van zaken rondom de Sky ECC hack 5
5.1.3. Zijn de interceptie en de verkrijging van de Sky ECC data rechtmatig? 10
5.1.4. Heeft het bewaren en het gebruik van Sky ECC data in Nederland rechtmatig plaatsgevonden? 14
5.1.5. Conclusie met betrekking tot rechtmatigheid van de bewijsgaring 18
5.1.6. Informatievoorziening door het Openbaar Ministerie 18
5.1.7. Conclusie met betrekking tot de voorvragen 19
6. Waardering van het bewijs 19
6.2. Het standpunt van het Openbaar Ministerie 20
6.3. Het standpunt van de verdediging 20
6.4. Het oordeel van de rechtbank 21
6.4.1. Sky ECC 21
6.4.2. Handel in verdovende middelen (feit 2) 26
6.4.2.1. Zaaksdossiers Liza 27
Liza 2: 8 juni 2020 (eerste gedachtestreepje) 28
6.4.2.2. Zaaksdossier Movano 30
6.4.2.3. Zaaksdossier Navajos 37
6.4.2.4. Zaaksdossier Breeweg 41
6.4.3. Criminele organisatie (feit 1) 47
7. Bewezenverklaring 54
8. De strafbaarheid van de feiten 55
9. De strafbaarheid van verdachte 55
10. Motivering van de straf 55
10.1. De eis van de officier van justitie 55
10.2. Het standpunt van de verdediging 55
10.3. Het oordeel van de rechtbank 56
11. Beslag 57
11.1. Teruggave aan verdachte 57
12. Toepasselijke wettelijke voorschriften 57
13. Beslissing 58
Bijlage – Tenlastelegging [verdachte] 60
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 januari 2022, 20 januari 2022, 24 januari 2022, 1 februari 2022, 4 februari 2022, 8 februari 2022, 10 februari 2022, 14 februari 2022, 13 mei 2022 en 9 december 2022. Het onderzoek is op laatstgenoemde zittingsdag gesloten.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie mrs. E.B Smit en M. van Oosten van wat verdachte en zijn raadsman, mr. L.A.R. Newoor naar voren hebben gebracht.
2. Tenlastelegging
Verdachte wordt kort gezegd beschuldigd van:
1. deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk het plegen van misdrijven, te weten handel in verdovende middelen (lijst I) en (gewoonte)witwassen in de periode van 1 juli 2019 tot en met 23 november 2020
en/of
deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk de handel in verdovende middelen (lijst I) in de periode van 1 juli 2019 tot en met 23 november 2020;
2. medeplegen van handel in verdovende middelen (lijst I), te weten cocaïne, in de periode van 8 juni 2020 tot en met 23 november 2020;
De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis is gehecht en maakt deel uit van dit vonnis.
3. Algemene inleiding 2.
Het onderzoek Cherokee is op 16 april 2020 gestart naar aanleiding van het vermoeden dat twee mannen uit Amsterdam Zuid-Oost, [naam 1] en [naam 2] , zich in Antwerpen schuldig maakten aan de import van cocaïne. Hierbij werd gebruik gemaakt van een Audi A3 ( [kenteken] )3.van [medeverdachte 1] , het autoverhuurbedrijf van [medeverdachte 2] .4.Doordat er plaatsbepalingsapparatuur in dit voertuig was geplaatst, kon worden vastgesteld dat er herhaaldelijk verschillende locaties in Antwerpen werden aangedaan, waaronder een loods gevestigd aan de [adres loods] .5.Door de Belgische autoriteiten werd op 22 april 2020 in deze loods 4.200 kilo cocaïne onderschept (zaaksdossier Burro). Een aantal personen, waaronder [naam 1] en [naam 2] , werd hierbij op heterdaad aangehouden en is hiervoor in België strafrechtelijk vervolgd. Het onderzoek Cherokee is gericht op personen in Nederland die vermoedelijk betrokken waren bij de import van deze partij cocaïne. Tijdens het onderzoek rees het vermoeden dat een crimineel samenwerkingsverband (hierna: ‘CSV’) actief was waarvan de deelnemers betrokken waren bij de (grootschalige) import van partijen cocaïne en bij witwassen. Uit het onderzoek, waarin ook gegevens uit andere onderzoeken werden gevoegd, kwam een beeld naar voren van een samenwerkingsverband waarbinnen de verschillende betrokkenen ieder hun eigen rol hadden. Zo werden er onder meer opdrachtgevers, coördinatoren, koeriers, bewakers, uithalers en een bewaarder van geld onderscheiden. Het vermoeden is dat er door dit samenwerkingsverband in totaal meer dan 6.000 kilo cocaïne is ingevoerd en miljoenen euro’s zijn witgewassen.
Het onderzoek Cherokee bestaat uit een veelvoud aan zaaksdossiers: Burro, Breeweg, Finland, Navajos, Movano, Liza, Marilion, 15-16 september, Witwassen, Omkoping, Extern en Vormen CSV. Een deel van de vermoedelijke deelnemers aan de organisatie staat tegelijkertijd terecht in dit strafproces: [medeverdachte 3] (hierna: ‘ [medeverdachte 3] ’), [medeverdachte 2] (hierna: ‘ [medeverdachte 2] ’), [medeverdachte 4] (hierna: ‘ [medeverdachte 4] ’), [medeverdachte 5] (hierna: ‘ [medeverdachte 5] ’), [medeverdachte 6] (hierna: ‘ [medeverdachte 6] ’), [medeverdachte 7] (hierna: ‘ [medeverdachte 7] ’), [medeverdachte 8] (hierna: ‘ [medeverdachte 8] ’), [medeverdachte 9] (hierna: ‘ [medeverdachte 9] ’), [verdachte] (hierna: ‘ [verdachte] ’), [medeverdachte 10] (hierna: ‘ [medeverdachte 10] ’) en de rechtspersoon [medeverdachte 1] (hierna: ‘ [medeverdachte 1] ’).
4. Voorvragen
4.1.
Geldigheid van de dagvaarding
De rechtbank is van oordeel dat de tenlastelegging ten aanzien van de woorden “onder meer”, die in verschillende tenlastegelegde feiten worden gebruikt, partieel nietig is. In de tenlastelegging staan opsommingen van (rechts)personen die ervan worden verdacht te hebben deelgenomen aan het crimineel samenwerkingsverband en ook diverse partijen cocaïne en geldbedragen zijn in de tenlastelegging gespecificeerd. De verdenking is in zoverre helder. Voor zover het de woorden “onder meer” betreft is dat niet het geval. De tenlastelegging bevat op dit punt geen enkele inkadering of beperking en daarmee is onvoldoende duidelijk wat door het opnemen daarvan onder het bereik van de tenlastelegging wordt gebracht. Mede gelet op de omvang van het dossier, is, ten aanzien van de bewoordingen “onder meer”, onvoldoende kenbaar waartegen [verdachte] zich moet verdedigen. De dagvaarding zal in zoverre nietig worden verklaard.
Voor het overige voldoet de dagvaarding aan de vereisten van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). De dagvaarding is voor het overige geldig.
4.2.
Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
Een deel van de raadslieden van de verdachten in het onderzoek Cherokee heeft betoogd dat het Openbaar Ministerie (hierna: OM) niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van hun cliënt(en). De verweren die de verdediging in die gevallen heeft aangevoerd zien op de verkrijging en het gebruik van de aan het dossier toegevoegde Sky ECC berichten en de wijze waarop het OM de verdediging en de rechtbank hieromtrent van informatie heeft voorzien. De rechtbank bespreekt deze verweren omwille van de leesbaarheid van dit vonnis in rubriek 5.1.
Voordat de rechtbank (hierna in rubriek 5.1.7) haar beslissingen op deze verzoeken en verweren geeft, geeft de rechtbank een uiteenzetting van wat thans bekend is over de wijze waarop het OM de Sky ECC berichten in het onderzoek Cherokee heeft verkregen en het daaruit voortvloeiende juridisch kader waarin de verzoeken van de verdediging worden geplaatst en beoordeeld.
5. Overwegingen ten aanzien van het gebruik van Sky ECC berichten
5.1.
De rechtmatigheid van de verkrijging en het gebruik van Sky ECC berichten als bewijs
5.1.1.
Inleiding
In het onderzoek Cherokee hebben de raadslieden van de verdachten, met uitzondering van [medeverdachte 8] , verweren gevoerd die zien op de interceptie, de verkrijging en het gebruik van de aan het dossier toegevoegde Sky ECC berichten en de wijze waarop het OM de verdediging en de rechtbank hieromtrent van informatie heeft voorzien. Enkele raadslieden hebben geen zelfstandig verweer gevoerd, maar zich uit praktische overweging aangesloten. In de zaak van verdachte [medeverdachte 3] is in het geheel geen verweer gevoerd.
De rechtbank zal in elke zaak, behalve in de zaken van [medeverdachte 8] en [medeverdachte 3] , de verweren zoveel mogelijk gebundeld bespreken, dit omdat de verweren met elkaar samenhangen en om de leesbaarheid van elk vonnis te bevorderen. Dit brengt met zich mee dat in dit deel van het vonnis mogelijk verweren worden besproken die niet namens verdachte zijn gevoerd. Daar waar in dit deel van het vonnis “verdediging” staat, heeft dat dus niet in alle gevallen betrekking op de verdediging van verdachte.
Door de verdediging is primair om aanhouding gevraagd in afwachting van de beantwoording van prejudiciële vragen van de Hoge Raad van de rechtbank Noord-Nederland in het onderzoek Shifter. Tevens is om aanhouding gevraagd teneinde prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie in verband met het Unierecht. Door de verdediging is voorts om aanhouding gevraagd en om onderzoekswensen toe te wijzen die – samengevat – neerkomen op het voegen van processtukken uit andere Nederlanse strafzaken, het voegen van processtukken uit het Franse onderzoek bij het bedrijf Sky ECC, het voegen van de JIT-overeenkomst (JIT: Joint Investigation Team) en het horen van getuigen.
Het OM heeft gemotiveerd betoogd dat de verzoeken moeten worden afgewezen en de verweren moeten worden verworpen.
5.1.2.
De feitelijke gang van zaken rondom de Sky ECC hack
Op 26 november 2021 heeft de rechtbank een schriftelijke beslissing genomen op de onderzoekswensen die door de verdediging in het onderzoek Cherokee in een eerder stadium waren ingediend met betrekking tot Sky ECC berichten.6.De onderzoekswensen zagen op het toetsen van de rechtmatigheid van de vergaring, de ontsleuteling en het gebruik van deze berichten in het onderzoek Cherokee. In deze tussenbeslissing is de rechtbank ingegaan op de feitelijke gang van zaken met betrekking tot de Sky ECC berichten die tot dan toe bekend was. Nadien is er door de verdediging en door het OM nieuwe informatie verstrekt, waardoor er meer bekend is geworden over de feitelijke gang van zaken. Deze gang van zaken is recent beschreven in een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 21 november 2022 in het onderzoek 26Zenne.7.De rechtbank sluit zich aan bij die beschrijving en vult deze op onderdelen aan.
‘Sky ECC’ is de naam van het bedrijf dat een versleutelde berichtendienst aanbood. Een Sky ECC toestel is een mobiele telefoon die voorgeprogrammeerd is en met een abonnement ter beschikking wordt gesteld. Sky ECC bood meerdere modules voor de telefoons aan die functionaliteiten boden voor e-mail, instant chats, instant groepchats, notities, voicemail, beelden en berichten die automatisch worden vernietigd. Ook beschikten de telefoons over verschillende kenmerken waaronder een ‘distress wachtwoord’ en een ‘remote wipe’ waarmee het mogelijk is om (op afstand) alle data op het toestel te wissen. De telefoons werden anoniem en enkel tegen contante betaling verhandeld.
Op 30 oktober 2018 is in Nederland het titel V onderzoek 13Yucca gestart. Dit onderzoek is gestart naar aanleiding van meerdere lopende strafrechtelijke onderzoeken waaruit zou blijken dat personen, die deel uitmaakten van criminele samenwerkingsverbanden die zich bezig hielden met het beramen en plegen van zware criminaliteit, in de periode vanaf augustus 2015 gebruik maakten van telefoons en software van Sky ECC om zo versleuteld te communiceren. Het onderzoek was erop gericht om de criminele samenwerkingsverbanden inzichtelijk te krijgen en zicht te krijgen op gepleegde en nog te plegen strafbare feiten.
Voorafgaand aan dit onderzoek was door Nederlandse opsporingsambtenaren reeds vastgesteld dat de servers van Sky ECC zich in Frankrijk bevonden. Nederland was ermee bekend dat ook België voornemens was om een strafrechtelijk onderzoek naar de onderneming Sky ECC te starten. Aangezien de servers van Sky ECC zich bij hostingbedrijf OVH in de Franse plaats Roubaix bevonden, hebben de Nederlandse en Belgische autoriteiten contact gezocht met Frankrijk en heeft op 9 oktober 2018 een verkennend overleg plaatsgevonden. Het doel van dit overleg was om toelichting te geven over de aanstaande Europese onderzoeksbevelen (hierna: EOB’s) van Nederland en België en helderheid te verkrijgen over de vraag of Frankrijk uitvoering zou kunnen geven aan de voorgenomen verzoeken.
De officier van justitie in het onderzoek 13Yucca heeft de rechter-commissaris een machtiging gevraagd om een vordering ex artikel 126ug lid 2 Sv (verstrekken van in een geautomatiseerd netwerk opgeslagen gegevens) te kunnen doen. De rechter-commissaris verleende die machtiging op 30 november 2018 en gaf toestemming voor het maken van een digitale kopie (image) van alle servers die werden afgenomen door Sky ECC, met de uitdrukkelijke restrictie dat de vergaarde informatie uitsluitend mocht worden aangewend voor het onderzoek naar de technische mogelijkheden voor het tappen en de ontsleuteling. De rechter-commissaris overwoog daarbij dat het te ver zou gaan op dat moment ongeclausuleerd toestemming te geven de inhoud van het berichtenverkeer te doorzoeken op bewijs van mogelijke strafbare feiten van alle gebruikers van Sky ECC. Er zou dan onvoldoende worden voldaan aan het vereiste van artikel 126ug Sv, inhoudende dat het moet gaan om gegevens die klaarblijkelijk afkomstig zijn (of gericht aan) een persoon ten aanzien van wie een redelijk vermoeden bestaat van betrokkenheid bij strafbare feiten in georganiseerd verband. Het enkele gebruik van versleutelde communicatiediensten kan dat redelijk vermoeden niet leveren, aldus de rechter-commissaris. De rechter-commissaris bepaalde dan ook dat de inhoud van de eventueel op de servers aan te treffen berichten niet zonder uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de rechter-commissaris mocht worden gebruikt in een strafrechtelijk onderzoek.
De officier van justitie in het onderzoek 13Yucca heeft vervolgens op 6 december 2018 een EOB naar Frankrijk verzonden met het verzoek om een image (kopie) te maken van de servers, zodat de technische inrichting van de servers kon worden onderzocht met het oog op nader onderzoek, zoals het tappen en ontsleutelen van de via die servers gevoerde communicatie, en zodat inzicht kon worden verkregen in de organisatie van Sky ECC. Verder werd verzocht om informatie te verstrekken ten aanzien van historische en toekomstige klantgegevens van Sky ECC, alsmede het verstrekken van technische gegevens van de server. Bij het EOB zijn twee processen-verbaal gevoegd met daarin informatie over de locatie van de Sky ECC infrastructuur en de kenmerken van de Sky ECC applicatie. België heeft eerder op 21 november 2018 een EOB in verband met Sky ECC naar Frankrijk gezonden.
Frankrijk heeft de architectuur van de servers geanalyseerd. Uit het onderzoek naar aanleiding van het Belgische EOB bleek dat er twee servers werden gehost bij OVH, te weten een hoofdserver die rechtstreeks met het internet verbonden was en een back-upserver. Deze twee servers communiceerden onderling met elkaar via een intranet-netwerk.
Op 13 februari 2019 besloot de Franse officier van justitie bij de rechtbank Lille een opsporingsonderzoek te starten naar Sky ECC.
Op 27 mei 2019 vond er een bespreking plaats bij Europol tussen Franse, Belgische en Nederlandse opsporingsambtenaren waarbij operationele en technische gegevens over de werking van de servers werden uitgewisseld.
De Franse officier van justitie heeft op 14 juni 2019 toestemming gevraagd aan de Franse rechter om over te gaan tot interceptie, opname en transcriptie van de communicatie tussen de Sky ECC servers, welke toestemming diezelfde datum is verleend. De rechter betrok bij deze toestemming informatie afkomstig uit het Nederlandse en het Belgische EOB en een tijdens de bespreking op 27 mei 2019 door de Nederlandse autoriteiten verstrekte computeruitdraai van ongeveer 9.000 berichten van Franse gebruikers van Sky ECC die tijdens het Nederlands opsporingsonderzoek 26Sassenheim (een onderzoek naar de versleutelde communicatiedienst PGP-safe) naar voren waren gekomen. De berichten draaiden vooral om de handel in verdovende middelen en afrekeningen tussen dealers.
Op 24 juni en 26 juni 2019 zijn IP-taps geplaatst op de twee servers. In het proces-verbaal van bevindingen van 2 juni 2022 van een rechercheur van onderzoek Werl staat dat Nederland niet aanwezig was bij het plaatsen van de IP-tap. Nederland is op 8 juli 2019 over deze tap geïnformeerd en op 11 juli 2019 zijn de data van de IP-tap beschikbaar geworden voor Nederland. De rechercheur beschrijft dat tijdens de analyse van de IP-tap data in de beginfase door België en Nederland verbeteringen zijn voorgesteld om de kwaliteit van de interceptie te verbeteren en dat die aanbevelingen door het Franse onderzoek zijn overgenomen en geïmplementeerd. De getapte IP-communicatie was grotendeels versleuteld; slechts metadata waren zichtbaar.
De officier van justitie in 13Yucca heeft op 16 juli 2019 een tweede EOB naar Frankrijk verzonden waarin stond dat was vernomen dat Frankrijk een tap heeft aangesloten en dataverkeer tussen de Sky ECC servers aftapt. Dankzij deze tap waren data verkregen over de werking van de gebruikte servers die noodzakelijk waren voor het onderzoek 13Yucca, teneinde de technische mogelijkheden voor een tap ter verkrijging van de inhoudelijke data verder te onderzoeken. Om die reden werd formeel verzocht om die verkregen data te verstrekken aan Nederland.
Voorts blijkt uit een ‘bericht van overdracht’ van 20 augustus 2019 dat de geïntercepteerde data door de rechter-commissaris van de rechtbank Lille uit eigen beweging op grond van artikel 26 van het Cybercrimeverdrag en artikel 7 van het Rechtshulpverdrag zijn overgedragen aan twee officieren van justitie van het parket Rotterdam. Daarbij is verzocht om de bevindingen naar aanleiding van de data weer terug te koppelen aan Frankrijk.
Op 1 november 2019 is in Nederland het opsporingsonderzoek Werl opgestart, waarbij de verdenking was gericht jegens het bedrijf Sky ECC. Op 13 december 2019 hebben Nederland, België en Frankrijk een JIT-overeenkomst gesloten. Onderzoek Werl maakte deel uit van het JIT. Vanaf dit moment zijn de door Frankrijk geïntercepteerde data aan het gemeenschappelijke onderzoeksteam verstrekt en op die wijze gedeeld met Nederland en België.
Een van de doelstellingen van het JIT was het gezamenlijk uitwerken, ontwikkelen en uitvoeren van de benodigde techniek om de gevoerde communicatie te kunnen ontsleutelen.
Met het doel om versleutelingselementen en/of wachtwoorden te verkrijgen die gebruikt konden worden om de verbinding tussen toestellen en de Sky ECC servers te kunnen ontsleutelen en de servers later forensisch te kunnen onderzoeken, werd door Nederlandse rechercheurs binnen het JIT een techniek ontwikkeld om een kopie te maken van het werkgeheugen van één van de servers zonder dat die offline zou gaan. Op 14 mei 2020 en 3 juni 2020 heeft Frankrijk die ontwikkelde techniek ingezet, waarbij Nederlandse rechercheurs technische bijstand verleenden.
Vervolgens heeft Nederland een zogenoemde ‘Man in the Middle-techniek’ (MITM-techniek) ontwikkeld, die het ontsleutelen van het berichtenverkeer mogelijk maakte. Deze techniek is op 18 november 2020 aangesloten en geactiveerd, nadat de Franse adviescommissie, die een oordeel moet vellen over apparatuur die inbreuk kan maken op de persoonlijke levenssfeer en het briefgeheim, hiervoor een vergunning had verleend. Binnen JIT-verband is in toerbeurt een 24/7 monitoringdienst opgezet om de stabiliteit van het MITM-systeem en de Sky ECC infrastructuur waarborgen.
Toen duidelijk werd dat het mogelijk werd het berichtenverkeer te ontsleutelen en leesbaar te maken, is op 11 december 2020 het (Nederlandse strafrechtelijk) onderzoek Argus gestart. Dit onderzoek richtte zich op vermeende criminele samenwerkingsverbanden van Nederlandse gebruikers van Sky ECC en gebruikers van Sky ECC in Nederland. Vanuit onderzoek Werl werd informatie gedeeld met onderzoek Argus. Deze informatie betrof ook de getapte en verkregen Sky ECC data.
Op 14 december 2020 heeft de officier van justitie in het onderzoek Argus bij de rechter-commissaris, onder verwijzing naar de artikelen 126t lid 1 en lid 6 Sv, gevorderd dat machtiging zou worden verleend voor het onderscheppen van Sky ECC communicatie en voor het ontsleutelen van deze en van de reeds onder Franse rechterlijke machtiging vergaarde en verkregen communicatie. Daarbij werd aangegeven dat een aanzienlijk deel van de gebruikers van Sky ECC zich in Nederland bevond. Aan de rechter-commissaris is inzage verleend in de beslissingen van de Franse rechter. Bij beschikking van 15 december 2020 is door de rechter-commissaris aansluiting gezocht bij het beoordelingskader van artikel 126t Sv en heeft de rechter-commissaris – met formulering van een aantal voorwaarden – de gevraagde machtigingen verleend. Hierna zijn door de rechter-commissaris op vorderingen van de officier van justitie meerdere machtigingen tot verlenging verleend. De vorderingen en machtigingen zagen op de toepassing van de artikelen 126t lid 1 en 126t lid 6 Sv (onderzoek communicatie door middel van een geautomatiseerd werk bij georganiseerde criminaliteit) en later ook op aanvullende, ondersteunende vorderingen op de voet van artikel 126uba Sv (hackbevoegdheid bij verdenking betrokkenheid beramen/plegen misdrijven in georganiseerd verband).
In een proces-verbaal van bevindingen van 6 mei 2021 hebben de rechters-commissarissen uit het onderzoek Argus inzicht gegeven in de gang van zaken met betrekking tot de vorderingen en machtigingen en hun afwegingen en beslissingen ten aanzien van de Sky ECC data in onderzoek Argus.
Aangezien de wet volgens de rechters-commissarissen geen procedure kent voor dit soort gevallen, hebben zij zich allereerst afgevraagd of er wel een machtiging van hen vereist was en waarop hun bevoegdheid in dat geval was gebaseerd. Zij concludeerden dat hoewel op voorhand niet vaststond dat een beslissing van de Nederlandse rechter-commissaris noodzakelijk was voor de rechtmatigheid van het gebruik van de Sky ECC data, een toetsing van de proportionaliteit door de rechter-commissaris toch was aangewezen, met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen. De rechters-commissarissen hebben afwegingen gemaakt en voorwaarden gesteld, om de privacy schending zoveel mogelijk in te kaderen en zogenaamde ‘fishing expeditions’ te voorkomen.
De voorwaarden die de rechters-commissarissen aan de uitvoering van de machtiging hebben gesteld luidden als volgt:
- 1.
De vergaarde en ontsleutelde informatie mag slechts worden onderzocht met toepassing van vooraf aan de rechter-commissaris voorgelegde zoeksleutels, zoals:- informatie over Sky ECC gebruikers (en hun tegencontacten en eventueel daar weer de tegencontacten van) uit lopend onderzoek naar criminele samenwerkingsverbanden;- zoektermen (steekwoorden) en/of afbeeldingen die naar hun aard wijzen op ernstige criminele activiteiten in georganiseerd verband;
- 2.
Het onderzoek met de zoeksleutels moet zo worden ingericht dat desgewenst achteraf reproduceerbaar en verifieerbaar is voor de rechtbank en verdediging welke resultaten/dataset de zoekslag heeft opgeleverd, en dus welke gegevens ter beschikking zijn gesteld voor het desbetreffende opsporingsonderzoek;
- 3.
Er wordt bij het onderzoek recht gedaan aan het verschoningrecht van geheimhouders waaronder advocaten. Voor zoveel mogelijk wordt geheimhouderscommunicatie actief uitgefilterd;
- 4.
De rechter-commissaris wordt inzage gegeven in de onderliggende Franse rechterlijke beslissingen;
- 5.
De vergaarde informatie wordt na het onderzoek zoals hiervoor omschreven voorgelegd aan de rechter-commissaris om de inhoud en omvang te controleren, en de relatie tot concrete vermoedelijke strafbare feiten te beoordelen;
- 6.
De vergaarde informatie zal pas na uitdrukkelijke toestemming van de rechter-commissaris aan het OM of de politie ter beschikking worden gesteld ten behoeve van (verder) opsporingsonderzoek. Daarbij moet (gelet op voorwaarde 2) duidelijk zijn op welke gegevens de toestemming ziet, en welke gegevens aan het onderzoeksteam worden verstrekt;
- 7.
De vergaarde informatie zal slechts ter beschikking worden gesteld voor onderzoeken naar strafbare feiten die naar hun aard, in georganiseerd verband gepleegd of beraamd, een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde, dan wel misdrijven met een terroristisch oogmerk.
Vanuit het onderzoek Argus is informatie overgedragen aan het onderzoek Auckland. In dit onderzoek wordt onderzoek gedaan naar een vermeend crimineel samenwerkingsverband uit Amsterdam Zuidoost dat zich zou richten op de handel in verdovende middelen en witwassen. In het onderzoek Auckland was gebleken dat deelnemers aan dit crimineel samenwerkingsverband middels Sky ECC met elkaar in contact stonden.
