Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/1122
Onvoldoende bewijs verduistering.
HR 13-09-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8896
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 september 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.A.M. van Schendel, W.F. Groos
- Zaaknummer
10/01930 J
- Conclusie
A-G Aben
- LJN
BQ8896
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ8896, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑09‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ8896, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑06‑2011
Essentie
Onvoldoende bewijs verduistering.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 16 maart 2010, nummer 22/006168-09, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. A.R. Kellermann, te 's‑Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Aben:
1.
Het gerechtshof te 's‑Gravenhage heeft de jeugdige verdachte bij arrest van 16 maart 2010 ter zake van onder 1 ‘handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III’, onder 2 ‘verduistering’ en onder 3 ‘diefstal door twee ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.