Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie
Artikel 179 Overbrenging van goederen tussen verschillende plaatsen in het douanegebied van de Unie
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2016
- Bronpublicatie:
28-07-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2446)
- Inwerkingtreding
18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-07-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2446)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 219 van het wetboek)
1.
Goederen die onder de regeling actieve veredeling, tijdelijke invoer of bijzondere bestemming zijn geplaatst, kunnen tussen verschillende plaatsen binnen het douanegebied van de Unie worden overgebracht zonder andere dan de in artikel 178, lid 1, onder e), bedoelde douaneformaliteiten.
2.
Goederen die onder de regeling passieve veredeling zijn geplaatst, kunnen binnen het douanegebied van de Unie worden overgebracht van het douanekantoor van plaatsing naar het douanekantoor van uitgang.
3.
Goederen die onder de regeling douane-entrepot zijn geplaatst, kunnen binnen het douanegebied van de Unie worden overgebracht zonder andere dan de in artikel 178, lid 1, onder e), bedoelde douaneformaliteiten, als volgt:
- a)
tussen verschillende opslagruimten die zijn aangewezen in dezelfde vergunning;
- b)
van het douanekantoor van plaatsing naar de opslagruimte, of
- c)
van de opslagruimte naar het douanekantoor van uitgang of ieder ander douanekantoor vermeld in de in artikel 211, lid 1, van het wetboek bedoelde vergunning voor een bijzondere regeling, dat gemachtigd is om goederen vrij te geven voor een volgende douaneregeling of de aangifte tot wederuitvoer in ontvangst te nemen met het oog op de aanzuivering van de bijzondere regeling.
Een overbrenging onder de regeling douane-entrepot eindigt binnen 30 dagen nadat de goederen uit het douane-entrepot zijn uitgeslagen.
Op verzoek van de vergunninghouder kunnen de douaneautoriteiten de termijn van 30 dagen verlengen.
4.
Wanneer goederen onder een regeling douane-entrepot worden overgebracht van de opslagruimte naar het douanekantoor van uitgang, bevat de in artikel 214, lid 1, van het wetboek bedoelde administratie informatie over de uitgang van de goederen binnen 100 dagen nadat de goederen uit het douane-entrepot zijn uitgeslagen.
Op verzoek van de vergunninghouder kunnen de douaneautoriteiten de termijn van 100 dagen verlengen.