Om een goed beeld te krijgen van dit criminele samenwerkingsverband is, na verzoek van het OM, op 18 februari 2021 aanvullende toestemming verleend door de rechter-commissaris om onderzoek te mogen doen naar gespecificeerde Sky ECC communicatie, gevoerd door geïdentificeerde verdachte personen. Dit betrof ook personen die voorkomen in het onderhavige onderzoek Cherokee, waaronder (mede)verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] . Het betrof hierbij zowel onderzoek naar communicatie van deze verdachten met anderen als communicatie van deze verdachten met derden (kader A en kader A-B). Deze toestemming is door de rechter-commissaris bevestigd in een proces-verbaal van 17 januari 2022.
Vanuit het onderzoek Auckland is vervolgens informatie overgedragen aan het onderhavige onderzoek Cherokee, dat is gestart op 16 april 2020 en is gericht op een vermeend crimineel samenwerkingsverband dat zich bezig zou houden met grootschalige import en handel van cocaïne en witwassen. Met het onderzoek Cherokee werden naast Sky ECC data uit het onderzoek Auckland ook Encrochat data uit het onderzoek Lemont gedeeld.
Op 13 september 2021 en 6 januari 2022 heeft de rechter-commisaris vorderingen toegewezen tot (permanente) onthouding ex artikel 149b Sv met betrekking tot de zwartgemaakte passages in de aan het dossier toegevoegde machtigingen ex artikel 126uba Sv, omdat er belangen zijn (met betrekking tot de werking van de interceptietool) die aan volledige openbaarmaking van de inhoud van de machtigingen in de weg staan.
5.1.3.
Zijn de interceptie en de verkrijging van de Sky ECC data rechtmatig?
Voorbereidend onderzoek tegen verdachte?
Uit de hiervoor weergegeven feitelijke gang van zaken en de onderliggende stukken met betrekking tot de interceptie van de Sky ECC data en de uiteindelijke verkrijging van die data in het onderzoek Argus, volgt dat deze interceptie en verkrijging niet hebben plaatsgevonden in het voorbereidend onderzoek tegen een of meer van de verdachten in de zaak Cherokee. Deze verdachten noch de aan hen ten laste gelegde feiten waren destijds het voorwerp van onderzoek. Een eventueel vormverzuim ten aanzien van die interceptie en verkrijging valt dus niet rechtstreeks onder het bereik van artikel 359a Sv.
Vormverzuimen buiten het voorbereidend onderzoek
Onder omstandigheden kunnen er ook rechtsgevolgen verbonden worden aan vormverzuimen die weliswaar niet zijn begaan in het voorbereidend onderzoek tegen de verdachte, maar die wel van bepalende invloed zijn geweest op het verloop van het opsporingsonderzoek of de vervolging van de verdachte. Dat is dan ook de volgende vraag die ten aanzien van een aantal van de verdachten in het onderzoek Cherokee beantwoord dient te worden.
Toepasselijkheid vertrouwensbeginsel
Door het OM is vanaf het moment dat de Sky ECC data aan het dossier werden toegevoegd gesteld dat de interceptie van de Sky ECC data heeft plaatsgevonden in een Frans opsporingsonderzoek, met toestemming van een Franse rechter, op basis van Frans recht, met behulp van een Franse interceptietool en dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel met zich meebrengt dat van de rechtmatigheid van die interceptie (en de daarop volgende verstrekking) moet worden uitgegaan. Toen nadien bekend werd dat de interceptie had plaatsgevonden met technische bijstand door Nederlandse opsporingsambtenaren, leidde dit niet tot een ander standpunt. Dit standpunt is inmiddels door meerdere rechtbanken in Nederland gevolgd, met de overweging dat het leveren van technische expertise en/of bijstand nog niet leidt tot een verschuiving van verantwoordelijkheid voor het opsporingsonderzoek. Dit was ook de overweging van de rechtbank in haar tussenbeslissing van 26 november 2021.
Door de verdediging is – niet alleen in het onderzoek Cherokee maar ook in andere strafzaken – vanaf het begin naar voren gebracht dat de rol van de Nederlandse opsporingsambtenaren bij de interceptie veel groter was dan uit de stukken naar voren kwam. Om deze reden bleven zij aandringen op het voegen van stukken en het horen van getuigen. Ter onderbouwing van hun stelling overlegde de verdediging (soms flarden) van stukken uit een Belgisch strafdossier, een buitenlands vonnis en mediaberichten. Ook werd door de verdediging de JIT-overeenkomst ingebracht. De verdediging verzocht in staat te kunnen worden gesteld om te onderzoeken wat de rol van de Nederlandse opsporingsambtenaren bij de interceptie was geweest en stelde dat het OM ten onrechte de blokkerende werking van het vertrouwensbeginsel inriep in reactie op de onderzoekswensen.
Het OM heeft uiteindelijk in een brief van 2 juni 2022, voorzien van tweeënveertig bijlagen, een nadere en meer gedetailleerde uiteenzetting gegeven van het verloop van de strafrechtelijke onderzoeken in Nederland, het verloop van de internationale samenwerking met Frankrijk en België, het verloop van de interceptie en de Nederlandse bijdrage aan de ontwikkeling en inzet van de interceptietool.
De rechtbank stelt voorop dat het op de weg van het OM ligt om transparant te zijn over het verloop van een opsporingsonderzoek, niet alleen in het geval van een onderzoek naar een individuele verdachte, bij uitstek ook in het geval een onderzoek leidt tot een bewijsgaring van een aard en omvang als in het geval van de Sky ECC hack. Tenminste mag worden verwacht dat inzicht wordt gegeven in de Nederlandse betrokkenheid bij dat onderzoek. Pas dan kan immers worden beoordeeld of bijvoorbeeld het vertrouwensbeginsel van toepassing is en of daarmee de kous af is. Aan die transparantie heeft het aanvankelijk ontbroken.
De rechtbank is van oordeel dat de stukken die thans deel uitmaken van het dossier voldoende inzicht geven in het bewijsgaringsproces rondom de Sky ECC data om de rol van de Nederlandse opsporingsambtenaren hierbij te kunnen duiden en de rechtsgevolgen daarvan te kunnen waarderen. Om die reden heeft de rechtbank de hiermee verband houdende onderzoekswensen van de verdediging, op de zitting van 9 december 2022 afgewezen.
De rechtbank heeft evenmin aanleiding gezien de zaak aan te houden in afwachting van de beantwoording van de Hoge Raad van prejudiciële vragen van de rechtbank Noord-Nederland in het onderzoek Shifter. De rechtbank begrijpt de grote behoefte aan een eenduidige en bij voorkeur finale beslissing over de bruikbaarheid van de Sky ECC data voor het bewijs in strafzaken. Daarmee is echter nog niet gezegd dat de beantwoording door de Hoge Raad van de prejudiciële vragen zal voorzien in die behoefte. Ook een vergelijking met de gang van zaken bij lopende cassatieprocedures dringt op; zolang de Hoge Raad nog niet gesproken heeft, plegen de rechtbanken de zaken voort te zetten en zeker niet een inhoudelijke behandeling aan te houden. Bij de huidige stand van zaken vindt de rechtbank het niet noodzakelijk om de behandeling van deze zaak aan te houden in afwachting van de uitkomst van dit traject. Doorslaggevend daarbij is dat de rechtbank, nu zij kennis heeft genomen van alle aan het dossier toegevoegde stukken en standpunten, van oordeel is dat zij voldoende in staat is, zelf tot een afgewogen oordeel te komen over de in de zaken in het onderzoek Cherokee opgeworpen ontvankelijkheids- en rechtmatigheidsvragen. Dat dit oordeel op onderdelen zal afwijken van oordelen van andere rechtbanken die zich reeds hebben uitgelaten over de Sky ECC data, is inherent aan een rechterlijke procedure in eerste aanleg.
De rechtbank maakt uit de stukken op dat het inderdaad zo is dat de IP-tap in Frankrijk is gezet in het kader van een Frans onderzoek met machtiging van een Franse rechter. In zoverre is het vertrouwensbeginsel naar het oordeel van de rechtbank onverkort van kracht. De rechtbank gaat er nog steeds vanuit dat de interceptie in Frankrijk op basis van een toereikende wettelijke grondslag en in overeenstemming met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) heeft plaatsgevonden en het recht op privacy dus bij de opsporingshandelingen in acht is genomen. De rechtbank betrekt daarbij dat het feit dat de Franse rechter zich mede heeft gebaseerd op informatie afkomstig van Nederlandse opsporingsambtenaren geen afbreuk doet aan dit uitgangspunt, te meer nu niet is gebleken van enige onregelmatigheid of onjuistheid ten aanzien van deze informatie. Ook ten aanzien van de op deze interceptie volgende verstrekking van de Sky ECC data aan Nederland geldt dat er op mag worden vertrouwd dat deze heeft plaatsgevonden met inachtneming van op Frankrijk rustende wettelijke en verdragsrechtelijke verplichtingen.
Medeverantwoordelijkheid Nederland?
Bij de rechtbank dringt zich de vraag op of de Nederlandse opsporingsambtenaren niet een mate van medeverantwoordelijkheid dragen voor de interceptie. Uit de stukken blijkt immers van een actieve en toenemende betrokkenheid van Nederlandse opsporingsambtenaren bij de (voorbereiding van de) interceptie.
Weliswaar is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat het verstrekken van informatie, zoals in dit geval informatie over de locatie en de werking van de servers en de criminele aard van 9.000 Sky ECC berichten, nog niet leidt tot een medeverantwoordelijkheid voor de daarop volgende interceptie. Echter, toen de interceptie in het Franse onderzoek eenmaal gaande was, ging de betrokkenheid van Nederlandse opsporingsambtenaren verder. Zoals hiervoor weergegeven, deden zij voorstellen voor verbetering van de kwaliteit van de IP-tap. Ook heeft de Nederlandse officier van justitie verzocht om formele verstrekking van de aldus afgevangen data om de technische mogelijkheden voor een tap ter verkrijging van de inhoudelijke data verder te onderzoeken. Eén van de doelstellingen van het JIT was het gezamenlijk uitwerken, ontwikkelen en uitvoeren van de benodigde techniek om de gevoerde communicatie te kunnen ontsleutelen. Nederlandse rechercheurs hebben een techniek ontwikkeld om een kopie van het werkgeheugen van de servers te maken om versleutelingselementen en wachtwoorden te verkrijgen en hebben bijstand verleend bij de inzet van die techniek. Ook hebben zij de MITM-techniek ontwikkeld die het ontsleutelen mogelijk maakte en zij hebben per toerbeurt meegedraaid in de 24/7 monitoringsdienst om de stabiliteit van het MITM-systeem en de Sky ECC infrastructuur te waarborgen. De rechtbank ziet in deze Nederlandse betrokkenheid een toenemende mate van bepalende invloed. De Nederlandse inbreng, die speciaal voor dit doel werd ontwikkeld, lijkt cruciaal te zijn geweest voor het welslagen van de interceptie, in die zin dat uiteindelijk ook van de inhoud van de berichten kennis kon worden genomen.
Deze betrokkenheid van de Nederlandse opsporingsambtenaren roept zoals gezegd de vraag op of zij niet medeverantwoordelijk moeten worden gehouden voor de interceptie. Dat leidt tot de vraag of de Nederlandse officier van justitie zich in dat verband niet had moeten wenden tot de rechter-commissaris teneinde een machtiging te verkrijgen voor deze interceptie. Bij de officier van justitie was immers bekend dat een aanzienlijk deel van de gebruikers van Sky ECC zich in Nederland bevond.
Daarbij komt de vraag of ingevolge artikel 5.4.18 Sv een eerdere gang naar de rechter-commissaris niet aangewezen was geweest. Dit artikel schrijft voor dat de officier van justitie de rechter-commissaris kennisgeeft van een interceptie op Nederlands grondgebied, nadat hij daarover middels een daartoe strekkend formulier is geïnformeerd door een lidstaat, waarna de rechter-commissaris aangeeft of met de interceptie kan worden ingestemd. Weliswaar blijkt in geval van de Sky ECC hack niet van een dergelijk formulier, maar dat de Nederlandse officier van justitie op de hoogte was van de interceptie die ook vele gebruikers in Nederland trof, is evident.
Een positieve beantwoording van ieder van deze twee vragen zou kunnen betekenen dat een vormverzuim moet worden vastgesteld. De rechtbank laat de beantwoording van deze vragen echter in het midden en wel om de reden dat – zo er al sprake is van een vormverzuim – dit verzuim niet van bepalende aard is geweest in het onderzoek naar de verdachten in het onderzoek Cherokee en derhalve zonder consequenties kan blijven. De rechtbank licht dat hieronder toe.
Enig vormverzuim in het niet betrekken van de rechter-commissaris bij de Nederlandse inbreng in de interceptie, raakt de rechtmatigheid van de interceptie door Frankrijk niet. Uit de stukken blijkt immers dat de interceptie (mede) heeft plaatsgevonden in een Frans onderzoek met toestemming van een Franse rechter, zonder dat aan deze toestemming enig gebrek lijkt te kleven. Er bestond dus een geldige rechterlijke titel voor de interceptie.
Daarnaast dient de bepaling van artikel 5.4.18 Sv primair de bescherming van de soevereiniteit van de lidstaten. Een eventuele schending van die soevereiniteit is in beginsel in het kader van de strafzaken tegen de verdachten niet relevant. Bovendien is van belang dat een dienstverlening als Sky ECC, waarbij digitale diensten worden aangeboden, over traditionele landsgrenzen heen gaat. Een strafrechtelijk onderzoek kan niet zonder meer volgens de traditionele landsgrenzen worden begrensd. Het is daarnaast ook de vraag of het überhaupt mogelijk zou zijn geweest in de interceptie een onderscheid te maken tussen de Nederlandse Sky ECC gebruikers en andere gebruikers.
Bovendien heeft de rechter-commissaris, die blijkens de machtiging van 30 november 2018 reeds rekening hield met de mogelijkheid dat berichten zouden worden onderschept, achteraf toestemming verleend voor het gebruik van de Sky ECC berichten in de zaken van de verdachten, zodat een mogelijk vormverzuim ook in die zin gedekt is geweest.
Ten slotte is er geen begin van aannemelijk dat het OM, zoals door een deel van de verdediging is gesuggereerd, bewust de rechtsmacht van de rechter-commissaris heeft omzeild en voor een U-bochtconstructie heeft gekozen. Het OM heeft de rechter-commissaris immers op meerdere momenten juist wel betrokken, zowel bij het verzoek een image (kopie) te mogen maken als bij het verzoek de ontsleutelde berichten te mogen gebruiken. De gang van zaken rondom de interceptie en daaropvolgende ontsleuteling blijkt bovendien voor een groot deel uit de door het OM verstrekte stukken, wat zich moeizaam met een bewuste misleiding verhoudt. Dat de stukken eerder niet duidelijk waren over de betrokkenheid bij de ontwikkeling en inzet van de interceptietool en dat de informatievoorziening aanvankelijk te summier was, rechtvaardigt nog niet de conclusie dat het OM de rechter-commissaris, de verdediging en de rechtbank bewust verkeerd of onvolledig heeft geïnformeerd.
Conclusie
De rechtbank concludeert dat wordt uitgegaan van de rechtmatigheid van de interceptie van en de verstrekking van de Sky ECC data aan Nederland.
5.1.4.
Heeft het bewaren en het gebruik van Sky ECC data in Nederland rechtmatig plaatsgevonden?
Ten aanzien van de fase van verwerking van de Sky ECC data in Nederland geldt dit interstatelijk vertrouwensbeginsel uiteraard niet en dient de Nederlandse rechter te waarborgen dat de wijze waarop van deze data gebruik wordt gemaakt geen inbreuk maakt op het recht van verdachte op een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 EVRM. Daar waar de Sky ECC data van bepalende invloed kunnen zijn bij het opsporingsonderzoek of de vervolging van verdachte, dient de rechtbank tevens te toetsen of bij de verwerking van die data de waarborgen van artikel 8 EVRM tegen onrechtmatige inmenging van het openbaar gezag in het privéleven van verdachte in acht zijn genomen.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het verwerken, bewaren en gebruiken van de Sky ECC data valt onder de werkingssfeer van de EU-richtlijnen 2002/58 en 2016/680 en dus het Unierecht. Er is sprake van een inbreuk op artikelen 7 en 8 (en daarmee ook op artikel 11) van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest), omdat er met de verwerking inbreuk is gemaakt op de in die artikelen vervatte grondrechten, terwijl die inbreuk gelet op het bepaalde in artikel 52 van het Handvest niet gerechtvaardigd was. Ook is het gebruik van de data in strijd met de artikelen 6 en 8 EVRM. Als de rechtbank daar niet in meegaat, dient de rechtbank hierover prejudiciële vragen te stelen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, aldus de verdediging.
Toepasselijkheid Unierecht
Richtlijn 2002/58 heeft blijkens artikel 1 lid 1 betrekking op “de verwerking van persoonsgegevens in de sector elektronische communicatie”. Deze richtlijn is van toepassing in gevallen waarin een lidstaat maatregelen treft met betrekking tot het verwerken van dergelijke gegevens door aanbieders van elektronische-communicatiediensten en het verlenen van toegang van overheidsinstanties tot die gegevens. Zoals ook de Hoge Raad in een arrest van 5 april 20228.heeft bevestigd, vallen maatregelen die inbreuk maken op het beginsel van vertrouwelijkheid van elektronische communicatie zonder dat daarbij verwerkingsverplichtingen worden opgelegd aan aanbieders van elektronische- communicatiediensten buiten het bereik van deze richtlijn. Nu bij de interceptie van de Sky ECC data geen sprake is geweest van een verwerking van persoonsgegevens door een elektronische-communicatiedienst (Sky ECC heeft immers zelf geen data van gebruikers aan de Franse of Nederlandse autoriteiten verstrekt), maar van rechtstreekse interceptie van data door de Franse staat (buiten medeweten van het bedrijf om) en verwerking van die gegevens door de Nederlandse autoriteiten, is de rechtbank van oordeel dat deze activiteiten niet vallen onder de werkingssfeer van de richtlijn 2002/58.
Richtlijn 2016/680 beoogt te waarborgen dat gegevens die door rechtshandhavingsautoriteiten worden verzameld op een wettige en eerlijke wijze worden verwerkt, voor bepaalde legitieme doelen worden verzameld en verwerkt en op passende wijze worden beschermd tegen ongeoorloofde en onrechtmatige verwerking.9.Naar het oordeel van de rechtbank vallen het vergaren en verstrekken van de Sky ECC data door de Franse autoriteiten en het bewaren en het verwerken van deze data door de Nederlandse autoriteiten evident onder het toepassingsbereik van deze richtlijn. De rechtbank acht het dan ook niet nodig hierover prejudiciële vragen te stellen.
In Nederland is de richtlijn – voor zover nodig – geïmplementeerd in de Wet politiegegevens, de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en daaronder vallende besluiten. De verdediging heeft gesteld noch onderbouwd dat de Nederlandse wet- en regelgeving en de toepassing daarvan in strijd zijn met de Europese richtlijnen of dat de Nederlandse wettelijke bepalingen zijn geschonden. De rechtbank ziet reeds hierom geen reden prejudiciële vragen te stellen.
De rechtbank ziet evenmin aanleiding prejudiciële vragen te stellen over het verwerken van de Sky ECC data door de Nederlandse opsporingsautoriteiten in relatie tot de waarborgen die het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie biedt. De rechtbank acht zich op basis van de stukken daarover voldoende voorgelicht, zoals ook uit het hierna volgende zal blijken.
Is inbreuk gemaakt op grondrechten?
In artikel 7 Handvest is het grondrecht van burgers op eerbiediging van zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn communicatie neergelegd. In artikel 8 Handvest is het grondrecht op – kort gezegd – privacy van burgers neergelegd. Uit artikel 52 lid 1 Handvest volgt dat beperkingen op die grondrechten zijn toegelaten, mits die bij wet zijn gesteld en de wezenlijke inhoud van die rechten en vrijheden eerbiedigen. Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel kunnen slechts beperkingen worden gesteld, indien zij noodzakelijk zijn en daadwerkelijk beantwoorden aan door de Unie erkende doelstellingen van algemeen belang of aan de eisen van de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
Niet ter discussie staat dat het EVRM ook van toepassing is. Het recht op privacy is neergelegd in artikel 8 EVRM. Uit artikel 8 lid 2 EVRM volgt dat beperkingen op dit recht zijn toegestaan, mits die bij wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
De verdediging stelt dat er sprake is geweest van het bewaren en verwerken van bulkdata, in de zin dat er sprake is geweest van een algemene en ongedifferentieerde hoeveelheid gegevens, waartoe een wettelijke grondslag ontbreekt en die zich niet verhoudt met de bescherming die het Handvest en het EVRM bieden. Er is volgens de verdediging ongerechtvaardigd inbreuk gemaakt op het recht op privéleven, het recht van de vertrouwelijkheid van communicatie en het recht van vrijheid van meningsuiting.
Dat er sprake is geweest van het bewaren van een grote hoeveelheid data is voor de rechtbank evident. Van een algemene en ongedifferentieerde verzameling data in de zin van bulkdata, zoals de verdediging stelt, kan echter niet worden gesproken. Het gaat om de data van een afgebakende groep, namelijk de gebruikers van Sky ECC, en om een concrete verdenking dat Sky ECC gebruikt werd door criminele samenwerkingsverbanden. Dat is een essentieel andere situatie dan bijvoorbeeld het bewaren van alle metadata van alle abonnees van een (willekeurige) telecomprovider ten behoeve van toekomstige strafrechtelijke onderzoeken. De rechtbank verwijst hierbij ook naar een vonnis van de Rechtbank Amsterdam waarin ten aanzien van het bewaren van Encrochat-data hetzelfde werd overwogen.10.
Op de stelling van de verdediging dat met het bewaren van de Sky ECC data een inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van verdachten valt wat af te dingen. Voor zover verdachten al hebben erkend de gebruiker te zijn geweest van een aan hen toegeschreven Sky ECC account, hebben zij slechts in algemene bewoordingen gesteld dat sprake zou zijn geweest van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, zonder dit nader te onderbouwen. In het verlengde daarvan is het ook nog maar de vraag of met de inhoud van de data een behoorlijk beeld kon worden verkregen van het privéleven van die gebruikers. Desalniettemin staat voor de rechtbank vast dat er reeds bij het bewaren van de Sky ECC data enige inbreuk is gemaakt op de privacy van de betrokkenen. Dat hierbij zou zijn gehandeld in strijd met wet- en regelgeving is door de verdediging echter niet aannemelijk gemaakt en is de rechtbank ook anderszins niet gebleken. De rechtbank verwijst in dit verband naar het hiervoor overwogene ten aanzien van de implementatie van richtlijn 2016/680.
Wettelijke grondslag
Vervolgens rijst de vraag naar de wettelijke grondslag voor het daaropvolgende verwerken en gebruiken van de Sky ECCdata. De verdediging stelt dat de artikelen 126uba en 126t Sv daartoe onvoldoende grondslag bieden.
Omdat het OM voorzag dat met het inzien en het gebruiken van de inhoud van de Sky ECC data inbreuk zou worden gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen, heeft het OM aan de rechter-commissaris machtigingen (en aanvullende toestemming) op grond van de artikelen 126t en 126uba Sv gevraagd. De rechter-commissaris heeft deze machtigingen (en aanvullende toestemming) vervolgens verleend.
Artikel 126uba Sv omvat de rechterlijke toets voor het binnendringen in een geautomatiseerd werk, het onderzoek van dat geautomatiseerd werk, inclusief de vastlegging en verwerking van de daarbij aangetroffen gegevens. Naar het oordeel van de rechtbank biedt dit artikel daarmee een adequate grondslag voor het doorzoeken en analyseren van Sky ECC data. Zoals de Rechtbank Rotterdam overwoog op 11 april 202211.heeft de officier van justitie als het ware ‘het meerdere’ gevraagd om ‘het mindere’ te kunnen laten toetsen. Door middel van deze toets is de rechterlijke afweging ingebouwd om de verwerking van de data met inachtneming van de relevante belangen te doen plaatsvinden.
In het al eerder aangehaalde vonnis van de rechtbank Amsterdam van 21 november 202212.werd overwogen dat de artikelen 126uba en 126t Sv geen wettelijke grondslag bieden voor gebruik van data die zijn verkregen in het kader van een buitenlands opsporingsonderzoek. De rechtbank was in die zaak van oordeel dat in het Wetboek van Strafvordering niet expliciet wordt voorzien in wetgeving voor deze bijzondere gevallen, waarbij dergelijke gegevens zijn verkregen uit het buitenland, en dat de wet in die gevallen geen voorafgaande toestemming van een rechter-commissaris vereist. De rechtbank overwoog echter dat de algemene taakomschrijving van de rechter-commissaris zoals neergelegd in artikel 170 Sv, de opdracht behelst te waken over de rechtmatigheid en volledigheid van het opsporingsonderzoek. Daarbij kan de rol van de rechter-commissaris onder omstandigheden worden beschouwd als een aanvullende waarborg voor de evenwichtigheid en volledigheid van het onderzoek. De mogelijkheid om toestemming van de rechter-commissaris te vorderen buiten situaties waarin de wet dit eist, vloeit daarmee voort uit het systeem van de wet.
De rechtbank is met de rechter-commissaris van oordeel dat – gelet op de te maken inbreuk – een onafhankelijke rechterlijke toets was aangewezen. Voor zover artikel 126uba Sv daartoe niet de juiste wettelijke grondslag bood, ziet ook deze rechtbank in de algemene taakomschrijving van de rechter-commissaris een grondslag voor de voor de door hem gegeven machtigingen en toestemmingen.
