Einde inhoudsopgave
Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Artikel 8:4
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
26-05-2016, Stcrt. 2016, 28139 (uitgifte: 02-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-05-2016, Stcrt. 2016, 28139 (uitgifte: 02-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Wanneer de cliënt niet kan worden bereikt of de cliënt geen weloverwogen keuze aan de levensverzekeraar kenbaar heeft gemaakt, heeft de levensverzekeraar desondanks voldaan aan zijn inspanningsverplichting als bedoeld in artikel 81b van het besluit, indien hij kan aantonen dat door hem of door de adviseur of bemiddelaar voldoende inspanningen zijn geleverd om de cliënt een weloverwogen keuze te kunnen laten maken. Daartoe toont de levensverzekeraar in ieder geval aan:
- a.
dat de cliënt een of meerdere brieven heeft ontvangen met de informatie zoals bedoeld in artikel 8:1;
- b.
dat de cliënt binnen een redelijke termijn na het verzenden van de onder a genoemde brieven, en over een langere periode, verschillende malen telefonisch is benaderd;
- c.
welke handelingen zijn verricht, wanneer andere handelingen zijn verricht door de levensverzekeraar of adviseur of bemiddelaar om de cliënt een bewuste keuze te kunnen laten maken;
- d.
dat een slotbrief aan de cliënt is gestuurd, waarin de verrichte inspanningen zijn weergegeven, de urgentie en de mogelijke consequenties van het niet maken van een keuze worden benadrukt en waarin de cliënt alsnog, blijvend, de mogelijkheid wordt geboden om een weloverwogen keuze te maken.
2.
Behoudens cliënten die in het bezit zijn van een niet opbouwende levensverzekering die een beleggingscomponent bevat, zoals bedoeld in artikel 8:5, tweede lid, mag de levensverzekeraar de cliënt als bedoeld in het eerste lid meetellen voor het in Bijlage 13 vastgestelde vereiste resultaat.