Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/484
Onrechtmatige daad. Zorgplicht bank bij totstandkoming hypothecaire geldlening. Eigen schuld; art. 6:101 BW. Art. 81 lid 1 RO.
HR 29-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY7829
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 maart 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
11/05587
- Conclusie
plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BY7829
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BY7829, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑03‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BY7829, Conclusie, Hoge Raad (Procureur-Generaal), 21‑12‑2012
Essentie
Onrechtmatige daad. Zorgplicht bank bij totstandkoming hypothecaire geldlening. Eigen schuld; art. 6:101 BW. Art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
- 1.
[Eiser 1], te [woonplaats],
- 2.
[Eiseres 2], te [woonplaats], eisers tot cassatie, adv.: mr. W.E. Pors,
tegen
ING Bank N.V., te Amsterdam, verweerster in cassatie, adv.: aanvankelijk mr. P.A. Ruig, thans mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk.
Conclusie
Conclusie plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense:
Inleiding
1.
In deze zaak heeft het hof - in cassatie onbestreden - geoordeeld dat verweerster in cassatie (verder: ING Bank of de Bank) jegens eiser tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.