De rechtbank concludeert op grond van het voorgaande dat beperkingen op de grondrechten als bedoeld in de artikelen 7 en 8 van het Handvest alsmede artikel 8 EVRM bij wet zijn voorzien dan wel volgen uit het systeem van de wet.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de rechter-commissaris in redelijkheid tot de gevraagde machtiging en toestemming heeft kunnen beslissen. De rechter-commissaris heeft steeds getoetst of aan het (verzwaarde) verdenkingsvereiste werd voldaan, heeft een proportionaliteits- en een subsidiariteitstoets uitgevoerd en heeft de zoeksleutels en kaders waarbinnen de Sky ECCdata mochten worden onderzocht, bepaald. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de rechter-commissaris hierbij inhoudelijk steeds een zorgvuldige afweging gemaakt. Dit geldt ook voor de toestemming om onderzoek te mogen doen naar de Sky ECC data van verdachten die (tevens) voorkomen binnen het onderzoek Cherokee. Tegen die inhoudelijke afwegingen is ook niet specifiek verweer gevoerd.
Uit de beschikbare stukken blijkt immers dat er sprake was van verdenkingen van ernstige strafbare feiten, gepleegd in georganiseerd verband, waarbij gebruik werd gemaakt van cryptocommunicatie via Sky ECC. Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigde het belang van de opsporing een inbreuk op de privacy van betrokkenen. Daar waar het gaat om de afweging van de belangen sluit de rechtbank zich aan bij de rechters-commissarissen in hun proces-verbaal van 6 mei 2021, waarin zij aangeven dat en waarom op voorhand te verwachten was dat Sky ECC hoofdzakelijk werd gebruikt voor zakelijke, criminele activiteiten, waardoor de potentiële inbreuk op het privé-, familie- en gezinsleven zoals beschermd door artikel 8 EVRM bovendien wordt genuanceerd.
5.1.5.
Conclusie met betrekking tot rechtmatigheid van de bewijsgaring
Concluderend is de rechtbank dan ook van oordeel dat, hoewel zij de vraag opwerpt of Nederland niet op enig moment medeverantwoordelijk voor de interceptie is geworden, dit niet raakt aan de rechtmatigheid van de interceptie en de verstrekking van de Sky ECC data door Frankrijk. Het vertrouwensbeginsel staat er aan in de weg verder onderzoek te doen naar het optreden en naar de beslissingen van de Franse autoriteiten.
Voor zover Nederland op enig moment medeverantwoordelijk is geworden voor de interceptie, levert het niet betrekken van de rechter-commissaris bij dat deel van de interceptie dan ook niet een vormverzuim op dat van bepalende invloed is geweest in de zaken tegen de verdachten. Bovendien heeft de rechter-commissaris achteraf machtiging/toestemming verleend voor het gebruik van de Sky ECC data. Door de rechter-commissaris is daarbij gekeken naar de wettelijke basis voor de inbreuk op de privacy, is gekeken of deze inbreuk in een proportionele verhouding stond tot het doel dat daarmee werd gediend, zijn voorwaarden gesteld aan het gebruik van de Sky ECC data en is aan deze voorwaarden getoetst. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de rechter-commissaris daarbij de juiste legitimiteits-, proportionaliteits- en subsidiariteitstoets aangelegd en zijn daarbij (in ieder geval) de waarborgen toegepast waar het Handvest en het EVRM op zien.
Er zijn dan ook geen redenen om het OM niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging of de Sky ECC berichten uit te sluiten van het bewijs.
5.1.6.
Informatievoorziening door het Openbaar Ministerie
Zoals hiervoor overwogen is de rechtbank van oordeel dat het OM aanvankelijk te summier is geweest in de informatieverstrekking over de Sky ECC interceptie en de Nederlandse betrokkenheid daarbij. Deze informatie was aanvankelijk onjuist, voor zover daarin werd gesproken over een Franse interceptietool. Ook was de rol van de Nederlandse opsporingsambtenaren bij de interceptie groter dan aanvankelijk werd gezegd. Deze onjuiste en onvolledige informatieverstrekking door het OM heeft geleid tot een gevoel van wantrouwen bij de verdediging. Het heeft ook geleid tot onnodige ruis en tot een vertraging van het strafproces. Zo kon het belang van stukken en verzoeken die door de verdediging werden ingebracht niet altijd goed worden gewaardeerd en kon de geplande uitspraakdatum op 13 mei 2022 geen doorgang vinden. Op de onderzoekwensen die de verdediging voorafgaand aan die zitting had ingediend, kon evenmin worden beslist, omdat het OM aangaf dat er nog een brief van het Landelijk Parket over de Sky ECC interceptie op handen was.
De brief van 2 juni 2022 (voorzien van 500 pagina’s bijlagen) is opgesteld, zo leest de rechtbank, omdat het OM meent dat het risico ontstaat de rechtbanken onjuist of onvolledig worden geïnformeerd doordat de verdediging in verschillende strafzaken “vrij willekeurig” enkele vertaalde stukken uit Belgische strafrechtelijke procedures, aan de rechtbanken overlegden.
De rechtbank spreekt haar zorg uit over het feit dat het OM niet inziet dat juist zij de rechtbank aanvankelijk onvolledig heeft geïnformeerd. Het oordeel of het vertrouwensbeginsel van toepassing is en over de rechtmatigheid van het opsporingsonderzoek kan immers pas worden gegeven nadat bekend is hoe dit opsporingsonderzoek is verlopen. Dat oordeel is ook niet aan het OM maar aan de rechtbank.
Het is ook vooral aan de niet aflatende inspanningen van de verdediging te danken dat het OM uiteindelijk voor de informatie heeft gezorgd die nodig is voor een goede beoordeling van de rechtmatigheid van het bewijsvergaringsproces.
Zoals hiervoor overwogen, ziet de rechtbank in de moeizame informatieverstrekking echter geen begin van aannemelijk dat het OM de procesdeelnemers bewust heeft misleid. Gelet op het feit dat de benodigde transparantie thans wel is gegeven, is er ook geen sprake (meer) van een schending van verdedigingsrechten, waaronder het recht op een eerlijk proces van deze verdachten. Van een zeer fundamentele inbreuk op de beginselen van een behoorlijk procesorde waardoor het wettelijk systeem in de kern is geraakt, is evenmin sprake.
5.1.7.
Conclusie met betrekking tot de voorvragen
De dagvaarding is partieel nietig en voor het overige geldig. De rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
6. Waardering van het bewijs 13.
6.2.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Het OM heeft – onder verwijzing naar het schriftelijk requisitoir – gerekwireerd dat [verdachte] als ‘manusje van alles’ heeft deelgenomen aan het CSV dat zich bezig hield met cocaïnehandel en witwassen (feit 1). Verdachte heeft zich volgens het OM schuldig gemaakt aan betrokkenheid bij invoer van meer dan 1000 kilo cocaïne. In zaaksdossiers Movano en Breeweg, was zijn rol van voldoende gewicht om te spreken van medeplegen (tweede en vierde gedachtestreepje onder feit 2).
Het OM heeft partiële vrijspraak gevorderd van de 148 blokken cocaïne zoals ten laste gelegd onder het eerste gedachtestreepje onder feit 2 (zaaksdossier Liza 2) en van de 876,74 kilo cocaïne zoals ten laste gelegd onder het derde gedachtestreepje onder feit 2 (zaaksdossier Navajos).
6.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.
Net als de officier van justitie, heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat op basis van de stukken in het dossier wetenschap vooraf en feitelijke betrokkenheid bij zaaksdossier Liza 2 en Navajos niet kan worden vastgesteld.
Ten aanzien van zaaksdossier Movano heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de wetenschap en opzet ten aanzien van de verweten invoer ontbreekt. [verdachte] heeft nooit feitelijke beschikkingsmacht gehad over de Opel Movano: anderen hadden daar zeggenschap over. Uit niets blijkt uit dat [verdachte] wist waarvoor de Movano zou worden gebruikt. Ook wist hij niet van de verborgen ruimte die vóór de tenaamstelling van [verdachte] is ingebouwd. Tot slot kan op basis van de baken- en zendmastgegevens niet worden vastgesteld dat [verdachte] in (de buurt van) [medeverdachte 1] aanwezig is geweest ten tijde van de ‘inspectie’ aan de Movano. Het enkel op naam stellen van de Movano, maakt niet dat [verdachte] in enige vorm betrokken was bij de overdracht van cocaïne op 8 juni 2020. Nergens blijkt uit dat [verdachte] nauw en bewust heeft samengewerkt met anderen ten aanzien van de invoer van cocaïne. Ook van het treffen van voorbereidingshandelingen is geen sprake.
Ook ten aanzien van zaaksdossier Breeweg kan niet worden vastgesteld dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan enig strafbaar feit. Uit de inhoud van de Whatsappgesprekken in het dossier, gecombineerd met de camerabeelden van het bedrijventerrein aan de [adres] , blijkt dat niet verdachte, maar [naam 3] degene is geweest die in de nacht van 23 november 2020 verdovende middelen heeft opgehaald bij voornoemd bedrijventerrein en naar de woning aan de [adres] heeft gebracht. Dat de telefoon van verdachte en de Volkswagen Golf dezelfde reisbewegingen hebben gemaakt, kan niet worden vastgesteld. Als dat al zo zou zijn, betekent dit niet automatisch dat [verdachte] in de auto heeft gezeten. Op basis van de stukken in het dossier kan niet worden geconcludeerd dat verdachte in de buurt van de Oostdijk of de Breeweg is geweest. Het transport is ook niet door [verdachte] begeleid. Mocht de aanwezigheid van [verdachte] toch worden aangenomen, dan kan in geen geval enige vorm van strafrechtelijke betrokkenheid worden aangetoond: hij heeft geen feitelijke bijdrage geleverd aan het ophalen en wegbrengen van tassen met verdovende middelen. De enkele aanwezigheid in de buurt dan wel eventuele wetenschap van wat er gebeurde, levert geen medeplegen op.
Ten aanzien van deelneming aan het CSV (feit 1) heeft de raadsman aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte een feitelijke handeling heeft verricht die ziet op de handel in cocaïne. [verdachte] wist niet dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft gehad: hij was naïef. Er is hoogstens misbruik van hem gemaakt in de zaak Movano en inzake Breeweg is [verdachte] meegehobbeld met iemand anders. Aan hem kan geen faciliterende rol worden toegedicht. [verdachte] beschikte niet over een PGP-telefoon om met andere deelnemers van het CSV te communiceren. Ook kan niet worden bewezen dat de bijdrage van [verdachte] van een dusdanige duur en intensiteit is geweest om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.
6.4.
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan het CSV dat als oogmerk had de (internationale) handel in cocaïne en witwassen (feit 1). Dit oordeel is gebaseerd op de bewijsmiddelen, waarvan de vindplaatsen in de voetnoten zijn opgenomen.
[verdachte] wordt vrijgesproken van het medeplegen ten aanzien van de individuele zaaksdossiers zoals ten laste gelegd onder feit 2 (handel in cocaïne). Hoewel duidelijk is dat [verdachte] wel enige rol heeft gehad, is zijn aandeel niet te kwalificeren als medeplegen. Medeplichtigheid is niet ten laste gelegd.
6.4.1.
Sky ECC
Het bewijs in deze zaak bestaat voor een groot deel uit onderschepte en vervolgens ontsleutelde Sky ECC berichten. Om die reden zal de rechtbank beginnen met het koppelen van de in het dossier voorkomende Sky ECC accounts aan de verschillende verdachten, voor zover de gebruikers van de desbetreffende accounts, aan de hand van het dossier of afgelegde verklaringen ter terechtzitting, kunnen worden geïdentificeerd.
Accounts die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 3]
Het Sky ECC account [account 1] , waarvan de gebruiker ook wel ‘ [gebruiker 1] ’, ‘ [gebruiker 2] ’, ‘ [gebruiker 3] ’ of ‘ [gebruiker 4] ’ wordt genoemd, wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 3] , die in de periode 8 november 2019 tot en met 28 april 2020 van dit account gebruik zou hebben gemaakt.14.De politie baseert deze conclusie op de imei-nummers (eindigend op # [nummer] en later # [nummer] ) van de toestellen waaraan het account gekoppeld is geweest, gecombineerd met de historische verkeersgegevens, vluchtgegevens en beslaggegevens. Zo is ten aanzien van het imei-nummer # [nummer] gebleken dat het toestel in de nachtelijke en vroege ochtenduren regelmatig gebruik maakte van Cell-ID’s gevestigd op de [adres Cell-ID] , een zendmast in de buurt van de [GBA adres] , het GBA-adres van de vrouw en kinderen van [medeverdachte 3] .15.Gebleken is dat het toestel (imei-nummer eindigend met # [nummer] ) op 4 februari 2020 omstreeks 15.27 uur gebruik maakte van een Cell-ID aan het Rotterdam Airportplein te Rotterdam en om 17.57 uur van Cell-ID’s te Marokko. Verder is gebleken dat [medeverdachte 3] één van de passagiers was op vlucht [nummer] op 4 februari om 15.28 uur van Rotterdam naar Tangier (Marokko).16.Ook is dit toestel op 26 maart 2020 bij een verkeerscontrole onder [medeverdachte 3] in beslag genomen.17.Nadat [medeverdachte 3] op 29 maart 2020 door de politie was heengezonden, werd het account [account 1] aan het andere imei-nummer gekoppeld (# [nummer] ).18.
Het Sky ECC account [account 2] , waarvan de gebruiker eveneens ‘ [gebruiker 1] ’, ‘ [gebruiker 2] ’ of ‘ [gebruiker 3] ’ wordt genoemd, wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 3] voor de periode 10 juli 2020 tot en met 7 september 2020.19.De politie komt tot deze conclusie, omdat de bijnamen overeenkomen met die van de gebruiker van het bovengenoemde account [account 1] .20.Daarnaast volgt uit de inhoud van een Sky ECC gesprek op 27 en 28 juli 2020 en uit plaatsbepalingsapparatuur in een Volkswagen Golf ( [kenteken] ), een voertuig van [medeverdachte 1] dat bij [medeverdachte 3] in gebruik was, dat de gebruiker van het account [account 2] zich naar de McDonalds te Merksem (België) begaf voor een ontmoeting en dat hij, ‘ [gebruiker 3] ’, onderweg was met 120.000.21.Het toestel met imei-nummer # [nummer]22., vermoedelijk bij [medeverdachte 3] in gebruik, reisde mee.23.
Het Sky ECC account [account 3] wordt op basis van chatgesprekken door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 3] voor de periode van 16 november 2020 tot en met 26 februari 2021.24.Zo wordt op 27 november 2020, vlak na de aanhouding op heterdaad in zaaksdossier Breeweg op 23 november 2020, door de gebruiker van het account [account 3] gezegd dat hij zijn ‘brada’ en ‘3 topwerkers’ binnen heeft, ‘en verlies van dat alles’. [medeverdachte 2] , de halfbroer van [medeverdachte 3] , is op 23 november 2020 aangehouden, waarbij tevens 285 kilo cocaïne is aangetroffen en in beslag is genomen.25.De gebruiker van [account 3] noemt zichzelf in een chat op 25 februari 2021 ‘ [gebruiker 1] ’. In deze chat wordt gesproken over ‘ [bijnaam 1] ’, een bijnaam die wordt toegeschreven aan [medeverdachte 6] , die niet mag praten, en dat er een potje voor hem is als hij buiten komt. ‘ [gebruiker 1] ’ zou 20K afgooien voor het gezin van [bijnaam 1] .26.
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en gaat ervan uit de berichten via de accounts [account 1] , [account 2] en [account 3] door [medeverdachte 3] zijn verzonden en dat de berichten die naar deze accounts zijn verstuurd aan hem waren gericht.
Account dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 2]
Het Sky ECC account [account 4] wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 2] en werd door hem gebruikt in de periode van 4 december 2019 t/m 4 juni 2020. Dit wordt mede gebaseerd op de historische gegevens van het imei-nummer dat aan het account gekoppeld is (# [nummer] )27., in combinatie met aangestraalde Cell-ID’s met MCC-codes in het buitenland en verschillende vluchtgegevens van vluchten waarop [medeverdachte 2] passagier was (vlucht [nummer] van Amsterdam naar Barcelona (Spanje) op 18 december 2019, vlucht [nummer] van Barcelona naar Amsterdam op 19 december 2019, vlucht [nummer] van Schiphol naar Istanbul (Turkije) op 22 februari 2020 en vlucht [nummer] van Istanbul naar Amsterdam op 24 februari 2022).28.Daarnaast straalde het toestel dat gebruik maakte van voornoemd imei-nummer regelmatig Cell-ID’s aan op de Veerlaan 30-54 te Rotterdam. Dit adres bevindt zich – zo constateert de rechtbank - dicht in de buurt van het woonadres van [medeverdachte 2] aan de Brede Hilledijk in Rotterdam.
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel het account [account 4] door [medeverdachte 2] werd gebruikt.
Account dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 5]
Het Sky ECC account [account 5] , met bijnaam ‘ [bijnaam 2] ’, wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 5] op basis van twee imei-nummers (# [nummer] en # [nummer] ). De telefoon met imei-nummer # [nummer] is, hoewel gewist en teruggezet in fabrieksinstellingen, na de aanhouding van [medeverdachte 5] bij de doorzoeking in zijn woning aan de [adres] aangetroffen en in beslag genomen.29.Het Sky ECC account is vanaf 9 april 2020 in het toestel met imei-nummer # [nummer] actief geweest.30.
Het account [account 5] komt voor in zestien chatgroepen, waaronder [account 6] :661 met [medeverdachte 3] (‘ [bijnaam 3] ’, [account 1] ) en een persoon met de bijnaam ‘ [bijnaam 4] ’ (Sky ECC account [account 6] ), waarin de gebruiker van het account [account 5] ‘[gebruiker 5]’ wordt genoemd en waarin op 7 april 2020 aan hem wordt gevraagd of hij updates kan zien van terminal posities. De gebruiker van het account [account 5] reageert dat hij nog geen autorisaties van ECT heeft gekregen en dat dat ‘mrg ofso’ wel rond moet zijn waarna hij een foto van een door [medeverdachte 5] ondertekende mail stuurt waarin wordt verzocht om uitbreiding van de autorisaties voor het account ‘ [account 20] ’. Er wordt door het account dat aan [medeverdachte 3] wordt toegeschreven gereageerd dat ‘hys vndg door zn proeftyd’, dat het ‘bslletje’ nu pas loopt. Als ‘ [bijnaam 4] ’ een lijst stuurt met daarop een geel gearceerd containernummer vraagt de gebruiker van het account [account 5] ‘[bijnaam 4] , wat voor lijstje is dat’ en zegt dat hij niet eerder zo’n lijst heeft gezien. [medeverdachte 3] antwoordt: ‘Beetje bij beetje hebben weekje om essentiele dingen te leren hb je je 1e jlus’. De gebruiker van het account [account 7] antwoordt: ‘Jatoch. Ze zijn tot nu toe erg tevereden over me’.31.In de chatgroep [account 6] :791, wederom met [medeverdachte 3] (‘ [bijnaam 3] ’, [account 1] ) en ‘ [bijnaam 4] ’ ( [account 6] ), wordt de gebruiker van het account [account 5] ‘[gebruiker 6]’ genoemd. Op 22 april 2020 wordt er een foto van een container gestuurd door het account [account 6] .32.Hierop wordt door de gebruiker van het account [account 5] gereageerd met de tekst: ‘goedemorgen, on it’.33.[medeverdachte 5] werkt sinds 9 maart 2020 bij rederij Hapag Lloyd Rotterdam.34.
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat de berichten via het account [account 5] door [medeverdachte 5] zijn verzonden, dan wel dat deze aan hem waren gericht.
Accounts die worden toegeschreven aan [medeverdachte 4]
De Sky ECC accounts [account 8] , [account 9] , [account 10] en [account 11] worden door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 4] op basis van overeenkomende bijnamen (waaronder ‘ [bijnaam 5] ’, ‘ [bijnaam 6] ’, ‘ [bijnaam 7] ’ en ‘ [bijnaam 8] .’) ten aanzien van de periode verricht naar de historische gegevens van de aan de accounts gekoppelde imei-nummers en is er een IMSI-catcher ingezet, waarbij is gebleken dat het IMSI-nummer eindigend op # [nummer] vanaf 25 januari 2020 gekoppeld is aan een telefoon met imei-nummer eindigend op # [nummer] en daarvoor # [nummer] (verbonden aan Sky ECC ID [account 8] ). Bij de wisseling van imei-nummers werd door het Sky ECC toestel dezelfde Cell-ID aangestraald als door het telefoonnummer eindigend op # [nummer] , dat op basis van stemherkenningen aan [medeverdachte 4] wordt toegeschreven.35.De toestellen maken gebruik van dezelfde Cell-ID’s, voornamelijk in Amsterdam-Zuidoost en Almere. Met behulp van een IMSI-catcher is de locatie op 14 april 2020 nauwkeurig vastgesteld op het adres [adres tante] , de woning van de tante van [naam vriendin] , de vriendin van [medeverdachte 4] . Verder is gebleken dat de gebruiker van het toestel met imei-nummer # [nummer] naar Portugal is gevlogen. [medeverdachte 4] staat op de passagierslijst van vlucht [nummer] van Amsterdam naar Portugal. Ten aanzien van het toestel met imei-nummer # [nummer] geldt dat voor vluchten van Amsterdam naar Paramaribo op 31 december 2019 ( [nummer] ) en van Paramaribo naar Amsterdam ( [nummer] ) op 21 januari 2020. [medeverdachte 4] komt opnieuw voor op desbetreffende passagierslijsten.36.
Aan het Sky ECC account [account 9] was een toestel gekoppeld met een imei-nummer eindigend op # [nummer] en een telefoonnummer eindigend op # [nummer] . In onderzoek Wettin is [medeverdachte 4] als de gebruikers van voornoemd imei-nummer geïdentificeerd.37.In onderzoek Waldeck bleek dat dit imei-nummer op dezelfde retourvluchten naar Helsinki en Paramaribo reisde als [medeverdachte 4] .38.
Aan het account [account 11] bleek een toestel met imei-nummer # [nummer] te zijn gekoppeld. In de nachtelijke uren straalde deze voornamelijk Cell-ID’s aan de [adres Cell-ID] aan. Inzet van een IMSI-catcher heeft de locatie van het toestel op 13 juli 2020 nauwkeurig vastgesteld, wederom op het adres [adres tante] . Daarnaast is vastgesteld dat het toestel meereist met het telefoonnummer # [nummer] (reeds hierboven genoemd).39.
Tot slot wordt ook het Sky ECC account [account 12] door de politie aan [medeverdachte 4] toegeschreven. De gebruiker van dit account, dat op 22 juni 2020 in gebruik is genomen, wordt wederom [bijnaam 7] genoemd. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat deze Sky ID veel overeenkomstige contacten heeft met het account [account 11] , dat aan [medeverdachte 4] wordt toegeschreven.40.
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat de berichten via de accounts [account 8] , [account 9] , [account 10] , [account 11] en [account 12] door [medeverdachte 4] zijn verzonden en dat de berichten die naar deze accounts zijn verstuurd aan hem waren gericht.
Account dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 7]
[account 13] , met de gebruikte bijnaam ‘ [bijnaam 9] ’ is het Sky ECC account dat door de politie aan [medeverdachte 7] wordt toegeschreven naar aanleiding van IMSI-scans op 16 april 2020, 22 april 2020 en 7 mei 2020. Hierbij kwam imei-nummer # [nummer] naar voren als nummer dat bij een PGP-toestel hoort. [medeverdachte 7] is bij observaties op dezelfde data ook herkend. Daarnaast is geconstateerd dat dit imei-nummer op verschillende data gelijktijdig meebewoog of op een locatie was met het telefoonnummer # [nummer] dat bij [medeverdachte 7] in gebruik was.41.
Uit Sky ECC gesprekken gevoerd met het account, volgt dat de gebruiker in een grijze Grandis rijdt. [medeverdachte 7] was bezitter en gebruiker van een grijze Mitsubishi Grandis ( [kenteken] ). Uit een Sky ECC gesprek, bakengegevens van de Mitsubishi Grandis en OVC-opnames, blijkt dat [medeverdachte 7] op 16 mei 2020 in de Grandis reed.42.Ditzelfde geldt voor 6 juni 2020.43.
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat de berichten via het account [account 13] door [medeverdachte 7] zijn verzonden, dan wel dat deze aan hem waren gericht.
Account dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 6]
Het Sky ECC account [account 14] , bijnaam ‘ [bijnaam 10] ’, wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 6] op basis van een koppeling aan het toestel met imei-nummer # [nummer] , dat van 25 april 2020 tot en met 18 juli 2020 werd gebruikt.44.Onder [medeverdachte 6] werd dit toestel in beslag genomen.45.Uit onderzoek is gebleken dat voornoemd imei-nummer voornamelijk een Cell-ID aanstraalt op de locatie Plein 1953 te Rotterdam, in de nabijheid van de [adres Cell-ID] , het verblijfadres van [medeverdachte 6] .46.De gebruiker van het account [account 14] stuurt op verzoek van [medeverdachte 3] (zie hierboven) een foto van een brief die gericht is aan [naam bedrijf] , het bedrijf van [medeverdachte 6] .47.
De rechtbank neemt de conclusie dat het account [account 14] bij [medeverdachte 6] in gebruik was over.
Account dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 10]
Het Sky ECC account [account 15] , met bijnaam ‘ [bijnaam 11] ’, wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 10] op basis van het imei-nummer # [nummer] , welk toestel na zijn aanhouding op 24 november 2020 bij de doorzoeking van zijn verblijfadres ( [verblijfadres] ) in de slaapkamer werd aangetroffen en in beslag werd genomen.48.Dit imei-nummer is in de nachtelijke uren in de periode van 17 mei 2020 tot en met 24 november 2020 op 127 dagen (van in totaal 186) in de directe omgeving van [medeverdachte 10] verblijfadres gelokaliseerd.49.De Sky ECC telefoon is op 16 mei 2020 via [medeverdachte 7] door [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 10] (‘ [bijnaam 11] ’) geleverd, wat volgt uit Skygesprek [account 1] :468.50.
De rechtbank neemt de conclusie dat het account [account 15] bij [medeverdachte 10] in gebruik was over.
‘ [bijnaam 4] ’
De Sky ECC accounts [account 6] en [account 16] worden op basis van bijnamen, contacten en historische verkeersgegevens door de politie toegeschreven aan één persoon.51.Zoals hiervoor in de toeschrijving van en Sky ECC account aan [medeverdachte 5] bleek, wordt de gebruiker van deze accounts o.a. ‘ [bijnaam 4] ’ genoemd.
Om de leesbaarheid van het vonnis te vergroten worden hierna – voor zover mogelijk – de accounts waarmee de berichten zijn verstuurd of waarop berichten zijn ontvangen, vervangen door de namen van de hierboven geïdentificeerde gebruikers van de accounts.
6.4.2.
Handel in verdovende middelen (feit 2)
Juridisch Kader
In een aantal zaaksdossiers in het onderzoek Cherokee is sprake van de smokkel van cocaïne waarbij gebruikt wordt gemaakt van een vrachtschip dat de haven van Antwerpen aandoet. In die gevallen is de rechtbank, overeenkomstig vaste rechtspraak, van oordeel dat het een feit van algemene bekendheid is dat schepen de Antwerpse haven niet kunnen bereiken zonder door Nederlands gebied te varen, te weten het Nederlandse gedeelte van de Westerschelde en dat er bij dat varen alleen al sprake is van een voltooide invoer in Nederland. Zodra het schip vervolgens de grens met België passeert, is er sprake van uitvoer. In enkele gevallen doet het vrachtschip eerst de haven van Rotterdam aan, waarna het doorvaart naar de haven van Antwerpen. In dat geval kan worden gesproken over invoer in Nederland op het moment dat de haven Rotterdam wordt aangedaan en uitvoer als er vervolgens wordt doorgevaren naar de haven van Antwerpen.
Op grond van artikel 2, aanhef onder A, in samenhang met artikel 1, vierde lid van de Opiumwet, moet onder het invoeren van verdovende middelen ook het verrichten van handelingen gericht op het verdere vervoer, de opslag en de aflevering van verdovende middelen worden begrepen. Men spreekt dan over de verlengde invoer.
Blokken cocaïne
In de navolgende afzonderlijke zaaksdossiers wordt er in versluierde taal gesproken over blokken dan wel stuks. De rechtbank stelt vast dat er in die gevallen steeds gesproken wordt over blokken cocaïne en dat één blok cocaïne ongeveer 1 kg weegt. De rechtbank concludeert dit op grond van de camerabeelden waarop blokken te zien zijn, het feit dat er in het onderzoek Cherokee daadwerkelijk blokken cocaïne van (tenminste) 1 kilo in beslag zijn genomen en de algemene ervaring die leert dat cocaïne in blokken van één kilo wordt verpakt.
Juridisch kader medeplegen
In feit 2 is de beschuldiging dat [verdachte] zich als medepleger aan die feiten schuldig zou hebben gemaakt. Per afzonderlijk ten laste gelegd onderdeel zal worden ingegaan op het medeplegen, waarvoor de rechtbank telkens het volgende juridische kader voor het medeplegen heeft gehanteerd.
De kwalificatie medeplegen vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking, gericht op het voltooien van het delict. Hiervoor moet sprake zijn van een intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict, die van voldoende gewicht is. De vraag of aan deze eis is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan de rechtbank rekening houden met de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.52.Verdachte moet een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan het delict.
Het opzet van de medepleger moet zijn gericht op de eigen gedraging(en) en op de samenwerking. Hierbij is het niet nodig dat komt vast te staan dat de medepleger wetenschap heeft van de precieze gedragingen die zijn mededaders hebben verricht. Voorwaardelijk opzet is hierbij voldoende.
De rechtbank zal de verschillende zaakdossiers, ondanks vrijspraken die volgen, uitvoerig bespreken. Dit is van belang voor het oordeel over de beschuldiging in feit 1, namelijk deelname aan een criminele organisatie met het oogmerk witwassen en handel in verdovende middelen.
Onderhavige zaak – feiten en omstandigheden
6.4.2.1. Zaaksdossiers Liza
Liza 2: 8 juni 2020 (eerste gedachtestreepje)
Op 8 juni 2020 wordt er via Sky ECC tussen 14.15 uur en 16.05 uur door [medeverdachte 3] ( [account 1] ) met de gebruiker van het account [account 17] gesproken over de levering van 148 stuks. De levering komt ‘straks, veilig met stash, in drie keer’, waarvan de eerste ‘na 6’.53.De Mitsubishi Grandis van [medeverdachte 7] , bevindt zich van 18.35 uur tot 18.49 uur op het adres [vestigingsadres] , waar [medeverdachte 1] gevestigd is.54.[medeverdachte 7] voert hier een gesprek met een onbekende man (NN2):
NN1: 74 toch?
[medeverdachte 7] : Ja toch, heb je het klaargelegd?
[medeverdachte 7] : Kun je ze aangeven aan me? Oh top. Top top.
[medeverdachte 7] : Oh ze zitten aan elkaar.
[medeverdachte 7] : Oeh ze moeten wel los man anders ga ik ze er niet inkrijgen.
Intussen zijn er geluiden te horen van gekraak en geritsel van twee metalen delen die over elkaar rollen.55.Tussen 18.26 uur en 18.31 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 10] een zendmast aan in de omgeving van [vestigingsadres] in Barendrecht.56.
Om 19.32 uur, wanneer de Mitsubishi Grandis zich op de Hamdijk te Breda bevindt,57.heeft [medeverdachte 7] opnieuw een ontmoeting met een onbekende man (NN2). Zij voeren het volgende gesprek:
[medeverdachte 7] : Als je zo klaar bent, rij ik een klein stukje naar voren, dan zet ik ze erin. Dan maken we in ieder geval stapeltjes van 10. Rij ik zo klein stukje naar voren.
NN2: is goed, maar gewoon dat de deur nog dicht blijft hé?
[medeverdachte 7] : Ja, ja, ja.
NN2: Hoeveel heb je bij je?
[medeverdachte 7] : Vierenzeventig.
NN2: Vierenzeventig?
[medeverdachte 7] : Ja man.
[…]
NN2: Kom aan die kant staan.
[medeverdachte 7] : Ja. Ik geef ze per vijf wel aan, ja?
NN2: Ja is goed.
NN2: Moest je van ver komen?
[medeverdachte 7] : Uh, Rotterdam.
Opnieuw zijn krakende en ritselende geluiden te horen en geluiden van metalen delen die over elkaar rollen.58.De telefoon van [medeverdachte 10] peilde omstreeks 19.37 uur uit in de omgeving van de [adres] in Breda.59.Tijdens de terugweg naar Barendrecht, spreken [medeverdachte 7] en [medeverdachte 10] elkaar vanaf 19.49 uur. Zij voeren onder meer het volgende gesprek:
[medeverdachte 10] : Je bent nu klaar toch?
[…]
[medeverdachte 7] : Nee, nee nee nog één keer, dan klaar.60.
[…]
[medeverdachte 7] : Hij kwam ineens achter me rijden en hij ging best wel langzaam rijden, en ik dacht: 'Hé, what the fock?’
Maar was een beetje [bijnaam 13] negertje die er naast zat.
[medeverdachte 10] : ja.
[medeverdachte 7] : Ja, ja. Maar die Skoda was niks trouwens?
[medeverdachte 10] : Nee man want jij komt aanrijden.
[medeverdachte 7] : Ja want dinges tekste mij en zei: "Check die Skoda, die is niet van ons".61.
[…]
[medeverdachte 7] : Ik ga je hangen. We zijn er bijna.
[…]
[medeverdachte 10] : bij parkeerplaats.
[medeverdachte 7] : Oh . Ja oke is goed. Ciao.62.
Om 20.10 uur wordt het gesprek beëindigd. De Mitsubishi Grandis bevindt zich op dit moment opnieuw in de omgeving van de [vestigingsadres] .63.Ook de telefoon van [medeverdachte 10] peilt dan uit in die omgeving.64.Tussen 20.15 uur en 20.22 uur is te horen dat [medeverdachte 7] vraagt of iets aan deze kant kan worden aangegeven. Ook vraagt hij of de camera’s zijn afgeplakt. Er zijn bonkende geluiden hoorbaar van voorwerpen die in een holle ruimte worden neergelegd. [medeverdachte 7] vraagt hoeveel het was. Er wordt geteld tot vijfenzestig, waarna [medeverdachte 7] vraagt: ‘nog negen toch?’. Hierna zijn er opnieuw bonkende en knisperende geluiden hoorbaar, gevolgd door geluiden van het schuiven van metaal en een klap. Om 20.39 uur wordt de motor gestart.65.De Mitsubishi Grandis rijdt hierop opnieuw naar de [adres] te Breda, waar hij van 20.49 uur tot 20.58 uur stilstaat.66.De telefoon van [medeverdachte 10] peilt dan ook weer uit in Breda.67.Hier heeft [medeverdachte 7] om 20.57 uur opnieuw een gesprek met een onbekende man:
[medeverdachte 7] : Zijn we weer.
[…]
[medeverdachte 7] : Gaan we snel werken.
NN2: Ja.
[…]
[medeverdachte 7] : een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien, tien, twintig, dertig, […] veertig, vijftig, […] zeventig.
Er zijn wederom geluiden te horen van dichtslaande portieren, alsmede krakende geluiden en geluiden van het over elkaar schuiven van metalen delen. Om 21.06 uur gaat de Mitsubishi Grandis weer rijden.68.
Aandeel [verdachte] – vrijspraak
Hoewel bakengegevens69.en telecomgegevens70.doen vermoeden dat [verdachte] in de nabije omgeving van [medeverdachte 1] was toen [medeverdachte 7] de blokken cocaïne bij [medeverdachte 1] kwam inladen, is dit naar het oordeel van de rechtbank te weinig om vast te stellen dat hij de (onbekende) man is geweest die de blokken toen aan [medeverdachte 7] heeft aangegeven of dat er anderszins ten aanzien van [verdachte] sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van deze partij cocaïne; zijn betrokkenheid bij deze partij kan niet worden vastgesteld en zal dan ook leiden tot een vrijspraak.
Betrokkenheid van andere verdachten bij zaaksdossier Liza 2
Uit bovengenoemde feiten en omstandigheden volgt dat [medeverdachte 7] 8 juni 2020 in totaal 148 blokken cocaïne (twee keer 74) heeft opgehaald in Barendrecht en heeft afgeleverd in Breda. Hiervoor heeft hij twee ritten gemaakt.
[medeverdachte 10] bevond zich op 8 juni 2020 wederom steeds in de directe omgeving van de Mitsubishi Grandis. [medeverdachte 10] reed mee van Hoofddorp naar Barendrecht, naar Breda, naar Barendrecht en weer naar Breda. Uit dit alles leidt de rechtbank af dat ook in dit zaaksdossier [medeverdachte 10] de rol van beveiliger van de transporten vervulde, wat ook blijkt uit de gesprekken over mogelijke auto’s die hen volgen en waarbij [medeverdachte 7] aan [medeverdachte 10] vroeg of ‘die Skoda’ niks was. Het is gangbaar dat bij transporten van dergelijke grote partijen cocaïne beveiligers meegaan, gelet op de grote waarde ervan. De rol van beveiliger is dan ook belangrijk. [medeverdachte 10] wist wat voor transporten [medeverdachte 7] verrichtte. Het ligt – gelet op de rol die hij vervulde - ook voor de hand dat hij hiervan op de hoogte was. De rechtbank acht de rol van [medeverdachte 10] daarmee van voldoende gewicht om te kunnen spreken van medeplegen.
Uit het aangehaalde Sky ECC gesprek, volgt dat [medeverdachte 3] contact heeft met de afnemer van de partij cocaïne, voordat deze door [medeverdachte 7] in twee delen bij [medeverdachte 1] werd opgehaald en werd geleverd. Hoewel niet is vastgesteld dat [medeverdachte 3] zelf handelingen heeft verricht met betrekking tot de daadwerkelijke levering, blijkt hieruit wel zijn coördinerende rol: [medeverdachte 3] laat – net als in zaaksdossier Burro - de uitvoerende taken aan anderen over en blijft zelf ‘veilig’ op afstand. Deze coördinerende rol is gericht op de succesvolle distributie van de partij cocaïne en is van voldoende gewicht om te spreken van medeplegen.
6.4.2.2. Zaaksdossier Movano
Zaaksdossier Movano ziet op de verdenking van de in- en uitvoer van een partij van ruim 676 kilo cocaïne, afkomstig van een schip uit Brazilië, die in de haven van Antwerpen op 24 augustus 2020 in een geprepareerde Opel Movano in beslag werd genomen. [medeverdachte 4] en [verdachte] worden verdacht van betrokkenheid bij deze in- en uitvoer. In het zaaksdossier wordt – mede in het kader van het nog nader te beschrijven CSV - ook ingegaan op de mogelijke rol van [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] bij dit transport.
Feiten en omstandigheden
Het aantreffen van cocaïne op 22 augustus 2020
Op 24 augustus 2020 worden in de omgeving van de haven van Antwerpen vier personen ( [persoon 1] , [persoon 2] , [persoon 3] en [persoon 4] ) aangehouden in een Opel Movano (hierna: Movano), waarna in een verbogen ruimte 652 blokken (vermoedelijk) cocaïne in sporttassen worden aangetroffen71., met een totaalgewicht van 676,9 kilo.72.Vierhonderdzevenennegentig pakketten (met een totaalgewicht van 511,5 kilo) waren met doorzichtige folie en verschillende lagen tape verpakt. De cocaïne had een afbeelding van een kroon. Honderdzestig pakketten (met een totaalgewicht van 165,4 kilo) waren met doorzichtige folie en verschillende lagen tape verpakt. Op de verpakking was een logo van een olifant afgebeeld.73.De partij is op 23 augustus 2020 per containerschip de [naam schip] aangekomen in de haven van Antwerpen. Het schip is op 5 augustus 220 vanuit Brazilië vertrokken. Met een tussenstop in Santa Cruz (Spanje), is het schip via Nederlandse wateren (de Noordzee en de Westerschelde) naar Antwerpen gevaren.74.
De Opel Movano
De Movano bleek op amateuristische wijze van zwart naar wit te zijn overgespoten.75.Het kenteken op de Movano ( [kenteken] ) bleek te horen bij een witte Citroën Jumper op naam van [naam 4] te Geel (België). De kentekenplaten van het originele kenteken van het voertuig ( [kenteken] ) werden in de laadruimte aangetroffen.76.Dit kenteken stond van 19 juli 2020 tot 31 augustus 2020 op naam van [verdachte] . Daarvoor, van 13 juli 2020 tot 19 juli 2020 heeft het voertuig op naam gestaan van [naam 5] .77.
[medeverdachte 1]
Op 28 juli 2020 is er bij het bedrijfspand van [medeverdachte 1] een camera geplaatst. Uit de beschreven beelden maakt de rechtbank op dat er in de periode van 29 juli 2020 tot en met 22 augustus 2020 verschillende Movano’s arriveren en vertrekken bij [medeverdachte 1] . Zowel [medeverdachte 2] als [verdachte] worden ook in de nabijheid van die wagens gezien.78.Meer specifiek met betrekking tot de Movano met de lading cocaïne die op 24 augustus in Antwerpen is aangetroffen, is van belang dat op 7 augustus 2020 een zwartkleurige Movano met kenteken [kenteken] op een autoambulance met Belgisch kenteken aankomt bij [medeverdachte 1] . Nadat de Movano van de autoambulance is afgeladen, wordt deze bij [medeverdachte 1] naar binnen gereden.79.Dit is de Movano waarin de vier personen op 24 augustus 2020 in Antwerpen worden aangehouden.
Autobedrijf [naam 5]
Op 11 augustus 2020 wordt door een verbalisant gezien dat er links achterin de bedrijfsruimte van Autobedrijf [naam 5] deze zwarte Opel Movano met kenteken [kenteken] staat, die aan de linker zijkant en achterkant beige van kleur is. De verbalisant herkende de kleur als spuitplamuur. In de bedrijfshal stond een spuitcabine.80.
Sky ECC gesprekken
Op 15 juli 2020 is de chatgroep [account 6] :1542 aangemaakt. Deelnemers waren een persoon met de gebruikersnaam ‘ [bijnaam 4] ’, [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en een persoon die geïdentificeerd is als [naam 6] . De gesprekken tussen 15 en 18 juli 2020 waren voornamelijk tussen [medeverdachte 3] en [naam 6] en gaan over het inbouwen van een verborgen ruimte in een Movano, het spuiten van de wagen en er wordt over gesproken dat er wel 50 tassen in moeten kunnen. Ook worden er foto’s meegezonden waarop in ieder geval in plastic gewikkelde zwarte tassen, een verborgen ruimte en een auto te zien zijn. Uit de gesprekken blijkt verder dat er op 17 juli 2020 een auto in een spuitcabine in het Autobedrijf [naam 5] is gespoten. Vanaf 17 juli 2020 mengt [medeverdachte 4] zich in de gesprekken en vraagt onder meer waar en wanneer de bus gehaald moet worden en meldt op enig moment dat ‘ze’ er zijn.81.
Op 18 augustus 2020 is de Sky ECC chat met groepsnaam [account 18] :88 aangemaakt. Aan de gesprekken nemen de gebruikers [account 18] , [account 6] (‘ [bijnaam 4] ’), [account 19] deel. In die gesprekken wordt een plan van aanpak besproken voor de uithaal van verdovende middelen die aan boord van een schip verstopt zaten. Het schip zou aanmeren op 22 augustus 2020 om 5.00 uur in Antwerpen. De verdovende middelen zaten verstopt in Scania trucks, waarvan werd verondersteld dat ze “heet” waren en om 13.12 uur wordt gemeld dat ze ‘het’ uit de scania’s hebben.82.De rechtbank constateert dat de persoon met account [account 6] en gebruikersnaam [bijnaam 4] ook deelnam aan de hiervoor genoemde chatgroep [account 6] :1542 waarin gesproken werd over het prepareren van een Movano.
Op 23 augustus 2020 is de chatgroep [account 6] :1822 aangemaakt waaraan in ieder geval [account 6] (‘ [bijnaam 4] ’), en [medeverdachte 3] deelnamen. In dat gesprek wordt door een onbekend gebleven persoon geschreven dat de stach (de rechtbank begrijpt: stash) bij de afslag Breda Noord op de A16 bij een benzinepomp wordt afgezet, waarna [bijnaam 4] antwoordt dat het beter is het af te zetten op de Temsestraat Breda ter hoogte van nummer [nummer] . Met [medeverdachte 3] wordt vervolgens gesproken over wanneer dat kan gebeuren. Hij meldt dat hij zo laat weten hoe laat het zal worden.83.Enige minuten later meldt [medeverdachte 3] dat er niet gereden kan worden met de originele platen en vraagt of de platen niet naar Rotterdam kunnen komen waarop hij ze erop laat zetten en de bus afgeven.84.Uit de daaropvolgende gesprekken maakt de rechtbank op dat zijn takelwagen rond 22:20 uur aan de Temsestraat zal zijn.85.
Op 23 augustus 2020 is er ook de chatgroep [account 6] :1820 waaraan ook weer [account 6] (‘ [bijnaam 4] ’) en [medeverdachte 3] deelnamen. Daarnaast namen ook een tweetal personen deel die door de politie als [naam 7] ( [bijnaam 12] ) en [naam 8] worden geduid. Uit die gesprekken maakt de rechtbank op dat [bijnaam 4] aan [naam 8] vraagt naar de loods te gaan en de jongen die de bus gaat besturen de stash uit te leggen en vraagt aan [naam 7] ook mee te gaan om alles te coördineren. Vervolgens stuurt [bijnaam 4] een foto van een aantal witte auto’s op een schip en zegt “Kijk [naam 8] dit is de klus” en “Zijn 7 autos staan op deck 7”. Daarnaast stuurt hij nog een foto van een auto met geopende kofferbak en schrijft dat de tassen in de kofferbak zitten. Ook stuurt hij een foto van een briefje met een zevental chassisnummers. [medeverdachte 3] vraagt vervolgens hem een seintje te geven als ze bij de loods zijn. [medeverdachte 3] geeft vervolgens rij-instructies en zegt “[naam 8] check even alles [bijnaam 12] controleer met hem. Slaapzak powerbank telefoon die in contact met [naam 9] is. Eten” en “[naam 8] test even die stash gaat dezelfde open als die andere” en zegt tegen [naam 8] dat hij in de transporter moet blijven en de wekker om 3.00 moet zetten.86.
Op 23 augustus 2020 is er ook een groepschat tussen gebruikers [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , ‘ [bijnaam 4] ’, [persoon 2] en een aantal onbekend gebleven personen. Deze [persoon 2] blijkt de bestuurder van de Movano te zijn die de dag later in Antwerpen wordt aangehouden. De start van de groepschat is om 19:04 uur en de tekst luidt “Hey broers group voor actie morgen”. [bijnaam 4] zegt dat hij mariniers opdracht heeft gegeven om het in de auto’s te steken die Antwerpen gelost worden in de koffers en dat de forman morgen op de boot staat en posities gaat doorgeven en geeft nog verdere instructies. Waarop een van de onbekend gebleven personen zegt “Broer 5.15 vertrekken is goed op tijd morgen knallen”. [medeverdachte 3] stuurt een screenshot door van een locatie op Google maps: [adres] .
Rond 3.00 uur in de nacht vangt de goepschat weer aan en uit het gesprek valt op te maken dat [medeverdachte 3] controleert of iedereen al verzameld is en zegt om 3.19 uur “[naam 10] weet hoe stash open gaat [bijnaam 13]” en “ je sky geef hem aan die chaufeeur he”. [bijnaam 4] stuurt nog een keer de foto met de chassisnummers en van de auto’s en zegt dat ze alles moeten dubbelchecken en dat hij niet weet hoeveel zakken het precies zijn. Verder zegt hij dat ze iedere auto die leeg is moeten confirmeren met een foto. Om 5.39 uur zegt hij dat ze nu gaan lossen en om 6.59 zegt hij dat nog niet alles gelost is en dat ze moeten wachten. [medeverdachte 4] zegt vervolgens : “Sta gewn standby ready ready. Alles gaat zo gelost zijn”. Om 7.05 uur zegt een van de onbekend gebleven personen dat ze allemaal in het busje zitten waarop [medeverdachte 4] antwoordt “Topp”. Om 7.24 uur zegt [bijnaam 4] dat alles al gelost is en geeft verdere instructies aan de personen die kennelijk bezig waren met het lossen en vervolgens de papieren naar binnen moeten brengen. De rechtbank begrijpt dat met het lossen het uithalen van de cocaïne wordt bedoeld. Uit de gesprekken blijkt vervolgens dat er in verband met Corona maar één persoon naar binnen mag. De rechtbank gaat er op grond van het gesprek vanuit dat hiermee bedoeld wordt dat er maar één persoon de ruimte (voor security) in mag alwaar de papieren in orde moeten worden gebracht. [medeverdachte 4] zegt op enig moment, als er over en weer gesproken wordt over wie wat gaat doen dat er geen paniek moet komen. Rond 7.55 uur lijkt het met de papieren geregeld te zijn en [bijnaam 4] zegt “7 kofferbakken, Alles gelijk na de stash, Laat busje ook mee helpen inladen, jullie legen en hij tilt zakken snel in de stash”. Even later zegt [medeverdachte 4] “Jaa broers gas erop”. [medeverdachte 4] geeft een paar minuten later aanwijzingen over waar de sleutels van de auto zijn en zegt dat ze het er snel uit moeten halen, een foto moeten maken en dubbel checken als het leeg is en dan door naar het volgende. Om 8.27 uur wordt gezegd dat de stash vol is en er worden foto’s gestuurd waarop tassen te zien zijn. Om 8.36 uur zegt [medeverdachte 3] “Top broers nu veilig buiten komen, moet lukken” en vraagt om 8.46 uur “Seintje als jullie buiten rijden” waarop [persoon 2] antwoordt “Goed broeder Egypt je hoort meteen”. Om 8.50 uur vraagt [bijnaam 4] of ze buiten zijn en stuurt adres “[adres] , [nummer] hekcode”. Hij zegt dat dit het adres is waar ze heen moeten. Uit de gesprekken is verder op te maken dat [bijnaam 4] vanaf 8.56 uur geen reactie meer krijgt van de personen die zojuist vanaf de haven zijn weggegaan en meldt om 8:57 uur “Ze zijn gepakt”. [bijnaam 4] zegt vervolgens “is gedaan” waarop [medeverdachte 4] reageert met “Jaa. Broer. Tering man”. Even later zegt [medeverdachte 3] “Maar die platen klopten roch”, waarop [bijnaam 4] antwoordde dat alles klopte.87.
Activiteiten na de aanhouding
Op 31 augustus 2020 heeft de gebruiker van account [account 16] met gebruikersnaam [gebruiker 7] , wordt vermoed dat dit dezelfde persoon is als [bijnaam 4]88.contact met iemand in de Engelse taal, waarin hij zegt dat hij beschikt over het dossier en uitlegt wat er mis is gegaan met de uithaal van de verdovende middelen op 24 augustus 2020. De jongens zouden het hebben verkloot (‘this fuckers, fucked us’), omdat er een Opel busje was gegeven met Citroën huurplaten. Doordat de bus was getipt, hebben ze 670 kilo verloren. De gebruiker van het account [account 16] had een Movano zonder platen gegeven, waarin een ‘stash’ werd gebouwd, waarna er Jumper platen zijn geplaatst. [gebruiker 7] stuurt foto’s van een pro justitia rapport mee.89.
In Sky ECC chatgroep [account 16] :27 wordt op 31 augustus 2020 gesproken tussen [gebruiker 7] ( [account 16] ), de gebruiker van het account [account 18] en [medeverdachte 3] ( [account 2] ). [account 18] zegt dat de enige die de platen kende, de man van het busje is. [medeverdachte 3] zegt dat het verhaal simpel is: de Belgische politie is op 24 augustus om 8.00 uur getipt dat er een belangrijke uithaal zou plaatsvinden met een huurvoertuigen met een kenteken beginnend met [nummer] . Er is een observatie geplaatst en toen werd de Movano gezien met een kenteken dat hoort bij een Citroën Jumper. [medeverdachte 3] stuurt een foto van het politiedossier. [account 18] reageert dat de man van het busje de enige was die van de platen wist op dat moment. [account 18] zegt dat als zijn jongen door hem vast zit en de lading door hem verloren is, hij hem afmaakt. De man van het busje heeft een probleem. Hij moet betalen, of zijn hoofd wordt eraf gehakt.90.Op 1 september 2020 wordt het gesprek tussen deze personen voortgezet en wordt afgesproken dat er mensen klaar staan om de man te pakken, dat ze een ‘tracker’ gaan zetten en de man wordt ‘geplakt’ als hij naar zijn advocaat gaat, dat ze alles gaan alles aanhoren wat de man zegt en [account 18] heeft een loods klaar, hij wil alles horen en weten. [medeverdachte 3] geeft aan dat hij er stipt op tijd zal zijn.91.
Onder [verdachte] is een telefoon in beslag genomen. Uit onderzoek aan deze telefoon blijkt dat op 24 en 26 augustus 2020 via Google o.a. de volgende zoekopdrachten zijn ingevoerd:
- -
800 kilo coke onderschept;
- -
800 kilo coke onderschept rotterdam;
- -
belgie bus aangehouden;
- -
belgie transport aangehouden;
- -
belgie nieuws.92.
Zoals hiervoor vermeld heeft [verdachte] de Movano die op 24 augustus met de lading cocaïne is aangetroffen op zijn naam gehad. Op 31 augustus 2020 is er door [naam 11] aangifte gedaan van diefstal van de Movano met kenteken [kenteken] . [naam 11] zou de Movano op 21 augustus 2020 geleverd hebben gekregen, maar pas op 31 augustus 2020 hebben overgeschreven omdat hij eerder in quarantaine zat.93.[naam 11] heeft de Movano op verzoek van een vriend gekocht. ‘ [verdachte] ’ had de auto voor hem geregeld. Hij heeft hier € 12.500,- voor betaald. [verdachte] heeft voor zijn hulp € 1.000,- heeft gekregen, waardoor [naam 11] zelf € 1.500,- overhield. De vriend voor wie het busje was, wilde dat deze in plaats van wit, zwart werd gespoten. Dat kon bij een zaak van een vriend van ‘ [verdachte] ’ in Barendrecht, waar het busje ook kon worden gestald totdat de vriend deze nodig had.94.[verdachte] heeft aanvankelijk verklaard dat hij de Movano aan een jongen had verkocht die hij kent van uitgaan in Rotterdam. Omdat de jongen Corona kreeg, duurde het even voordat de bus op zijn naam was gezet.95.
[verdachte] heeft ter terechtzitting erkend dat de Movano op zijn naam heeft gestaan. Dat zou hij in opdracht van een ander hebben gedaan.96.[verdachte] heeft voorts verklaard zelf geen de beschikking te hebben gehad over de auto. Toen [verdachte] hoorde dat de auto ‘in de shit’ zat, was hij naar eigen zeggen in paniek. De aangifte van [naam 11] is volgens [verdachte] ‘bullshit’. Op overige vragen heeft hij geen antwoord willen geven.
De rechtbank bestempelt deze aangifte inderdaad als ongeloofwaardig. De rechtbank gaat er vanuit dat [verdachte] , nadat de partij cocaïne is onderschept, de Movano van zijn naam af wilde hebben en daarvoor een schijnconstructie in elkaar heeft gezet. Dit baseert de rechtbank mede op de door [verdachte] gevoerde gesprekken. Zo heeft [medeverdachte 3] op 30 en 31 augustus 202097.via Snapchat gesprekken gevoerd met onbekend gebleven personen waarin gesproken wordt over een bus op naam van een jongen van hem die gepakt is met 670 stuks. [medeverdachte 3] dicteert daarbij een verklaring op naam van [verdachte] en geeft instructies hoe die bus moet worden overgeschreven op naam van een ander.98.
Vaststelling cocaïne
Hoewel er geen drugsrapport is waaruit blijkt dat de aangetroffen partij cocaïne betreft, kan naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend worden bewezen dat de aangetroffen partij cocaïne betreft. In het onderzoek Cherokee gaat het bij de onderschepte en onderzochte partijen steeds over cocaïne (bijvoorbeeld het hierna te bespreken zaaksdossier Breeweg). Net als in andere zaaksdossiers in het onderzoek Cherokee is [medeverdachte 3] ook deze keer degene die het transport (mede) heeft georganiseerd. Daarnaast spreekt [medeverdachte 3] over ‘stuks’ als hij spreekt over het verlies van de partij. In de gevoerde gesprekken in het onderzoek Cherokee gaat het in dat geval steeds over blokken cocaïne. Van zijn betrokkenheid in de handel van iets anders dan cocaïne is niet gebleken. De blokken worden door de Belgische politie als cocaïne herkend en ook de wijze van verpakking (ingetapete blokken al dan niet met afdruk of indruk) is typerend voor cocaïne. Onder deze omstandigheden kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat ook deze partij cocaïne betreft. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
Betrokkenheid van verdachten bij zaaksdossier Movano
Uit bovengenoemde feiten en omstandigheden volgt dat er een intensieve samenwerking heeft plaatsgevonden met betrekking tot het uithalen van de partij cocaïne in Antwerpen, afkomstig vanaf een schip vanuit Brazilië en de verdere distributie daarvan in de omgebouwde Movano. De cocaïne is – vanwege de vaarroute van het schip - via de Noordzee en de Westerschelde binnen Nederlandse wateren gebracht en heeft die wateren ook weer verlaten om in Antwerpen te kunnen aankomen. Dat betekent dat sprake is geweest van invoer en van uitvoer. Uit de bewijsmiddelen blijkt bij uitstek van een gezamenlijk plan en een nauwe en bewuste samenwerking tussen meerdere betrokkenen, waarin ieder een eigen aandeel had, gericht op een succesvolle voltooiing van het delict.
[medeverdachte 3] heeft blijkens de Sky ECC chats een duidelijke rol gehad bij het in goede banen leiden van het inbouwen van de verborgen ruimte, het overspuiten van de Movano en het leveren van de Movano op de actiedag zelf. Uit de Sky ECC chats blijkt dat hij daarnaast een aansturende, leidinggevende rol vervulde bij de uithaalactie in de haven. Na de aanhoudingen en inbeslagname bemoeit [medeverdachte 3] zich actief met het achterhalen van de reden van onderschepping van de Movano, waarbij het gebruik van geweld niet lijkt te worden geschuwd. Ook probeert hij de herleidbaarheid van de Movano naar hemzelf en mogelijk anderen te beperken, door het kenteken op naam van een ander te laten zetten.
[medeverdachte 4] heeft contact met, onder anderen, [medeverdachte 3] over het preparen van de Movano en de Movano wordt door ‘jongens’ van [medeverdachte 4] opgehaald, die ter plekke worden geïnstrueerd over de werking van de verborgen ruimte. Op de actiedag zelf wordt er intensief gecommuniceerd via Sky ECC. Naast ‘ [bijnaam 4] ’ en [medeverdachte 3] , blijkt ook [medeverdachte 4] een coördinerende rol te vervullen. Hij stuurt aanwijzingen naar de uithalers ter plaatse en staat direct met hen en met [medeverdachte 3] en [bijnaam 4] in contact. Het is duidelijk dat ook hij van de hoed en de rand weet. Hij weet onder meer waar de sleutels van de Renault auto’s gevonden kunnen worden, hij moedigt de uithalers ter plaatse aan en complimenteert hen. Gelet op de inhoud van de Sky ECC chats en de verrichte handelingen, kan het – net als in de zaak Burro – niet anders dan dat [medeverdachte 4] enige wetenschap heeft gehad van de herkomst van de partij cocaïne (en daarmee dus van de in- en uitvoerroute). Naar het oordeel van de rechtbank heeft [medeverdachte 4] een wezenlijke bijdrage geleverd aan de voltooiing van het delict. Goede voorbereidingen (de Movano) en instructies (de vindplaats van de sleutels van de auto’s met daarin de verdovende middelen) zijn essentieel om het veilig stellen van de partij cocaïne te realiseren en om de in- en uitvoer te laten slagen. Met name de instructies die [medeverdachte 4] heeft gegeven kunnen daarbij worden gezien als een intellectuele bijdrage van voldoende gewicht. Onder de geschetste omstandigheden zag zijn betrokkenheid en opzet daarmee niet alleen op de verdere distributie van de partij, maar ook op de in- en uitvoer daarvan.
Vrijspraak [verdachte]
Uit bovengenoemde feiten en omstandigheden volgt dat [verdachte] een rol heeft vervuld. De Movano stond sinds 19 juli 2020 op zijn naam, hij is op 22 augustus 2020 gezien bij [medeverdachte 1] en hij heeft geprobeerd de link met [medeverdachte 3] en hemzelf te verdoezelen. Uit de zoekslagen in zijn telefoon blijkt dat [verdachte] ook wist waarvoor de Movano was gebruikt. Welke mate van betrokkenheid [verdachte] in dit zaaksdossier echter precies heeft gehad, is niet helder geworden en wat er wel bekend is, is onvoldoende om te kunnen spreken van medeplegen. Er is namelijk te weinig bekend om vast te stellen dat er ten aanzien van [verdachte] sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van deze partij cocaïne.
6.4.2.3. Zaaksdossier Navajos
[verdachte] wordt ervan verdacht zich in de periode van 26 september 2020 tot en met 2 oktober 2020 samen met anderen, waaronder [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] , schuldig te hebben gemaakt aan de invoer van 876,74 kilo cocaïne, die op 2 oktober 2020 op de ECT Deltaterminal in de haven van Rotterdam is onderschept, waarbij op heterdaad insluipers [insluiper 1] , [insluiper 2] , [insluiper 3] en [insluiper 4] zijn aangehouden. Ook dit zaaksdossier wordt hieronder uitgebreid besproken, mede in het licht van het nog te beschrijven CSV.
Feiten en omstandigheden
Op 10 juni 2020 ontving het Internationaal Rechtshulpcentrum van de politie Rotterdam via Europol SIENA informatie dat een medewerker van Hapag Lloyd Rotterdam, gebruiker van het e-mailadres [medeverdachte 5] . [e-mail adres] , zijn functie zou misbruiken om containers op frauduleuze wijze van een containerterminal af te krijgen. Hierbij zou de standaardprocedure van Hapag Lloyd niet in acht worden genomen.99.In de nacht van 1 op 2 oktober 2020 werd door de gebruiker van het Hapag Lloyd-account [account 20] , in gebruik bij [medeverdachte 5] , gezocht op een groot aantal zeecontainers, waaronder container met nummer [nummer] . Dit gebeurde op 1 oktober 2020 om 18.01 uur en 18.03 uur en op 2 oktober 2020 om 1.33 uur.100.Ook containernummer [nummer] werd op 2 oktober 2020 om 6.54 uur door [medeverdachte 5] bevraagd.101.Verder heeft de gebruiker van het account [account 20] in de nacht van 2 oktober 2020 tussen 2.29 uur en 4.23 uur acht 24-uursrapportages opgevraagd bij de ECT, waaronder rapportages waarin kan worden gezien welke containers op de terminal staan en welke containers zijn geblokkeerd.102.Vanaf 15 september 2020 was er een technische actie aangesloten op het telefoonnummer # [nummer] dat in gebruik was bij [medeverdachte 5] .103.Op 1 oktober 2020 voerde hij om 18.14 uur een telefoongesprek, waarin een vrouw vraagt wat hij gaat eten, waarop [medeverdachte 5] reageert dat hij denkt dat hij iets gaat bestellen omdat hij denkt dat hij vandaag aan zijn laptop gekluisterd zit.104.
Er is besloten tot het onderzoeken van de containerstack van [nummer] , waar een insluiper ( [insluiper 4] ) werd aangetroffen en aangehouden. In de container bleek dat de lading met zakken aardnoten was verstoord, er waren zakken verplaatst en opengesneden en er werden sleep- en loopsporen aangetroffen die leidden naar container [nummer] . Hoewel de container leeg was, werden er wit poeder en aardnoten op de grond aangetroffen. Het [bijnaam 19] liep verder naar container [nummer] , waar opengemaakte zakken aardnoten en wit poeder op de vloer lagen. Het [bijnaam 19] leidde tot slot naar de eerder door [account 20] geraadpleegde container [nummer] . In de container werden drie insluipers ( [insluiper 1] , [insluiper 2] en [insluiper 3] ) aangetroffen en aangehouden, alsmede grote doorzichtige zakken met daarin een witte poederachtige substantie. Het brutogewicht van de zakken was 876,74 kilo. In de container werden o.a. telefoons aangetroffen. In de nabijheid van de container werden rugtassen aangetroffen.105.Vermoed werd dat de zogeheten switchmethode was toegepast, waarbij verdovende middelen in container 1 zijn gesmokkeld, waarna deze in container 2 en 3 zijn overgepakt in zakken en vervolgens in de zakken naar container 4 zijn overgebracht, waarna de container op reguliere wijze of middels pinfraude van het ECT-terrein zou worden afgehaald.106.De poederachtige substantie bleek cocaïne.107.Op het ECT-terrein werden op 2 oktober 2020 nog drie onbevoegd aanwezige personen aangehouden, één daarvan was [naam 12] . Hij werd diezelfde avond heengezonden.108.
Eén van de in de container [nummer] aangetroffen telefoons stond ingeschakeld. Op het scherm stond de navolgende tekst: “Dit apparaat wordt beheerd door je organisatie.” De toegangscode [code] ! bleek het wachtwoord van het toestel te zijn.109.In de app Ciphr Chats stonden drie ‘chats’, waaronder een chat met de naam ‘ [gebruiker 1] ’ en een chat van de groep ‘DDN’ die meerdere malen door ‘ [gebruiker 1] ’ was geupdate en waarvan ‘ [gebruiker 1] ’ de eigenaar was.110.
Gesprekken
In het onderzoek dat op de onderschepping van deze partij cocaïne volgde, is onderzoek gedaan naar communicatie tussen verschillende personen, voorafgaand en na de onderschepping.
Vanaf 17 augustus 2020 is de communicatie in het voertuig dat in gebruik was bij [medeverdachte 2] opgenomen. Op 26 september 2020 heeft [medeverdachte 2] tussen 17.52 uur en 18.52 uur een gesprek met een onbekende man (NN) en voert hij een aantal telefoongesprekken. Met het OM leidt de rechtbank uit deze gesprekken af dat [medeverdachte 2] aan een uithaler een werkwijze uitlegt om partijen cocaïne uit te halen uit de haven. [medeverdachte 2] geeft aan dat degene met wie hij spreekt sowieso 'daar' moet blijven slapen en niet klagen als hij daar ineens vijf dagen moet zitten. [medeverdachte 2] vertelt hem dat als het eten op raakt, iemand wordt gestuurd om eten te brengen en dat het negen van de tien keer goed gaat, het is een soort kat-en-muisspel. Ook krijgt deze persoon instructies van [medeverdachte 2] om goed te luisteren: het contact zal lopen via een telefoon en als hij de opdracht krijgt om te rennen, dan moet hij rennen. Verder blijkt dat [medeverdachte 2] zich bezighoudt met het regelen van telefoons, powerbanks en tassen. Hij heeft de tassen ‘nu’ nodig en rijdt naar ‘[bijnaam 14]’. Ook spreekt [medeverdachte 2] tijdens de opnames over Ciphr telefoons en gaf [medeverdachte 2] het wachtwoord [code] !.111.
Op 2 oktober 2020 om 23.15 uur voerde [medeverdachte 2] een gesprek in zijn auto waarin hij tegen een onbekend gebleven vrouw zegt dat hij [naam 12] niet meer gaat spreken. Ze gingen springen in de haven en ze zijn gepakt, maar [naam 12] niet, hij is niet met de spullen gezien.112.
Op 31 oktober 2020 had [medeverdachte 2] een Whatsappgesprek met ‘[medeverdachte 3]’, door de politie geïdentificeerd als [medeverdachte 3] , waarin [medeverdachte 2] vroeg of hij alvast 5k moest pakken voor ‘die advo’, ‘die boy die met [naam 12] was gepakt’.113.
Zoals hiervoor vermeld, was [naam 12] één van de aangehouden en vervolgens verdachten op het ECT terrein.
Door het onderzoeksteam is op basis van verschillende bevindingen geconcludeerd dat één van de bijnamen van [verdachte] ‘ [bijnaam 14] ’ is, zo stond bijvoorbeeld een telefoonnummer dat gebruikt werd door [verdachte] in de telefoon van [medeverdachte 2] vermeld onder het contact ‘ [bijnaam 14] ’.114.Ook [verdachte] voert op 2 en 3 oktober 2020 telefoongesprekken met een onbekend gebleven man die in verband lijkt te kunnen worden gebracht met de aanhouding van [naam 12] . [verdachte] zegt daarin onder meer dat ‘ze hebben dinge geklemd hoor, [naam 12]’ en zijn gesprekspartner vraagt ‘Met wie was [naam 12] gegaan’. Ook zegt [verdachte] ‘[naam 12] is net vrij’ en op de vraag ‘dus hij was niet geturned met die dingen?’ antwoordt [verdachte] ‘Nee man, hij is niet met die boys gepakt man. Hij heb geluk’.115.116.
Bij de doorzoeking van de woning waar [verdachte] ten tijde van zijn aanhouding verbleef ( [verblijfadres] ) werden vijf powerbanks aan opladers aangetroffen en ook een bon van de aanschaf van 16 powerbanks voor het bedrag van € 696,41 bij de Mediamarkt te Rotterdam-Zuid op 18 november 2020.117.Naast zijn bed stond een gele shopper met daarin afbreekmessen, handschoenen, een kniptang, rollen tape en een zaklamp, goederen waarvan het de politie ambtshalve bekend is dat deze worden gebruikt door uithalers die een aantal dagen in een container moeten wachten voordat ze deze kunnen uithalen.118.Uit onderzoek is gebleken dat [verdachte] op 15 oktober 2020 zoekslagen heeft gemaakt naar de Hornbach en Action.119.De op het ECT-terrein in de buurt van container [nummer] aangetroffen rugtassen waren van het merk Active Sport, die bij Action worden verkocht. In de tassen zaten powerbanks, oplaadkabels, kniptangen, scharen, zaklampen, stanleymessen, werkhandschoenen, luierzakken, billendoekjes, een bivakmuts, sigaretten en voeding. Deze rugzakken met inhoud komen overeen met de rugzakken en goederen die bij een eerdere controle van [verdachte] op 15 oktober 2020 in zijn auto werden aangetroffen.120.
Vrijspraak [verdachte]
wordt vrijgesproken van strafrechtelijke betrokkenheid (medeplegen) bij dit zaaksdossier. Hoewel er, getuige de door hem gevoerde telefoongesprekken op 2 en 3 oktober 2020, aanwijzingen zijn dat [verdachte] wetenschap heeft van hetgeen zich in de nacht van 1 op 2 oktober 2020 op de ECT-terminal heeft afgespeeld en er aanwijzingen zijn dat spullen heeft geleverd voor de uithalers, is dit onvoldoende om vast te stellen dat hij als medepleger bij deze uithaal betrokken is geweest.
Betrokkenheid van andere verdachten bij zaaksdossier Navajos
Uit bovengenoemde feiten en omstandigheden volgt dat [medeverdachte 5] in de nacht van 1 op 2 oktober 2020 buiten werktijden om de containers heeft bevraagd die sleepsporen bevatten en waarin cocaïne is aangetroffen. Het controleren van laatstgenoemde container behoorde niet tot zijn vaste werkzaamheden. De bevraging van de specifieke containers en het opvragen van 24-uursrapporten met actuele informatie over containers kan naar het oordeel van de rechtbank – gelet op de samenhang met de rest van het dossier – alleen zijn gericht op een succesvolle invoer van de partij cocaïne. Naar het oordeel van de rechtbank kan het dan ook niet anders dan dat hierover contact heeft plaatsgevonden tussen [medeverdachte 5] en een of meer andere betrokkenen. [medeverdachte 5] heeft daarmee met zijn handelingen een significante, wezenlijke bijdrage geleverd aan voltooiing van het delict. Daarbij komt dat deze betrokkenheid van [medeverdachte 5] niet incidenteel is geweest. Gelet op de bevindingen in zaaksdossier Burro en de inhoud van het Sky ECC chat tussen [bijnaam 4] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] , gaat de rechtbank er vanuit dat [medeverdachte 5] enkel vanwege dit criminele doel bij Hapag Lloyd is gaan werken. De rechtbank ziet hiervoor ook bevestiging in het feit dat de Verklaring Omtrent Gedrag, afgegeven aan [medeverdachte 5] op 5 maart 2020 ten behoeve van de functie van coördinator customer service bij Hapag Lloyd, tijdens een doorzoeking in de woning van [medeverdachte 2] werd aangetroffen.121.Een en ander draagt bij aan de weging van het gewicht van de rol van [medeverdachte 5] . Een dergelijke vorm van samenwerking en onderlinge rolverdeling levert medeplegen op.
Naar het oordeel van de rechtbank, kan aan de hand van de OVC-gesprekken uit de Opel Corsa worden geconcludeerd dat [medeverdachte 2] uithalers heeft aangestuurd. Hij heeft instructies gegeven met betrekking tot de te hanteren werkwijze, hij heeft de uithalers voorzien van benodigdheden om de partij cocaïne veilig te stellen voor verdere distributie, waaronder in ieder geval één PGP-telefoon (Cyphr) en hij heeft het wachtwoord doorgegeven. Nadat uithalers waren aangehouden, heeft hij zich ook financieel over hen bekommerd.
De rechtbank is ook ten aanzien van [medeverdachte 2] van oordeel dat de grens van medeplegen wordt gehaald.
Bij cocaïnehandel op deze schaal is er bij uitstek sprake van een gezamenlijk plan en een gezamenlijke uitvoering waar meerdere mensen bij betrokken zijn. Er is sprake van een veelheid aan handelingen, in samenwerking met anderen, die allemaal zien op de invoer en verdere distributie van cocaïne, waarvoor een zorgvuldige planning en onderlinge afstemming is vereist. Deze verdachten hebben zich zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van invoer van 876,74 kilo cocaïne.
[medeverdachte 3] wordt vrijgesproken van strafrechtelijke betrokkenheid (medeplegen) bij dit zaaksdossier: dat hij mogelijk heeft deelgenomen aan een Sky ECC chat als ‘ [gebruiker 1] ’ ( [medeverdachte 3] ), haalt, bij gebrek aan kennis van de inhoud van die chat, de grens van medeplegen niet. Ook het Whatsappgesprek tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] over de betaling van 5K voor de advo van de boy van [naam 12] is daarvoor onvoldoende.
6.4.2.4. Zaaksdossier Breeweg
[verdachte] wordt ervan verdacht zich op 23 november 2020, samen met anderen, waaronder [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 6] , schuldig te hebben gemaakt aan het bezit en de handel van 285 kilo cocaïne vanuit een woning aan de [adres] .
Feiten en omstandigheden
Op 23 november 2020 werd [medeverdachte 2] onder observatie genomen. Omstreeks 14.17 uur parkeerde hij zijn Opel Corsa ( [kenteken] ) op de Breeweg te Rotterdam, waar hij bij perceel [nummer] , bij [medeverdachte 8] , naar binnen ging.122.Om 15.00 uur werd er door een onbekende man (NN1), nadat deze telefonisch contact opnam met iemand, en de Opel Corsa op afstand werd geopend, een kartonnen doos uit de Opel Corsa gehaald. Vervolgens werd de Opel Corsa weer op afstand gesloten en liep de onbekende man weer naar de Mercedes Benz ( [kenteken] ) waarin hij was aangekomen.123.Om 16.34 uur kwam [medeverdachte 8] vanuit het portiek naar buiten gelopen om vervolgens de berging in te gaan. Hij keek een paar keer om zich heen, waarna hij het portiek behorend bij de woning [nummer] weer naar binnen ging.124.Nadat [medeverdachte 8] even weg was geweest met een Volkswagen Polo ( [kenteken] ), haalde hij om 17.31 uur meerdere opgevouwen witte verhuisdozen uit deze Polo, die hij vervolgens meenam de woning in. Om 18.00 uur kwam [medeverdachte 8] opnieuw de woning uit, ging de berging in en liep vervolgens weer met een verhuisdoos in zijn handen de woning in.125.Om 18.18 uur liep [medeverdachte 2] het portiek van de woning uit in de richting van een Peugeot Partner busje [kenteken] ) met daarin twee inzittenden. [medeverdachte 2] stapte in, de Peugeot reed vervolgens een klein stukje door tot aan perceel 73 en [medeverdachte 2] ging opnieuw de woning in.126.Om 18.20 uur liep [medeverdachte 2] tweemaal, met gebogen rug, alsof de doos zwaar was, met een witte, uitgevouwen verhuisdoos vanuit perceel 73 naar de Peugeot. De tweede keer liep [medeverdachte 8] met hem mee. De dozen werden in de Peugeot gezet. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 8] gingen weer het portiek in, waarna de Peugeot na enkele minuten wegreed.127.Om 19.22 uur werd de Peugeot staande gehouden en werden de twee inzittenden aangehouden.128.Op 24 november 2020 vond er forensisch onderzoek plaats in de Peugeot. In de achterbak lagen twee lege kartonnen dozen. In een verborgen ruimte, onder de achterbank, werden dertig blokken aangetroffen, die ambtshalve – aan de hand van uiterlijke kenmerken – werden herkend als blokken cocaïne. De blokken hadden een totaal gewicht van 32,14 kilo. Er zijn drie monsters afgenomen. Uit onderzoek is gebleken dat deze cocaïne bevatten.129.
Om 20.02 uur liep [medeverdachte 2] opnieuw het portiek uit. Hij pakte twee bigshopper tassen uit de Opel Corsa en ging het portiek weer in. Vervolgens liep hij nog driemaal vanuit het portiek met goed gevulde, grote zwarte tassen naar de Opel Corsa en legde deze in de kofferbak .130.Om 20.07 uur werd [medeverdachte 2] aangehouden. Voorafgaand aan zijn aanhouding rende [medeverdachte 2] weg en gooide hij iets weg in een speeltuin. Het arrestatieteam trof daar een telefoon aan.131.In de Opel Corsa werden vier zwarte sporttassen aangetroffen met daarin 85 pakketten (25 gele en 65 grijze). De pakketten wogen in totaal 90,66 kilo. Er zijn van 10 pakketten (3 gele en 7 grijze) monsters genomen. Uit onderzoek is gebleken dat deze monsters cocaïne bevatten.132.
Tijdens de doorzoeking van de woning aan de [adres] werden in de gang en in de woonkamer nog 8 verhuisdozen aangetroffen met daarin nog 152 pakketten (43 gele en 109 grijze) met een totaalgewicht van 163,08 kilo. Er werden van zowel de gele als de grijze pakketten monsters genomen, waarvan de inhoud cocaïne bleek te zijn.133.Verder werd er in de woning een bon aangetroffen van de Praxis van 23 november 2020 te 17.14 uur voor de aankoop van onder meer 20 verhuisdozen, handschoenen en een afbreekmes.134.Tevens werden er in een andere kamer in de woning meerdere uitgevouwen verhuisdozen aangetroffen.135.
Om de herkomst van de aangetroffen partij cocaïne te achterhalen, is na de aanhoudingen verder onderzoek gedaan. Er zijn opnames beluisterd door middel van al eerder dan 23 november 2020 geplaatste OVC-apparatuur die was geplaatst in de Opel Corsa ( [kenteken] ) die bij [medeverdachte 2] in gebruik was. Op 21 november voert [medeverdachte 2] , van wie de stem wordt herkend, een telefoongesprek met een onbekende man (NN2):
NN2: [medeverdachte 2] wat heb je allemaal nodig precies? Ik ga nu dingen naar je komen brengen ja
[medeverdachte 2] : Wat brengen?
[…]
NN2: dus de dinges, powerbanks en de rest gewoon. Ik heb gehoord, de rest heb jij al.
[medeverdachte 2] : Ik heb vier tassen klaar met alles, gereedschap enzo, het enige wat jij misschien nodig heb is eten kopen
[…]
NN2man: Ja eten, powerbanks, zegels en nog een paar dingen. Is goed ik breng het is goed.136.
De telefoon die na de aanhouding van [medeverdachte 2] was aangetroffen, bleek inderdaad van [medeverdachte 2] te zijn. Op deze telefoon zijn snapchats aangetroffen met ‘ [naam 13] ’, gevoerd tussen 19 november 2020 en 20 november 2020. [naam 13] vraagt een deelnemer aan de chat ( [account 21] ) een containertracking te doen van container [nummer] . De container blijkt 3 hoog te staan, waarop [medeverdachte 2] zegt: “heb acrobaten als je wilt bro”, waarop [naam 13] zegt dat ze naar binnen gaan.137.Verder zijn in de telefoon onder meer de volgende Whatsappgesprekken aangetroffen tussen [medeverdachte 2] (telefoonnummer eindigend op # [nummer] ) en een gebruiker ‘ [gebruiker 8] ’ (telefoonnummer [nummer] ), gevoerd tussen 22 november 2020 om 23.18 uur en 7.13 uur op 23 november 2020:
[gebruiker 8] : Yoo. 10 sporttassen. [bijnaam 15] . Naar [bijnaam 1] toe
[medeverdachte 2] : Yooo. Moet het nu bro.
[gebruiker 8] : Ochtend 3.30
[medeverdachte 2] : [verdachte] is daar om 3.30 met tassen.
[gebruiker 8] : Hebben busje nodig bro. Haha. Binnen nu en uurtje.
[gebruiker 8] : zijn 268 st. 10 tassen.
[medeverdachte 2] : Iheb busje denk im.
[…]
[medeverdachte 2] : Die boy gaat nu regelen.
[…]
[medeverdachte 2] : [bijnaam 16] van [bijnaam 14] . We gaan nu bij de Osso aanbellen. We bellen nu aan. [bijnaam 14] is naar boven gegaan we wachten kk lang.
[medeverdachte 2] : We pakken het u gaan we xie busje halen gaan we rinde.
[…]
[medeverdachte 2] : we zijn wr. Busje stat er
[…]
[medeverdachte 2] : Die afri zit op lachgas [bijnaam 14] rijd. [bijnaam 14] mag sowieso niet gassen. En rijden.
[…]
[medeverdachte 2] : Tassen alles staan ready bro.
[…]
i: Laat die busje gaan nu daar, bij [bijnaam 1]
[…]
[medeverdachte 2] : Heb 11 tassen geregeld mijn lieve broer
[…]
[gebruiker 8] : Wats adres
[medeverdachte 2] : [adres] fso toch
[gebruiker 8] : [adres]
[…]
[medeverdachte 2] : Moet ik erbij zijn of weg Bro
[gebruiker 8] : Jij weg. [verdachte] en [naam 14] doet dit. Haha. Of [naam 15] en [naam 14] ahhaha.
[…]
[gebruiker 8] : Geven [verdachte] een tientje vr ze moeite. Hij geeft gti schuld open.
i:is [bijnaam 1] daar?
[medeverdachte 2] : weet niet. Je zei tegen mij weggaan.
[…]
[gebruiker 8] : hek moest allanf open. die baggas waren daar 3.30
i: [bijnaam 1] komt
[medeverdachte 2] : okee
[gebruiker 8] : Ajera of Benz…K twijfel. Ze weten allemaal dan
[medeverdachte 2] : Hij bewaar die spullen. Voor [bijnaam 14] toch drm.
[…]
[gebruiker 8] : zijn die tasse gegeven
[…]
I: Weet hy waar [naam 16] woont
[medeverdachte 2] ; Um ja vgm wel. Nee. Alleen [bijnaam 14] is daar geweest
[gebruiker 8] : wordt er nog wat gedaan
[medeverdachte 2] : [bijnaam 1] zevt [naam 15] kan niet rijden. Moet wacht e
[gebruiker 8] : bro, scherp even
[medeverdachte 2] : sii
[medeverdachte 2] : Ja qe rijden138.
Om 7.58 uur laat ‘i’ op Whatsapp via voicememo aan [medeverdachte 2] weten dat het goed is als [medeverdachte 2] naar ‘osso’ gaat. Het telefoonnummer [nummer] wordt toegeschreven aan [medeverdachte 3] .139.Ook wordt de stem van [medeverdachte 3] herkend.140.‘ [bijnaam 1] ’ is een bijnaam die wordt gebruikt voor [medeverdachte 6] .141.
Door [medeverdachte 6] is om 5.20 uur, 5.35 uur en 7.24 uur gebeld om het toegangshek van het bedrijfsterrein aan de [adres] te openen, waar het bedrijfsterrein van [naam bedrijf] ligt.142.Gezien wordt dat er een donkere auto, gelijkend op de Mercedes Benz waar [medeverdachte 6] gebruik van maakt, het terrein oprijdt in de richting van [naam bedrijf] , met daar achter een vrachtwagen met een Maersk container.143.Uit navraag bij ECT Delta Terminal B.V. blijkt dat er om 4.52 uur een container met nummer [nummer] van de ECT-terminal is afgehaald door een vrachtwagen met kenteken [kenteken] , die tussen 4.46 uur en 5.47 uur van de Maasvlakte naar de Oostdijk is gereden.144.De chauffeur, [naam chauffeur] , heeft verklaard dat een zwarte Mercedes hem op de Oostdijk opwachtte en dat het hek door de man in de zwarte Mercedes werd opengedaan. Terwijl er iets uit de container werd leeggehaald, moest [naam chauffeur] in de cabine blijven zitten. Door de man in de Mercedes werd op dreigende toon gezegd dat hij nergens over mocht praten omdat ze hem anders wisten te vinden.145.Op de beelden is te zien dat een witte vrachtwagen om 7.11 uur het bedrijventerrein verlaat, gevolgd door een wit busje.146.Eerder die avond, om 4.10 uur is een Volkswagen Golf ( [kenteken] ), een auto van [medeverdachte 1] waarvan [verdachte] op dat moment gebruik maakt, aangekomen in de omgeving bij de [adres] , gevolgd door een wit busje om 4.12 uur. Het busje verlaat het terrein om 7.13 uur. De Golf vertrekt om 7.14 uur, en komt om 7.24 uur aan op de Breeweg en stopt ter hoogte van de huisnummers [nummer] en verblijft daar tot 8.12 uur.147.De telefoon van [medeverdachte 2] en [verdachte] maken in deze nachtelijke uren van 23 november 2020 gebruik van overeenkomstige Cell-ID’s.148.
Een ander Whatsappgesprek op de telefoon van [medeverdachte 2] wordt op 23 november 2022 tussen 3.10 uur en 3.55 uur gevoerd met ‘ [bijnaam 17] ’ (telefoonnummer eindigend op # [nummer] , op naam van [naam 17] ) over het lenen van een bus. [bijnaam 17] vraagt hoe lang het gaat duren omdat hij moet werken de volgende dag. [medeverdachte 2] geeft aan dat ze de bus nu nodig hebben en dat ze haast hebben, waarop [bijnaam 17] reageert dat hij in de lift staat. Er wordt gezegd dat [bijnaam 17] 1K krijgt.149.
In een whatsappgesprek met een contact ‘ [naam contact] ’, geeft [medeverdachte 2] in de nacht van 22 op 23 november 2020 een aantal keren opdracht om naar een locatie toe te rijden. ‘ [naam contact] ’ geeft aan dat ze nog aan het inladen zijn, en even later dat ‘alles ingepakt is’. [naam contact] geeft aan dat ze kunnen rijden en vraagt of ze moeten wachten op [bijnaam 1] . [medeverdachte 2] zegt hierop dat [naam contact] zijn ‘brada’ moet vragen of ze mogen rijden en dat ze daarna naar Breeplein/Immobilialaan moeten komen.150.Deze locatie, een zijstraat van de Breeweg, staat ingevoerd in de Apple Maps app op de telefoon van [medeverdachte 2] op 23 november 2020 om 7.10 uur. [medeverdachte 2] bevindt zich in de nacht van 22 op 23 november 2020 ook in de omgeving van de [adres] , waar het bedrijfsterrein van [naam bedrijf] gevestigd is.151.[medeverdachte 2] heeft in deze nacht op internet gezocht naar ‘ [naam bedrijf] ’ en ‘ [naam bedrijf] ’, waarna hij de website van voornoemd bedrijf heeft bezocht.152.
Vervolgens spreken [medeverdachte 8] en [medeverdachte 2] elkaar via Whatsapp op 23 november 2020 om 7.19 uur:
[medeverdachte 2] : Sta ready boer
[medeverdachte 8] : Ja toch
[medeverdachte 2] : 1 min.
[medeverdachte 8] : Ik sta standby
[medeverdachte 2] : Ben wr.153.
De telefoon van [medeverdachte 8] is onderzocht. Op deze telefoon zijn foto’s aangetroffen van geopende blokken met wit poeder, verpakt in gele en grijze verpakkingen. De gele blokken hadden een stempel met de letters MR of MHR. De grijze blokken hadden een stempel van een vis. De foto’s zijn gemaakt op 23 november 2020 om 8.43 uur en 13.19 uur.154.In de telefoon is tevens een notitie aangetroffen die om 7.14 uur is gemaakt met de volgende tekst:
268
Stapels van 5
70 gele
198 grijze
-30 gele
-30 grijze155.
In de telefoon van [medeverdachte 2] is op Snapchat een bericht aangetroffen, waarin op 23 november 2020 om 12.13 uur wordt gevraagd of [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 8] kan gaan om even een goeie foto te maken.
Op de telefoon van [medeverdachte 2] is een notitie aangetroffen waarin een veelheid aan getallen en (bij)namen staat genoemd, waaronder 25000 [bijnaam 18] t en 2600 [medeverdachte 8] .156.
In een ander snapchatgesprek op de telefoon van [medeverdachte 2] gevoerd op 23 november 2020 om 13.13 uur vraagt [naam 13] aan [medeverdachte 2] of hij naar [medeverdachte 8] kan gaan om een foto met Ciphr te maken. [medeverdachte 2] laat weten dat hij onderweg is. Om 18.53 uur vraagt [medeverdachte 2] aan [naam 13] of er nog wat weggaat, waarop [naam 13] reageert dat er over dertig minuten nog 30 gele worden opgehaald en er om 20.15 uur een taxi komt.157.
Op 23 november 2020 heeft [medeverdachte 3] ( [account 3] ) via Sky ECC een gesprek met de gebruiker van accout [account 22] , waarin hij zegt dat er ‘spullen’ zijn gepakt en er overal invallen zijn geweest.158.Tegen de gebruiker van account [account 23] zegt hij onder meer ‘[naam 18] arrested’, ‘just lost 268 pc’ of ‘Breeweg’, ‘he fucked me up, 3M bro, I need euros’.159.Op 27 november 2020 heeft hij een gesprek met een gebruiker van het account [account 24] , waarin [medeverdachte 3] vertelt dat hij zijn ‘brada’ en 3 topwerkers binnen heeft, ‘en verlies van dat alles’.160.
Aandeel medeverdachten bij zaaksdossier Breeweg
Uit bovengenoemde feiten en omstandigheden volgt dat er in de nacht van 23 november 2020 een container is opgehaald bij de ECT-terminal, die vervolgens naar het terrein van [naam bedrijf] is gebracht, waar de lading werd uitgehaald en vervolgens onder leiding van [medeverdachte 3] (op afstand) en coördinatie van [medeverdachte 2] ter plaatse, in een busje naar de woning van [medeverdachte 8] werd gebracht voor opslag en verdere distributie. De inhoud van de aangehaalde gesprekken, sluit naadloos aan bij het beeld dat door locatiegegevens, beelden en observaties wordt gegeven. Aangezien het gaat om cocaïne die is opgehaald in de haven, kan het niet anders dan dat die cocaïne van buiten het grondgebied van Nederland is aangevoerd. Uit de OVC-gesprekken en telefoontap van [medeverdachte 2] blijkt dat [medeverdachte 2] wist van de uithaalactie enige dagen voorafgaand aan de nacht van 22 op 23 november 2020. Voornoemde verdachten blijken allemaal betrokken te zijn geweest bij het invoeren dan wel (verder) vervoeren van de onderschepte cocaïne, waarbij ieder zijn eigen rol vervulde. De rol van [verdachte] was er in gelegen dat hij de hele nacht samen was met [medeverdachte 2] en actief heeft bijgedragen bij het leveren van de tassen en het ophalen van het busje. In het gesprek tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] (om 23.18 uur) zegt [medeverdachte 2] dat [verdachte] er om 3.30 uur zal zijn met de tassen. Om 5.36 uur vraagt [medeverdachte 3] of de tassen zijn geleverd waarop [medeverdachte 2] om 5.59 uur antwoordt “Sii”. De rechtbank concludeert hieruit dat [verdachte] de tassen ook daadwerkelijk geleverd heeft. [medeverdachte 2] coördineerde het transport vanuit de auto waarin ook [verdachte] zat, samen hebben zij het busje opgehaald en samen zijn zij vervolgens naar de woning van [medeverdachte 8] aan de [adres] gereden. Vanuit die woning is vervolgens die dag een hoeveelheid cocaïne in een tweetal voertuigen geplaatst en in de woning is nog een grote hoeveelheid cocaïne aangetroffen. Uit het geheel van feiten en omstandigheden kan het niet anders dan dat [verdachte] wist waarvoor hij een busje regelde en wist wat er aan de Oostdijk stond te gebeuren. De overtuiging daarvoor ontleent de rechtbank ook uit het hiervoor besproken zaaksdossier Navajos. Weliswaar is [verdachte] daarvoor vrijgesproken, maar het gegeven dat [medeverdachte 2] zegt dat hij tassen (de rechtbank begrijpt: tassen voor uithalers) bij [verdachte] gaat ophalen en daarnaast dat er bij [verdachte] meerdere goederen zijn aangetroffen die gebruikt worden bij uithaalacties, maakt dat de rechtbank concludeert dat [verdachte] bekend was met het uithalen van drugs.
[verdachte] moet bovendien hebben geweten dat de container afkomstig was uit de haven en dus uit het buitenland. Uit de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen blijkt immers dat hij die hele nacht samen was met [medeverdachte 2] , dat zij vlakbij het terrein van [medeverdachte 6] waren en van minuut tot minuut op de hoogte waren van wat er zich afspeelde. Aangezien het gaat om cocaïne en die is opgehaald in de haven, kan het niet anders dan dat die cocaïne van buiten het grondgebied van Nederland is aangevoerd. Hoewel de betrokkenheid van [verdachte] op Nederlands grondgebied plaatsvindt, zijn zijn gedragingen en opzet wel gericht op de (verlengde) invoer in Nederland en de verdere distributie ervan.
[verdachte] heeft in het dossier Breeweg dus een essentiële rol vervuld, namelijk het leveren van tassen en regelen van een busje voor het ongezien overladen van een grote partij cocaïne, alsmede het de gehele nacht begeleiden van [medeverdachte 2] die de overdracht samen met [medeverdachte 3] coördineerde. Deze rol is naar het oordeel van de rechtbank van voldoende gewicht om medeplegen aan te nemen. Het verweer van de raadsman wordt dan ook verworpen.
6.4.3.
Criminele organisatie (feit 1)
Inleiding
In het onderzoek Cherokee is aan elk van de verdachten naast een aantal concrete delicten, overtreding van artikel 140 Sr en/of artikel 11b van de Opiumwet ten laste gelegd: de deelneming aan een criminele organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven (al dan niet uit de Opiumwet), waarbij de organisatie wordt gevormd door de elf verdachten die in dit onderzoek terecht staan. Om tot bewezenverklaring van dit feit te komen, dient de rechtbank te beoordelen of er sprake was van een criminele organisatie en, zo ja, of bewezen kan worden dat verdachte aan deze organisatie heeft deelgenomen.
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die tot doel had het plegen van misdrijven, te weten de invoer en handel in cocaïne en witwassen. Hoewel verdachte van het medeplegen van de handel in verdovende middelen in specifieke zaaksdossiers is vrijgesproken (feit 2), verwijst de rechtbank desalniettemin naar de reeds aangehaalde bewijsmiddelen ten behoeve van de intensieve samenwerking, de werkwijze en de gevoerde communicatie. De rechtbank is van oordeel dat de rol van verdachte zich in zaakdsdossiers Movano en Breeweg laat vertalen als die van medeplichtige: hij verricht hand- en spandiensten voor de organisatie. In die hoedanigheid heeft hij deelgenomen aan het CSV, zoals hieronder uiteengezet. Na het bespreken van het juridisch kader, wordt zijn rol en die van de medeverdachten besproken.
De rechtbank stelt voorop dat zij zich bij de bewijswaardering van het tenlastegelegde deelnemen aan een criminele organisatie beperkt tot de inhoud van zaaksdossier CSV, de daarin specifiek genoemde zaaksdossiers die niet zien op de tenlastelegging en de zaaksdossiers die zien op de overige in de tenlastelegging genoemde feiten. Daarvoor is van belang dat het OM heeft aangegeven dat de verdediging zich bij de uitleg van de tenlastelegging bij dit feit moest concentreren op het zaaksdossier CSV en de rolbeschrijving per deelnemer in het relaas van dit zaaksdossier. De behandeling op zitting en het voorhouden van de inhoud van het dossier heeft ook in lijn met deze uitleg van de tenlastelegging plaatsgevonden.
Juridisch kader
Aan deelneming van een criminele organisatie, als bedoeld in artikel 140 Sr, kan slechts sprake zijn in het geval verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in de gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk.161.Hiervoor dient verdachte in zijn algemeenheid te weten dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft.
Bij de beoordeling of er sprake is van een crimineel samenwerkingsverband, moet worden vastgesteld dat er sprake is van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband is van twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad, zoals een hiërarchische structuur en een duidelijke rolverdeling die aansluit bij de specifieke expertise van de verschillende personen. Hierbij is niet vereist dat de verdachte heeft samengewerkt of bekend was met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat het samenwerkingsverband steeds hetzelfde is. Van deelneming aan het samenwerkingsverband is sprake indien de verdachte daartoe behoort en een aandeel heeft in gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Daarbij dient de verdachte in zijn algemeenheid te weten dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van de betreffende misdrijven van de Opiumwet en (gewoonte)witwassen. Hierbij moet sprake zijn van onvoorwaardelijk opzet. Als uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte heeft bijgedragen aan de verwezenlijking van het doel van de organisatie of een aan die organisatie ondersteunende handeling heeft verricht, dan volgt daaruit zijn wetenschap van dat doel.
Het oogmerk van de organisatie
Hoewel [verdachte] ter zake van de onder 2 ten laste gelegde concrete zaaksdossiers ten aanzien van de zaaksdossiers Liza 2, Movano en Navajos wordt vrijgesproken, volgt uit de aangehaalde feiten en omstandigheden genoegzaam dat meerdere verdachten zich bezig hielden met de import en handel in cocaïne. Handel in cocaïne op deze schaal kan ook alleen bestaan als daar een succesvol crimineel samenwerkingsverband achter zit. Deze handel is zeer lucratief en er gaat veel geld in om. Dit blijkt ook uit de vele witwasactiviteiten die in dit onderzoek aan het licht zijn gekomen.162.
De zaaksdossiers Liza 2, Movano, Navajos en Breeweg, zijn in dit vonnis – ten aanzien van [verdachte] strafrechtelijke betrokkenheid – al uitgebreid besproken. Ook bij het zaaksdossier 15/16 september is ter zitting bij bespreking van het zaaksdossier CSV163.aan bod gekomen. Weliswaar is verdachte voor deze zaak niet specifiek vervolgd, maar uit de feitenrelazen komt wel de rol van [verdachte] binnen de criminele organisatie naar voren. Om het oogmerk van de organisatie verder te onderschrijven, zal de rechtbank in deze rubriek enkel de zaaksdossiers bespreken die naast de overige hiervoor besproken zaakdsossiers in het kader van het CSV in zaaksdossier CSV zijn opgenomen.
De mate van professionaliteit en georganiseerdheid van het CSV
Voor het realiseren van succesvolle, grootschalige drugshandel is een intensieve samenwerking tussen verschillende personen noodzakelijk, vanaf de productie tot het moment dat het bij de eindgebruiker terecht komt. Voor bepaalde werkzaamheden zijn specialistische kennis en vaardigheden vereist. Een intensieve samenwerking draagt bij aan het duurzame karakter van een CSV, evenals aan de vereiste vertrouwensband. Zo ook in het onderzoek Cherokee.
Van die specialistische kennis was in dit onderzoek sprake, doordat het CSV over leden beschikte die dienstbaar waren aan de organisatie uit hoofde van hun beroep of bedrijf. Zo was [medeverdachte 5] het contact bij havenbedrijf Hapag Lloyd, kon [medeverdachte 6] transporten verrichten met zijn bedrijf [naam bedrijf] en werd [medeverdachte 1] ingezet om verdiensten wit te wassen, dan wel het wagenpark aan te wenden bij criminele activiteiten.
Binnen de organisatie zijn er ook verschillende aspecten die duiden op afscherming van de verrichtte activiteiten. Ze onderschrijven het professionele niveau waarop de organisatie opereerde. Zo werd er veelvuldig gebruikt gemaakt van PGP-telefoons om afgeschermd te kunnen communiceren. Dit blijkt uit de vele Sky ECC gesprekken die ten aanzien van diverse zaaksdossiers zijn gebruikt als bewijs. Leden van de organisatie werden zelden bij hun eigen namen genoemd. Bijnamen (‘ [gebruiker 1] ’ of ‘( [gebruiker 2] ) [gebruiker 3] ’ voor [medeverdachte 3]164., ‘ [bijnaam 1] ’ voor [medeverdachte 6]165., ‘ [bijnaam 14] ’ voor [verdachte]166., ‘ [bijnaam 5] ’ voor [medeverdachte 7]167.en ‘ [bijnaam 19] ’ voor [medeverdachte 4] ) zijn hier enkele voorbeelden van. Bij de geld- en drugstransporten werd gebruik gemaakt van voertuigen waarin verborgen ruimtes (‘stash’) waren aangebracht: in de zaaksdossier Liza werd veelvuldig gebruik gemaakt van de Mitsubishi Grandis die bij [medeverdachte 7] in gebruik was. In zaaksdossier Movano ging het om een Opel Movano, die daarnaast was voorzien van valse nummerplaten. Tot slot werden er ten behoeve van de cocaïnetransporten containers gekloond en werden er lege containers in de haven gebruikt voor het overladen van partijen.168.169.
De organisatie is lange tijd actief geweest. Vanaf de start van de handelingen die hebben geleid tot zaaksdossier Burro werden in wisselende samenstelling criminele activiteiten gepleegd. De rechtbank acht het aannemelijk dat het CSV al langere tijd actief was, gelet op de intensieve voorbereiding die gepaard gaat met de planning van de invoer van 4.200 kilo cocaïne. Ook is het bedrijf [medeverdachte 1] , dat werd gebruikt voor het witwassen van de verdiensten uit de cocaïnehandel, al in januari 2018 opgericht met behulp van een frauduleuze lening door [medeverdachte 3] .
Binnen de organisatie was er sprake van een bepaalde structuur en werden er verschillende rollen vervuld. Er was sprake van een hiërarchie. De hiërarchische verhouding wordt ook duidelijk door dat er binnen het CSV over promotiekansen werd gesproken: [medeverdachte 4] spreekt op 1 augustus 2020 binnen een Sky ECC chatgroep over militaire rangen en geeft aan wat zijn verwachtingen zijn van de personen onder hem.170.
De rol van [verdachte]
Hoewel [verdachte] terzake van feit 2 deels wordt vrijgesproken, volgt uit de feiten en omstandigheden wel dat hij een uitvoerende rol vervulde en verschillende werkzaamheden verrichtte ten behoeve van de import van cocaïne. [verdachte] regelde een busje voor de organisatie: de Opel Movano (zaaksdossier Movano) stond op zijn naam. Blijkens het zaaksdossier Breeweg verrichtte hij uitvoerende handelingen.171.Ook regelde hij spullen voor uithalers. Hij bevond zich herhaaldelijk in de omgeving van waar een uithaal plaatsvond en hij stond in contact met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Door verschillende mensen uit het CSV wordt er over hem (‘ [bijnaam 14] ’/‘ [verdachte] ’) gesproken. Ook is er in totaal voor € 67.723,81 aan [verdachte] en zijn partner gefactureerd door [medeverdachte 1] , waarvan een groot deel zag op een ongeval op 21 september 2020, waarbij [verdachte] een voertuig van [medeverdachte 1] total loss heeft gereden. Hierdoor heeft hij inkomsten voor het CSV vergaard.172.Hij stond op de balans (de zogenaamde boekhouding) van het CSV in één van de notities uit de telefoon van [medeverdachte 2] .173.Naar het oordeel van de rechtbank is dit voldoende om van deelneming aan het CSV te spreken, omdat voldoende vast staat dat [verdachte] in zijn algemeenheid wist dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk had. Deze wetenschap ligt besloten in het feit dat verdachte heeft ondersteunende handelingen verricht, zoals hierboven omschreven. Uit het dossier Breeweg blijkt dat hij samen met [medeverdachte 2] het transport van de lading cocaïne vanaf het transportbedrijf van [medeverdachte 6] naar de Breeweg mogelijk heeft gemaakt.
Zoals reeds hierboven is aangehaald, is [verdachte] is ook aangemerkt als verdachte in het zaaksdossier 15/16 september. [verdachte] is in de nacht van 15 op 16 september 2020 samen met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] aanwezig op het bedrijfsterrein van [naam bedrijf] aan de [adres] , waar vermoedelijk cocaïne werd overgeladen. Vervolgens zijn ze daarna naar de Breeweg te Rotterdam gereden.174.De in dit zaaksdossier gehanteerde werkwijze komt in sterke mate overeen met zaaksdossier Breeweg: [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] coördineren de actie en [verdachte] en [medeverdachte 6] hebben een faciliterende rol.
[medeverdachte 3]
De organisatie werd geleid door [medeverdachte 3] , onder wiens vleugels verschillende personen, in wisselende samenstellingen, samenwerkten en zich inzetten voor de handel in cocaïne en het witwassen van de geldbedragen die daarmee gemoeid gaan. [medeverdachte 3] vormt een constante factor in het CSV en wordt gezien als de spil van de organisatie. Uit de verschillende zaaksdossiers blijkt dat hij bepaalde wie er met de criminele activiteiten meededen en dat hij de opdrachten gaf aan de verschillende deelnemers van het CSV. [medeverdachte 3] beschikte over de specifieke informatie over de schepen waarmee de containers met cocaïne werden vervoerd en alwaar er moest worden uitgehaald. Ook ging [medeverdachte 3] over de betalingen en was hij feitelijk leidinggever van [medeverdachte 1] via welk bedrijf geld werd witgewassen.175.
[medeverdachte 2]
, de halfbroer van [medeverdachte 3] , fungeerde als zijn rechterhand. Hij vervulde – al dan niet in opdracht van [medeverdachte 3] – een rol van coördinator en facilitator binnen het CSV: hij gaf opdrachten aan uithalers en voorzag hen van de nodige informatie. Doordat [medeverdachte 2] een opleiding Havenlogistiek heeft gevolgd, beschikte hij over de nodige kennis over de haven en de logistieke processen. Ook beheerde hij in opdracht van [medeverdachte 3] het geld; op die manier kwam hem ook de taak van penningmeester toe. Hij hield de balans bij en zorgde ervoor dat de leden van het CSV allen hun geld kregen. [medeverdachte 2] is formeel eigenaar van [medeverdachte 1] , het bedrijf dat werd ingezet om contante inkomsten uit de cocaïnehandel wit te wassen. Ook werd het bedrijfspand meermaals gebruikt voor het (over)laden van cocaïne of het stallen van voertuigen (Movano). In de Movano werden naderhand 652 blokken cocaïne in sporttassen aangetroffen176., met een totaalgewicht van 676,9 kilo.177.178.Door verschillende leden van het CSV werden auto’s van [medeverdachte 1] gebruikt, ook bij criminele activiteiten van het CSV.179.
[medeverdachte 1]
De rechtspersoon [medeverdachte 1] werd gebruikt om contante geldbedragen wit te wassen. Het bedrijf werd gerund door mensen die zich bezig houden met handel in cocaïne ( [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] ). Het geld dat met de handel in cocaïne werd verdiend, werden door het bedrijf als huuropbrengsten gepresenteerd. De auto’s van [medeverdachte 1] werden door verschillende leden van het CSV gebruikt. In het bedrijfspand van [medeverdachte 1] werd tot slot een voertuig gestald met verborgen ruimte (Movano).
[medeverdachte 5]
vervulde een cruciale rol binnen het CSV, nu hij als medewerker van een rederij in de Rotterdamse haven (Hapag Lloyd) de organisatie van informatie over containers kon voorzien. Hij was het corrupte contact in de haven dat containers kon traceren en vrijgeven vanwege de autorisaties die hij uit hoofde van zijn functie bezat. [medeverdachte 5] heeft dezelfde opleiding genoten als [medeverdachte 2] : Havenlogistiek. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] zaten bij elkaar in de klas. Ook werd een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) op zijn naam aangetroffen in de woning van [medeverdachte 2] .180.had met verschillende mensen binnen het CSV contact. Hij werd onder meer aangestuurd door [medeverdachte 3] en ‘ [bijnaam 4] ’. Ook beschikte hij over een groot contant geldbedrag. [medeverdachte 5] moet wetenschap hebben gehad van de criminele activiteiten waar hij aan bijdroeg.181.
[medeverdachte 6]
verrichtte uitvoerende handelingen voor de organisatie als transporteur binnen het CSV. Hierbij werd gebruik gemaakt van zijn transportbedrijf [naam bedrijf] . Hij stelde zijn bedrijfsterrein aan de Oostdijk ter beschikking voor het overladen van een lading cocaïne uit een container. In zaaksdossier Burro werd de container die hij vervoerde verwisseld door een gekloonde container. [medeverdachte 6] wist van de hoed en de rand; hij was zich bewust geweest van de criminele activiteiten waar hij aan meewerkte.182.Hij stond op de balans (de zogenaamde boekhouding) van het CSV in één van de notities uit de telefoon van [medeverdachte 2] .183.heeft via Sky ECC contact met de grote jongens van de organisatie. Hij wordt [bijnaam 1] genoemd.184.Hoewel niet apart ten laste gelegd, is [medeverdachte 6] ook strafrechtelijk betrokken geweest bij zaaksdossiers Marilion en 15 en 16 september.185.
[medeverdachte 4]
was een coördinator binnen het CSV. Hij stuurde groepen uithalers aan in zaaksdossiers Burro en Movano en hij maakte zich schuldig aan witwassen. Nadat de uithalers inzake Burro zijn aangehouden, heeft hij via stromannen geregeld dat er geld werd gestort op hun gevangenisrekeningen. [medeverdachte 4] onderhield contact via PGP-telefoons met andere leden van de organisatie. Hij stuurt niet alleen berichten die zien op het aansturen van uithalers, maar ook spreekt hij in groepschats over promotiekansen186.en over het verlies van een sterrenteam en dat ze ervoor moeten zorgen dat hun broers en hun families niets tekort komen.187.
[medeverdachte 7]
was een van de koeriers binnen het CSV die grote hoeveelheden verdovende middelen en geldbedragen vervoerde in zijn Mitsubishi Grandis met verborgen ruimte. [medeverdachte 7] werkte veelal in opdracht van [medeverdachte 3] en gaf zelf instructies aan [medeverdachte 9] over bedragen die geteld en/of klaargelegd moesten worden. Ook heeft hij als recruiter voor het CSV gefungeerd, door [medeverdachte 10] te vragen zijn collega te worden.188.Hij stond middels zijn PGP-telefoon in contact met andere leden van het CSV, waaronder [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 10] en [medeverdachte 9] .189.
[medeverdachte 10]
was beveiliger of begeleider van cocaïnetransporten, waarbij hij veelvuldig samenwerkte met [medeverdachte 7] . Hij fungeerde als ‘het oog’. Binnen criminele organisaties worden beveiligers ingezet bij transporten om contra observaties te verrichten ter bescherming van zichzelf tegen politie en ripdeals van concurrenten. Hij heeft zelf ook als koerier met cash rondgereden, waarbij hij ook gebruik heeft gemaakt van de Mitsubishi Grandis van [medeverdachte 7] .190.
[medeverdachte 9]
was verantwoordelijk voor het opslaan, tellen, bundelen en verpakken van grote, contante geldbedragen. Hij was in het bezit van geldtelmachines en een Sky ECC telefoon. Door de geldstash van de organisatie te beheren wist [medeverdachte 9] van de criminele activiteiten waar de organisatie zich mee bezig hield.191.Dit blijkt ook uit de vele OVC-gesprekken met [medeverdachte 7] . Ook kwam [medeverdachte 9] voor op de balans (de zogenaamde boekhouding) van het CSV in één van de notities uit de telefoon van [medeverdachte 2] .192.
[medeverdachte 8]
Niet bewezen kan worden dat [medeverdachte 8] deel uitmaakte van het CSV. Hij stelde eenmalig zijn huis ter beschikking (Breeweg) voor het opslaan en verder overdragen van een partij cocaïne. Hoewel dit faciliterend is aan het CSV, is een eenmalige actie niet voldoende om hem als deelnemer van het CSV aan te merken: niet kan worden vastgesteld dat er sprake is van een structurele en duurzame deelname aan de organisatie. Hoewel de politie met betrekking tot zaaksdossier 15/16 september verbaliseert dat er op 16 september 2020 vermoedelijk cocaïne is afgeleverd bij de woning van [medeverdachte 8] aan de [adres] , ziet de rechtbank daarvoor onvoldoende bewijs. Op basis van het dossier kan niet worden bewezen dat [medeverdachte 8] ook op die datum zijn huis als stashplek ter beschikking heeft gesteld.
Onderhavige zaak – aandeel [verdachte]
Uit de feiten en omstandigheden zoals hierboven vastgesteld met betrekking tot de verschillende zaaksdossiers volgt dat [verdachte] hand- en spandiensten verrichtte voor de organisatie. In zaaksdossier Breeweg deed hij dat als medepleger. Hoewel ten aanzien van de zaaksdossiers Liza 2, Movano en Navjos de drempel van het medeplegen niet is gehaald, is de rechtbank van oordeel op basis van de eerder genoemde feiten en omstandigheden kan worden bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan het CSV. [verdachte] wist in zijn algemeenheid dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk had. Deze wetenschap ligt besloten in het feit dat verdachte ondersteunende handelingen verrichtte, zoals hierboven omschreven en daarmee elke keer een strafbare bijdrage leverde.
Conclusie
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat er, in samenhang en onderling verband bezien, tussen 29 januari 2018 (de oprichting van [medeverdachte 1] ) en 23 november 2020 sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband, bestaande uit twee of meer personen, die tot oogmerk had het plegen van misdrijven.
Het bestaan van die criminele organisatie, het oogmerk daarvan en het bestaan van een zekere rolverdeling tussen de deelnemers is hierboven uiteengezet. De deelnemers werkten in wisselende samenstelling, al dan niet gedurende de hele periode, met elkaar samen.
[verdachte] heeft deelgenomen aan een criminele organisatie met als oogmerk het plegen van misdrijven in de zin van artikel 2 van de Opiumwet en (gewoonte)witwassen. Er heeft tussen [verdachte] en onder meer [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 10] en [medeverdachte 1] een samenwerkingsverband bestaan (al dan niet gedurende de hele periode) met een zekere duurzaamheid en structuur, gericht op de internationale handel in verdovende middelen. Met name de vele Sky ECC berichten in het dossier onderschrijven dit.
Partiële vrijspraak
De rechtbank acht op basis van het dossier onvoldoende bewezen dat [medeverdachte 8] een rol vervulde binnen het CSV. Het eenmalig ‘stashen’ van cocaïne is hiervoor onvoldoende. [verdachte] wordt voor dit gedeelte van de tenlastelegging vrijgesproken.
De rechtbank acht op basis van het dossier onvoldoende bewezen dat het CSV ook strafbare handelingen heeft verricht in Espoo, Finland. Verdachte wordt voor dit gedeelte van de tenlastelegging vrijgesproken.
7. Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 6 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 19 juli 2020 tot en met 23 november 2020, in Nederland, en in België, en in Duitsland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband met natuurlijke personen en rechtspersonen, te weten onder meer:
- -
[medeverdachte 2] en
- -
[medeverdachte 7] en
- -
[medeverdachte 3] en
- -
[medeverdachte 9] en
- -
[medeverdachte 4] en
- -
[medeverdachte 5] en
- -
[medeverdachte 6] en
- -
[medeverdachte 10] en
- -
[medeverdachte 1] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven, te weten misdrijven als bedoeld in artikel 10 Opiumwet en artikel 420bis Wetboek van Strafrecht;
en
in de periode van 19 juli 2020 tot en met 23 november 2020, in Nederland, en in België, en in Duitsland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband met natuurlijke personen en rechtspersonen, te weten onder meer:
- -
[medeverdachte 2] en
- -
[medeverdachte 7] en
- -
[medeverdachte 3] en
- -
[medeverdachte 9] en
- -
[medeverdachte 4] en
- -
[medeverdachte 5] en
- -
[medeverdachte 6] en
- -
[medeverdachte 10] en
- -
[medeverdachte 1] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 Opiumwet;
2.
hij in de periode van 22 november 2020 tot en met 23 november 2020 in Nederland tezamen en in vereniging met ander, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, zulks al dan niet op een wijze zoals bedoeld in artikel 1 van de Opiumwet en/of opzettelijk heeft/hebben afgeleverd en/of vervoerd
32,14 kilogram cocaïne en 90,66 kilogram cocaïne en 163,08 kilogram cocaïne (zaakdossier Breeweg),
althans telkens een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, althans telkens een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
8. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
9. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
10. Motivering van de straf
10.1.
De eis van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 (zes) jaren, met aftrek van voorarrest en een geldboete van € 25.000,- (vijfentwintigduizend euro). Daarnaast hebben zij gevorderd dat de schorsing van de voorlopige hechtenis wordt opgeheven.
10.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit. In het geval één of meerdere feiten bewezen worden verklaard, heeft de raadsman de rechtbank verzocht een lagere straf aan verdachte op te leggen. De strafeis staat niet in verhouding tot de strafeisen in zaken van de medeverdachten, gelet op de vermeende rol die aan verdachte wordt toegedicht. Daarnaast is de geëiste geldboete van € 25.000,- niet passend, omdat verdachte niets aan het tenlastegelegde heeft verdiend en de aflossing van voornoemd bedrag met zijn huidige inkomen, financiële lasten en zorg voor zijn kinderen de rest van zijn leven duurt. Subsidiair heeft de raadsman verzocht de op te leggen geldboete te matigen tot € 5.000,-.
De raadsman heeft de rechtbank verzocht bij de straftoemeting rekening te houden met de beperkte rol van verdachte, zijn leeftijd (23 jaar ten tijde van het tenlastegelegde) en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte werkt, draagt zorg voor twee kinderen en heeft beperkte documentatie.
Tot slot heeft de raadsman de rechtbank verzocht de schorsing van de voorlopige hechtenis niet op te heffen bij einduitspraak en verdachte in de gelegenheid te stellen een eventuele berechting in hoger beroep in vrijheid af te wachten.
10.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
[verdachte] heeft gedurende een periode van 4 maanden tot aan zijn aanhouding deelgenomen aan een organisatie die zich bezig hield met (internationale) handel in cocaïne en het witwassen van de opbrengsten daarvan. De organisatie beschikte over zeer grote partijen cocaïne en geldbedragen. Elke deelnemer had een eigen rol binnen het CSV; [verdachte] regelde spullen voor uithalers, een busje voor de organisatie (Movano) en hielp bij het uitwissen van de link met [medeverdachte 3] , de leider van de organisatie. Daarnaast is hij als medepleger actief betrokken geweest bij de invoer van een grote partij cocaïne.
Wanneer een professionele drugsorganisatie op deze schaal opereert, gaat dat gepaard met een ernstige en ontoelaatbare inbreuk op de rechtsorde, waarin boven- en onderwereld met elkaar worden verweven. Het heeft een ontwrichtend effect op de samenleving op het gebied van gezondheid en welzijn, maar ook op het financiële stelsel. Het gebruik van verdovende middelen is namelijk niet alleen schadelijk voor de gezondheid van de gebruikers ervan, maar gaat ook gepaard met diverse vormen van (zware) criminaliteit, met veel geweld, schade en overlast in de samenleving als gevolg. Daarnaast zorgt witwassen voor ontwrichting van het economische en financiële verkeer, doordat de criminele herkomst van gelden wordt verhuld. De vermenging van illegale- en legale geldstromen brengt ernstige schade toe aan de economie.
[verdachte] heeft zich naar het zich laat aanzien laten verleiden door het grote en snelle geld dat in het criminele circuit te verdienen valt. Hiermee heeft hij zich laten leiden door financieel gewin. Dit rekent de rechtbank hem aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van [verdachte] van 27 oktober 2022. Hieruit blijkt dat verdachte eerder met justitie in aanraking is gekomen, maar niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke delicten. Verdachte is tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis parttime aan de slag gegaan als pakketbezorger bij GLS. Daarnaast heeft hij zich ingeschreven voor de MBO-opleiding Zorg en Welzijn. Hij draagt zorg voor zijn twee kinderen, die bij hun moeders wonen. [verdachte] verwacht eind 2022 met zijn huidige partner een derde kind. Dit maakt echter niet dat een gevangenisstraf van korte duur – al dan niet gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis – volstaat. Het feit waaraan [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt is daarvoor te ernstig en heeft een grote impact op de maatschappij. Verdachte heeft daarbij een wezenlijke rol vervuld. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur is dan ook op zijn plaats uit oogpunt van vergelding en ter bevestiging van de norm, als voorbeeld ook voor anderen.
De straf
De rechtbank heeft bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf gekeken naar straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd en naar de rollen en de proceshouding van de verschillende verdachten in het onderzoek Cherokee. Voor deelname aan een criminele organisatie bestaan geen oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Anders dan enkele medeverdachten, heeft [verdachte] geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn handelen genomen. Daarmee heeft hij evenmin inzicht getoond in het laakbare van zijn gedrag of daar afstand van genomen. De rechtbank houdt bij de straftoemeting rekening met het feit dat [verdachte] naast de deelname aan het CSV, ook betrokken was bij het transport van een grote hoeveelheid cocaïne in de nacht van 22 op 23 november 2020. Alles overwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf van 3 jaar, met aftrek van voorarrest, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
De rechtbank volstaat in het kader van de straftoemeting met het opleggen van een gevangenisstraf en zal – mede gelet op de aangekondigde ontnemingsvordering – geen geldboete aan [verdachte] opleggen.
Voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van [verdachte] is geschorst tot aan de dag van de uitspraak, waardoor de voorlopige hechtenis bij het wijzen van dit vonnis automatisch weer herleeft. [verdachte] heeft zich tijdens de schorsing van voorlopige hechtenis gehouden aan alle gestelde (bijzondere) voorwaarden. De rechtbank ziet daardoor, alsmede door het lange tijdsverloop, op dit moment geen direct gevaar voor recidive. De recidivegrond komt dan ook te vervallen. In verband met het ontbreken van gronden, wordt het bevel tot voorlopige hechtenis daarom opgeheven.
11. Beslag
Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1. Telefoontoestel (1 stuk) | goednummer G5999456 | Apple iPhone |
11.1.
Teruggave aan verdachte
Het onder 1 genummerde item behoort aan verdachte toe en zal aan hem worden teruggegeven, nu het belang van de strafvordering zich daar niet tegen verzet.
12. Toepasselijke wettelijke voorschriften
13. Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 7 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 1 eerste en tweede cumulatief/alternatief bewezen geachte:
de gedeeltelijke eendaadse samenloop van
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
en
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 van de Opiumwet;
ten aanzien van het onder 2 bewezen geachte:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A, B en C van de Opiumwet gegeven verbod in vereniging gepleegd
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 3 (drie) jaar.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Gelast de teruggave aan verdachte, [verdachte] , van:
1. Telefoontoestel (1 stuk) | goednummer G5999456 | Apple iPhone |
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F. Dekkers, voorzitter,
mrs. N.J. Koene en P.P.C.M. Waarts, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.E. van der Burg, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 december 2022.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 23‑12‑2022
Ten behoeve van de leesbaarheid van dit vonnis, worden verdachte en medeverdachten telkens bij hun achternaam genoemd.
PV Bevindingen Start onderzoek Cherokee, ZD 05 p. 0003-0008, PDF deel 3, p. 3339-3344.
PV Bevindingen Start onderzoek Cherokee, ZD 05 p. 0007, PDF deel 3, p. 3343, tweede alinea.
Zie ECLI:NL:RBAMS:2021:686.
Zie ECLI:NR:RBAMS:2022:6816.
Zie ook Rechtbank Oost-Brabant, ECLI:NL:RBROR:2022:312.
ECLI:NR:RBAMS:2022:6816.
Waar de rechtbank in dit vonnis feiten vaststelt, wordt in voetnoten verwezen naar de bewijsmiddelen in het strafdossier. De in de voetnoten vermelde paginanummers zijn de doorgenummerde paginanummers rechts bovenaan de pagina’s van de betreffende rubriek of het zaakdossier. Tevens worden steeds de digitale paginanummers vermeld van het betreffende PDF-bestand waarin het bewijsmiddel is opgenomen. Het gaat telkens om processen-verbaal die in de wettelijke vorm zijn opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, tenzij anders is vermeld.
PV Bevindingen Identificatie [gebruiker 4] , Rubriek 12 p. 0103, PDF deel 3, p. 6572, derde en vierde alinea.
PV Bevindingen Identificatie [gebruiker 4] , Rubriek 12 p. 0101, PDF deel 3, p. 6570 en Rubriek 12 p. 0102, PDF deel 3, p. 6571, eerste en tweede alinea en p. 6571, laatste alinea en p. 6572, eerste alinea.
PV Bevindingen Identificatie [gebruiker 4] , Rubriek 12 p. 0101, PDF deel 3, p. 6570, derde en vierde alinea.
PV Bevindingen Identificatie [gebruiker 4] , Rubriek 12 p. 0101, PDF deel 3, p. 6570, laatste alinea.
PV Bevindingen Identificatie [gebruiker 4] , Rubriek 12 p. 0102, PDF deel 3, p. 6571, laatste alinea.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky ECC [account 2] als [medeverdachte 3] , Rubriek 12 p. 0221, PDF deel 3, p. 6691, vierde alinea.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky ECC [account 2] als [medeverdachte 3] , Rubriek 12 p. 0225, PDF deel 3, p. 6695, laatste alinea.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky ECC [account 2] als [medeverdachte 3] , Rubriek 12 p. 0223, PDF deel 3, p. 6693 vierde zin van onder.
PV aanvraag bevel opnemen (tele)communicatie, Bob-dossier [medeverdachte 3] M IB 244 e.v., PDF [medeverdachte 3] BOB p. 253 halverwege.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky ECC [account 2] als [medeverdachte 3] , Rubriek 12 p. 0223 e.v., PDF deel 3, p. 6693 halverwege t/m p. 6695 eerste alinea.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky ECC [account 3] [medeverdachte 3] , Rubriek 12 p. 0249-0250., PDF deel 3, p. 6718 onderaan en p. 6719 bovenaan.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky ECC [account 3] [medeverdachte 3] , Rubriek 12 p. 0250, PDF deel 3, p. 6719 halverwege.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky ECC [account 3] [medeverdachte 3] , Rubriek 12 p. 0250 e.v., PDF deel 3, p. 6719 onderaan en p. 6720 bovenaan.
PV Bevindingen Identificatie [medeverdachte 2] , Rubriek 12 p. 0162 e.v., PDF deel 3, p. 6632 onderaan.
PV Bevindingen Identificatie [medeverdachte 2] , Rubriek 12 p. 0162 e.v., PDF deel 3, p. 6633 vanaf de derde alinea t/m p. 6634 halverwege; PV Bevindingen vluchten # [nummer] , Rubriek 12 p. 0168 e.v., PDF deel 3 p. 6638 t/m p. 6641; PV Bevindingen Vergelijken vluchtlijsten, Rubriek 12 p. 0173, PDF deel 3 p. 6643.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker [account 5] , [medeverdachte 5] 2 juli 1998, Rubriek 12 p. 0106 e.v., PDF deel 3, p. 6575, laatste alinea t/m p. 6576, tweede alinea.
PV Bevindingen Beantwoording vraag rechtbank zaak Cherokee, Rubriek 12 p. 0036 e.v., PDF deel 3, p. 6535 halverwege.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker [account 5] , [medeverdachte 5] 2 juli 1998, Rubriek 12 p. 0107, PDF deel 3, p. 6576, vierde alinea t/m p. 6577 onderaan.
PV Bevindingen Chatgroep [account 6] :791 over zaaksdossier Burro d.d. 22 april 2020, ZD CSV p. 2210 e.v., PDF deel 1, p. 9224 paragraaf 4.1.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker [account 5] , [medeverdachte 5] 2 juli 1998, Rubriek 12 p. 0109, PDF deel 3, p. 6578, bovenste helft.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker [account 5] , [medeverdachte 5] 2 juli 1998, Rubriek 12 p. 0109, PDF deel 3, p. 6578, halverwege.
PV Bevindingen [nummer] in gebruik bij [medeverdachte 4] , Rubriek 12 p. 0278 e.v., PDF deel 3, p. 6746 tweede alinea.
PV Bevindingen identificatie Sky-ID’s [medeverdachte 4] [account 8] , [account 9] , [account 10] , Rubriek 12 p. 0122, PDF deel 3, p. 6591 onderaan t/m p. 6593 bovenaan.
PV Bevindingen identificatie Sky-ID’s [medeverdachte 4] [account 8] , [account 9] , [account 10] , Rubriek 12 p. 0124, PDF deel 3, p. 6593 halverwege.
PV Bevindingen identificatie [medeverdachte 4] [account 9] , Rubriek 12 p. 286-287, PDF deel 3, p. 6754-6755.
PV Bevindingen identificatie Sky-ID’s [medeverdachte 4] [account 8] , [account 9] , [account 10] , Rubriek 12 p. 0124, PDF deel 3, p. 6593 onderaan t/m p. 6594 halverwege.
PV Bevindingen Sky ID [account 12] ( [bijnaam 7] ) en contacten, Rubriek 12 p. 0312 e.v., PDF deel 3, p. 6780 onderaan t/m p. 6781.
PV Bevindingen IDT Sky [account 13] N. [medeverdachte 7] , Rubriek 12 p. 0111 e.v. PDF deel 3, p. 6580.
PV Bevindingen IDT Sky [account 13] N. [medeverdachte 7] , Rubriek 12 p. 0112 e.v., PDF deel 3, p. 6581, derde alinea t/m p. 6582 eerste alinea.
PV Bevindingen IDT Sky [account 13] N. [medeverdachte 7] , Rubriek 12 p. 0113 e.v., PDF deel 3, p. 6582, tweede alinea t/m p. 6584.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker [account 14] , [medeverdachte 6] , Rubriek 12 p. 0261 e.v., PDF deel 3, p. 6730 halverwege.
PV Bevindingen verstrekking Argus data aan onderzoeksteam Auckland, Rubriek 12 p. 0029 e.v., PDF deel 3, p. 6527 onderaan en p. 6528 bovenaan; PV Bevindingen Inbeslagenomen Samsung A20 [medeverdachte 6] , ZD 05 p. 0804, PDF deel 1, p. 5090, derde alinea van onder (m.b.t. Apple iPhone 11) en laatste alinea.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker [account 14] , [medeverdachte 6] , Rubriek 12 p. 0263, PDF deel 3, p. 6731 eerste alinea.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker [account 14] , [medeverdachte 6] , Rubriek 12 p. 0263, PDF deel 3, p. 6731, na conclusie.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky-ID [account 15] als [medeverdachte 10] , Persoonsdossier [medeverdachte 10] p. 223 e.v., PDF deel 3, p. 1538
PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky-ID [account 15] als [medeverdachte 10] , Persoonsdossier [medeverdachte 10] p. 226, PDF deel 3, p. 1541 halverwege.
PV Bevindingen Identificatie gebruiker Sky-ID [account 15] als [medeverdachte 10] , Persoonsdossier [medeverdachte 10] p. 225, PDF deel 3, p. 1540 onderaan.
PV Verstrekking Argus data aan onderzoeksteam Auckland, Rubriek 12 p. 0028, PDF deel 3, p. 6526 onderaan.
Hoge Raad 2 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:741.
PV Bevindingen Sky m.b.t. zaaksdossier Liza 2, Liza ZD 2 p. 62 e.v., PDF deel 2, p. 4151 halverwege.
PV Bevindingen Baken Mitsubishi Grandis 8 juni 2020, Liza ZD 2 p. 26 e.v., PDF deel 2, p. 4114 bovenaan.
PV Uitwerken OVC Grandis 8 juni 2020, Liza ZD 2 p. 32 e.v., PDF deel 2, p. 4119 onderaan.
PV Bevindingen GSM locaties [medeverdachte 7] en [medeverdachte 10] 8 juni 2020, Liza ZD 2, p. 57 e.v., PDF deel 2, p. 4144 bovenaan.
PV Bevindingen Baken Mitsubishi Grandis 8 juni 2020, Liza ZD 2 p. 26 e.v., PDF deel 2, p. 4114 halverwege.
PV Uitwerken OVC Grandis 8 juni 2020, Liza ZD 2 p. 32 e.v., PDF deel 2, p. 4120 onderaan t/m p. 4121 bovenaan (record 170114). Opmerking rechtbank; bij genoemd gesprek staat als begintijd 18:32:56, maar dat is volgens de rechtbank een verschrijving. Dit moet zijn 19:32:56. De rechtbank concludeert dat op grond van begin van de record om 19:01:14 en einde record (en daarmee einde van genoemd gesprek) om 19:34:48.
PV Bevindingen GSM locaties [medeverdachte 7] en [medeverdachte 10] 8 juni 2020, Liza ZD 2, p. 57 e.v., PDF deel 2, p. 4144 halverwege.
PV Uitwerken OVC Grandis 8 juni 2020, Liza ZD 2 p. 32 e.v., PDF deel 2, p. 4123 halverwege.
PV Uitwerken OVC Grandis 8 juni 2020, Liza ZD 2 p. 32 e.v., PDF deel 2, p. 4123 onderaan.
PV Uitwerken OVC Grandis 8 juni 2020, Liza ZD 2 p. 32 e.v., PDF deel 2, p. 4124 onderaan.
PV Bevindingen Baken Mitsubishi Grandis 8 juni 2020, Liza ZD 2 p. 26 e.v., PDF deel 2, p. 4115 bovenaan.
PV Bevindingen GSM locaties [medeverdachte 7] en [medeverdachte 10] 8 juni 2020, Liza ZD 2, p. 57 e.v., PDF deel 2, p. 4145 onderaan.
PV Uitwerken OVC Grandis 8 juni 2020, Liza ZD 2 p. 32 e.v., PDF deel 2, p. 4125.
PV Bevindingen Baken Mitsubishi Grandis 8 juni 2020, Liza ZD 2 p. 26 e.v., PDF deel 2, p. 4115 onderaan.
PV Bevindingen GSM locaties [medeverdachte 7] en [medeverdachte 10] 8 juni 2020, Liza ZD 2, p. 57 e.v., PDF deel 2, p. 4145 onderaan.
PV Uitwerken OVC Grandis 8 juni 2020, Liza ZD 2 p. 32 e.v., PDF deel 2, p. 4126.
PV Bevindingen 8 juni 2020 [medeverdachte 1] , ZD CSV p. 1586 e.v., PDF deel 1, p. 8597 onderaan.
PV Bevindingen 8 juni 2020 [medeverdachte 1] , ZD CSV p. 1586 e.v., PDF deel 1, p. 8598 bovenaan.
Pro Justitia verbaal (Belgische stukken), ZD Movano p. 0325 e.v., PDF deel 1, p. 6640 onderaan 1e alinea; Navolgend PV Federale gerechtelijke politie Antwerpen (Belgische stukken), ZD Movano p. 0336 e.v., PDF deel 1, p. 6651 t/m p. 6652.
Pro Justitia verbaal (Belgische stukken), ZD Movano p. 0341 e.v., PDF deel 1, p. 6658 bovenaan.
Navolgend PV Federale Overheidsdienst Financiën (Belgische stukken), ZD Movano p. 0344 e.v., PDF deel 1, p. 6659 t/m 6660 bovenaan.
PV Vaarroute [naam schip] , ZD Movano, pag. ongenummerd (nazending 16 januari 2022); .
Uitwisseling informatie (Belgische stukken), ZD Movano p. 0072 e.v., PDF deel 1, p. 6393 onderaan.
PV Bevindingen gegevensverstrekking m.b.t. de Opel Movano, ZD Movano p. 0070 e.v, PDF deel 1 p. 6390, eerste en tweede alinea.
PV Bevindingen gegevensverstrekking m.b.t. de Opel Movano, ZD Movano p. 0070 e.v, PDF deel 1 p. 6390, onderaan; PV Bevindingen Beelden [medeverdachte 1] Opel Movano, ZD Movano p. 0298 e.v., PDF deel 1, p. 6624 tweede helft.
PV Bevindingen Beelden [medeverdachte 1] Opel Movano, ZD Movano p. 0298 e.v., PDF deel 1, p. 6618 t/m p. 6626.
PV Bevindingen Beelden [medeverdachte 1] Opel Movano, ZD Movano p. 0298 e.v., PDF deel 1, p. 6623 halverwege t/m p. 6625 bovenaan.
PV Bevindingen, ZD Movano p. 0296, PDF deel 1, p. 6616.
PV Bevindingen onderzoek SkyECC Chatgroep [account 6] -1542, ZD Movano p. 0347 e.v., PDF deel 1 p. 6663 bovenaan t/m p. 6686.
PV Bevindingen Onderzoek in informatie uit SkyECC-chatgroep [account 18] :88 – plan van aanpak uithaal verdovende middelen, ZD Movano p. 0373 e.v., PDF deel 1, p. 6689 halverwege.
PV Bevindingen Onderzoek en informatie uit SkyECC-chatgroep [account 6] :1822, ZD Movano p. 0395 e.v., PDF deel 1, p. 6711 halverwege t/m p. 6712.
PV Bevindingen Onderzoek en informatie uit SkyECC-chatgroep [account 6] :1822, ZD Movano p. 0395 e.v., PDF deel 1, p. 6713.
PV Bevindingen Onderzoek en informatie uit SkyECC-chatgroep [account 6] :1822, ZD Movano p. 0395 e.v., PDF deel 1, p. 6715, tweede helft van de pagina.
PV Bevindingen Onderzoek en informatie uit SkyECC-chatgroep [account 6] :1820, ZD Movano p. 0395 e.v., PDF deel 1, p. 6720, midden van de pagina t/m p. 6725.
PV Bevindingen onderzoek groepschat in SkyECC Movano, ZD Movano p. 0412 e.v., PDF deel 1, p. 6728 halverwege t/m p. 6783.
PV Bevindingen verstrekking Argus data aan onderzoeksteam Auckland, ZD 12 p. 0021, PDF deel 1, p. 646
PV Bevindingen onderzoek in SkyECC-chatgroep [account 25] , [account 16] , ZD Movano p. 0466A e.v., PDF deel 1, p. 6794 onderste helft t/m p. 6795 bovenaan.
PV Bevindingen Onderzoek in Sky ECC-chatgroep [account 16] :27, ZD Movano p. 0480 e.v., PDF deel 1, p. 6803 halverwege t/m p. 6808.
PV Bevindingen Onderzoek in Sky ECC-chatgroep [account 16] :27, ZD Movano p. 0480 e.v., PDF deel 1, p. 6810 en 6811.
PV Zoekopdrachten telefoon [verdachte] , ZD Movano p. 0080 e.v., PDF 1. 6400
PV Aangifte, ZD Movano p. 0074 e.v., PDF deel 1 p. 6394 t/m 6395.
PV Verhoor verdachte [naam 11] , ZD Movano p. 0001 e.v., PDF deel 1, p. 6323 t/m p. 6324 halverwege; PV Bevindingen aanvullende verklaring [naam 11] , ZD Movano p. 0008 e.v., PDF deel 1 p. 6328.
PV Verhoor verdachte [verdachte] , PD [verdachte] p. 0074 e.v., PDF deel 3, p. 508.
Verklaring verdachte ter terechtzitting van 18 januari 2022.
PV Bevindingen [medeverdachte 3] gebruiker iPhone 11 en Snapchat account [snapaccount] , ZD Movano p. 0275 e.v., PDF deel 1, p. 6595 t/m p. 6596.
PV Bevindingen Opel Movano valse aangifte, ZD Movano p. 0082, PDF deel 1, p. 6402 t/m 6407.
Algemeen PV inzake verstrekking internationale informatie, ZD Extern 02 p. 0012, PDF deel 2, p. 3437.
PV Bevindingen bekeken containers account [account 20] bij de ECT op 1 en 2 oktober 2020, ZD Extern 02, p. 0066 e.v., PDF deel 2, p. 3491 halverwege.
PV Bevindingen bekeken containers account [account 20] bij de ECT op 1 en 2 oktober 2020, ZD Extern 02, p. 0066 e.v., PDF deel 2, p. 3494 bovenaan.
PV Bevindingen Opgevraagde 24-uursrapportage 2 oktober, ZD Extern 02, p. 0084, PDF deel 2, p. 3509; PV Verhoor getuige [getuige] , ZD Extern 02 p. 0086 e.v., PDF deel 2, p. 3512, tweede alinea.
PV Bevindingen van identificatie # [nummer] , ZD 05 p. 0826 e.v., PDF deel 1, p. 5810.
PV Bevindingen Tapgesprek 15909, ZD 05 p. 0830 e.v., PDF deel 1, p. 5814 tweede helft.
PV Aanleiding, aantreffen, onderzoek, inbeslagname, wegen, monsteren, testen en vernietigen van 3 oktober 2020, ZD Navajos, p. 346 e.v., PDF Deel 1, p. 6155-6159.
PV Zaaksdossier Kwak, ZD Navajos, p. 336, PDF deel 1, p 6145 halverwege.
Een rapport d.d. 15 oktober 2020, laboratoriumnummer 11084 X 20 van MSc. W. Wind, wetenschappelijk medewerker bij het Douane Laboratorium van de Belastingdienst te Amsterdam van het Team Bijzondere bijstand te Rotterdam (losse nazending d.d. 14 januari 2022).
PV Bevindingen onderzoek naar [naam 12] , ZD Navajos, p. 30, PDF deel 1, p. 5840 halverwege tot 5841 halverwege.
PV Bevindingen onderzoek Ciphr telefoon, ZD 05 p. 0862 e.v., PDF deel 1, p. 5846.
PV Bevindingen onderzoek Ciphr telefoon, ZD 05 p. 0862 e.v., PDF deel 1, p. 5847.
PV Bevindingen OVC-gesprekken 430 en 431, ZD 05 p. 0834 e.v., PDF deel 1, p. 5818 bovenaan, 5818 onderaan t/m p. 5819 halverwege, 5820 onderaan, p. 5821 onderaan t/m p. 5822, p. 5823 tweede helft, p. 5823 onderaan t/m p. 5824 onderaan, p. 5825 onderaan t/m p. 5826 bovenaan.
PV Bevindingen OVC sessie 555, ZD 05 p. 0879, PDF deel 1, p. 5864.
PV Bevindingen gesprek [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] over betalen van advocaat van die boy die met [naam 12] was gepakt, ZD 05 p. 1464 e.v., PDF deel 1, p. 5904 onderaan t/m p. 5905 bovenaan.
PV Bevindingen, ZD CSV, p. 1060 e.v., PDF deel 1, p. 8070 t/m p. 8071
PV Bevindingen, ZD 05 p. 0890 e.v., PDF deel 1, p. 5874 onderaan t/m p. 5875 bovenaan, p. 5875 onderste helft in combinatie met 5879
De politie heeft op basis van verschillende bevindingen geconcludeerd dat één van de bijnamen van [verdachte] ‘ [bijnaam 14] ” is (zie PV Bevindingen, ZD CSV, p. 1060 e.v., PDF deel 1, p. 8070 t/m p. 8071).
PV Bevindingen doorzoeking [verblijfadres] , ZD 05 p. 0897 ev., PDF deel 1 p. 5883 tweede helft t/m p. 5884 eerste helft.
PV Bevindingen doorzoeking [verblijfadres] , ZD 05 p. 0897 ev., PDF deel 1 p. 5886.
PV Bevindingen zoekslagen Action en Hornbach, ZD 05 p. 1478 e.v., PDF deel 1, p. 5918-5919.
PV Bevindingen rugzakken Active Sport, ZD 05 p. 0875 e.v., PDF deel 3, p. 4210 t/m p. 4213.
PV bevindingen doorzoeking [adres] , AD 02.04 p. 0018 e.v., PDF deel 3, p. 1881, 1883 en 1892.
PV Observatie maandag 23 november 2020, ZD 07 p. 0019 e.v., PDF deel 1, p. 551-552.
PV Observatie maandag 23 november 2020, ZD 07 p. 0019 e.v., PDF deel 1, p. 553.
PV Observatie maandag 23 november 2020, ZD 07 p. 0019 e.v., PDF deel 1, p. 555.
PV Observatie maandag 23 november 2020, ZD 07 p. 0019 e.v., PDF deel 1, p. 557.
PV Observatie maandag 23 november 2020, ZD 07 p. 0019 e.v., PDF deel 1, p. 558.
PV Observatie maandag 23 november 2020, ZD 07 p. 0019 e.v., PDF deel 1, p. 559 halverwege.
PV Observatie maandag 23 november 2020, ZD 07 p. 0019 e.v., PDF deel 1, p. 559, tweede alinea van onder.
PV Forensisch onderzoek voertuig Peugeot [kenteken] , ZD 08, p. 0003 e.v., PDF deel 1 p. 574; Een rapport d.d. 11 december 2020, rapportnummer 1011N20 van ing. L.I. Stuyver, forensisch expert, ZD 08 p. 41, PDF deel 1, p. 612.
PV Observatie maandag 23 november 2020, ZD 07 p. 0019 e.v., PDF deel 1, p. 560.
PV Bevindingen doorzoeking [adres] , ZD 05 p. 0822 e.v., PDF deel 1, p. 195.
PV Bevindingen doorzoeking [adres] , ZD 05 p. 0822 e.v., PDF deel 1, p. 196 bovenaan; PV Bevindingen bemonstering verdovende middelen uit Opel Corsa en woning [adres] , ZD 08 p. 0011 e.v., PDF deel 1, p. 583 halverwege; en rapport d.d. 11 december 2020, rapportnummer 1027N20 van ing. L.I. Stuyver, forensisch expert, ZD 08 p. 42, PDF deel 1, p. 613.
PV Bevindingen bemonstering verdovende middelen uit Opel Corsa en woning [adres] , ZD 08 p. 0011 e.v., PDF deel 1, p. 584; en rapport d.d. 11 december 2020, rapportnummer 1027N20 van ing. L.I. Stuyver, forensisch expert, ZD 08 p. 42, PDF deel 1, p. 613.
PV Bevindingen doorzoeking [adres] , ZD 05 p. 0822 e.v., PDF deel 1, p. 198 bovenaan.
PV Bevindingen doorzoeking [adres] , ZD 05 p. 0822 e.v., PDF deel 1, p. 198 halverwege.
PV Bevindingen OVC sessie 1434 d.d. 21 november 2020, ZD 05 p. 1706 e.v., PDF deel 1, p. 54y halverwege.
PV Bevindingen chatgesprek over containernummer [nummer] , ZD 05 p. 1661 e.v., PDF deel 1, p. 534 bovenste helft.
PV Bevindingen chatgesprek telefoon [medeverdachte 2] op 23-11, ZD CSV e.v. incl. bijlagen p. 1020 e.v., PDF deel 1, p. 8032 t/m p. 8048.
PV Bevindingen onderzoek digitaal beslag naar sturende rol [medeverdachte 3] . ZD Breeweg, p. 1217 e.v., PDF Deel 1, p. 296 bovenaan.
PV Bevindingen audiobestand stemherkenning [medeverdachte 3] uit chat tussen [medeverdachte 2] en i, ZD 05 p. 1564, PDF deel 1, p. 530; PV Bevindingen Stemherkenning [medeverdachte 3] geluidsfragmenten Cherokee, ZD 05 p. 1655, PDF deel 1, p. 531 halverwege.
PV Bevindingen [medeverdachte 6] wordt [bijnaam 1] genoemd, ZD CSV p. 1049 e.v., PDF deel 1 p. 8060 tweede alinea.
PV Bevindingen analyse historische telecom verkeersgegevens hek [adres] Rotterdam incl. bijlagen, ZD -5 p. 1512 e.v., PDF deel 1 p. 431 bovenaan en p. 436 onderaan.
PV Bevindingen Vrachtwagen 23 november 2020, ZD 05 p. 1623 e.v., PDF deel 1, p. 522 bovenaan.
PVB vrachtwagen 23 november 2020, ZD 05 p. 1623 e.v., PDF deel 1, p. 522.
PV Verhoor verdachte [naam chauffeur] , ZD 03 p. 120 e.v., PDF deel 1, p. 699 t/m p. 700 halverwege.
PV Bevindingen beelden [adres] , ZD 05 p. 1036 e.v., PDF deel 1, p. 228 onderaan t/m p. 229 bovenaan.
PV Bevindingen, ZD 05 p. 0817, PDF deel 1, p. 190.
PV Bevindingen Registraties 23-11-2020 IMEI-nummer [nummer] en telefoonnummer [nummer] , ZD 05, p. 814-816, PDF deel 1, p. 187-189.
PV Bevindingen contact [bijnaam 17] op 23 november 2020, ZD 05 p. 1000 e.v., PDF deel 1, p. 199 onderaan t/m p. 200 halverwege.
PV Bevindingen onderzoek digitaal beslag naar sturende rol [medeverdachte 3] . ZD 05 p. 1216 e.v., PDF Deel 1, p. 308 halverwege.
PV Bevindingen locaties en routes [medeverdachte 2] in de nacht van 22 op 23 november 2020, ZD 05 p. 1617 e.v., PDF Deel 1, p. 516 onderaan en p. 518; PV Bevindingen, ZD 05 p. 0817, PDF deel 1, p. 190 t/m 191 bovenaan.
PV Bevindingen [medeverdachte 2] maakt zoekslag op [naam bedrijf] , ZD 05 p. 1605 e.v. PDF deel 1, p. 504.
PV Bevindingen betrokkenheid [medeverdachte 8] , ZD 05 p. 1088 e.v., PDF deel 1, p. 267 bovenste helft.
PV Bevindingen onderzoek telefoon met goednummer 5999332, ZD 05 p. 1081 e.v., PDF deel 1, p. 260 onder aan t/m p. 261.
PV Bevindingen onderzoek telefoon met goednummer 5999332, ZD 05 p. 1081 e.v., PDF deel 1, p. 262 bovenaan.
PV Bevindingen betrokkenheid [medeverdachte 8] , ZD 05 p. 1088 e.v., PDF deel 1, p. 269.
PV Bevindingen Snapchatberichten [medeverdachte 2] , ZD 05 p. 1666 e.v., PDF deel 1, p. 539 onderaan t/m p. 539 bovenste helft.
PV Bevindingen betrokkenheid Sky-ID [account 3] ( [medeverdachte 3] ) bij dossier Breeweg, ZD 12 p. 0734 e.v., PDF deel 1, p. 662 bovenaan.
PV Bevindingen betrokkenheid Sky-ID [account 3] ( [medeverdachte 3] ) bij dossier Breeweg, ZD 12 p. 0734 e.v., PDF deel 1, p. 662 onderaan t/m p. 663 bovenaan.
PV Bevindingen identificatie gebruiker Sky ECC [gebruiker 9] [medeverdachte 3] , ZD 12 p. 0249 e.v., PDF deel 1, p. 649 e.v.
HR 10 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:264 en HR 14 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:413.
Zie zaaksdossiers Witwassen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] , Witwassen [medeverdachte 4] , Witwassen [medeverdachte 6] en Liza.
Zie PV relaas, zaaksdossier Vormen CSV, p. 5038-5040, PDF deel 1, p. 6884-6886.
PV Bevindingen betrokkenheid ‘ [gebruiker 4] ’ ( [medeverdachte 3] ) bij in beslag genomen partij verdovende middelen in Antwerpen op 22 april 2020, ZD CSV p. 20 e.v., PDF deel 1 p. 7029 t/m p. 7033.
PV Bevindingen bijnaam [medeverdachte 6] is [bijnaam 1] , ZD CSV p. 1162 e.v., PDF deel 1, p. 8172 t/m p. 8174.
PV Bevindingen [verdachte] wordt [bijnaam 14] genoemd, ZD CSV p. 1060 e.v., PDF deel 1, p. 8070 t/m p. 8071.
PV Uitwerken OVC Grandis 6 juni 2020, ZD CSV p. 1968, PDF deel 1, p. 8979 en PV SKY m.b.t. zaaksdossier 1, ZD CSV p. 2703, PDF deel 1, p. 9717
PV Bevindingen Onderzoek Burro (4.200 kg cocaïne Antwerpen België) PDF deel 1, p. 933 onderaan; Pro Justitia Rapport van de Federale gerechtelijke politie te Antwerpen, ZD 05 p. 0107 e.v., PDF deel 1, p. 965-967.
PV Aanleiding, aantreffen, onderzoek, inbeslagname, wegen, monsteren, testen en vernietigen van 3 oktober 2020, ZD Navajos, p. 346 e.v., PDF Deel 1, p. 6155-6159.
PV Bevindingen Sky ECC – chatgroep [account 9] :31 hiërarchie [medeverdachte 4] , Rubriek 12 p. 0899 e.v., PDF deel 3, p. 7198 en p. 7199.
PV Bevindingen voertuigen en telefoons op de Oostdijk op 16 september 2020, ZD CSV p. 1216 e.v., PDF deel 1, p. 8229 onderaan t/m p. 8230 bovenaan.
PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6877, 2e alinea; PV Bevindingen omtrent aanrijding van [verdachte] in auto van [medeverdachte 1] , ZD CSV p. 1445 e.v., PDF deel 1, p. 8458 onderste helft.
PV Bevindingen chats en notities [medeverdachte 2] gerelateerd aan onderzoek Burro, ZD CSV p. 1175 e.v., PDF deel 1, p. 8190 (‘1k [bijnaam 14] powerbanks voorraad’).
PV Bevindingen voertuigen en telefoons op de Oostdijk op 16 september 2020, ZD CSV p. 1216 e.v., PDF deel 1, p. 8229 onderaan t/m p. 8230 bovenaan.
PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6867 onderaan t/m p. 6868 bovenaan.
Pro Justitia verbaal (Belgische stukken), ZD Movano p. 0325 e.v., PDF deel 1, p. 6640 onderaan 1e alinea; Navolgend PV Federale gerechtelijke politie Antwerpen (Belgische stukken), ZD Movano p. 0336 e.v., PDF deel 1, p. 6651 t/m p. 6652.
Pro Justitia verbaal (Belgische stukken), ZD Movano p. 0341 e.v., PDF deel 1, p. 6658 bovenaan.
PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5022., PDF deel 1 p.6868
PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6871 2e vanaf 2e alinea.
PV bevindingen doorzoeking [adres] , AD 02.04 p. 0018 e.v., PDF deel 3, p. 1883; PV Bevindingen connectie [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] , ZD CSV p. 1221 e.v., PDF deel 1, p. 8234.
PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6873, 2e alinea.
PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6883.
PV Bevindingen chats en notities [medeverdachte 2] gerelateerd aan onderzoek Burro, ZD CSV p. 1175 e.v., PDF deel 1, p. 8190 (‘20k [bijnaam 1] ’).
PV Bevindingen [medeverdachte 6] is [bijnaam 1] , ZD CSV p. 1162, PDF deel 1, p. 8172 e.v.
PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6881.
PV Bevindingen Sky ECC – chatgroep [account 9] :31 hiërarchie [medeverdachte 4] , Rubriek 12 p. 0899 e.v., PDF deel 3, p. 7198 en p. 7199.
PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6883; PV Bevindingen Betrokkenheid Z. [medeverdachte 4] bij onderzoek Burro en rol van [medeverdachte 4] binnen drugsorganisatie, ZD 12, p. 0961 e.v., PDF deel 1 p. 1876 onderaan.
PV Uitwerken OVC Grandis 16 mei 2020, ZD CSV p. 1987 e.v., PDF deel 1, p. 9016 onderaan t/m p. 917 bovenaan.
PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6889.
PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6892.
PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6895.
PV Bevindingen chats en notities [medeverdachte 2] gerelateerd aan onderzoek Burro, ZD CSV p. 1175 e.v., PDF deel 1, p. 8190 (‘7k [naam 19] ’).