Einde inhoudsopgave
Beleidsbesluit doorschuiffaciliteit einde belastingplicht FGR
5.15 Voorwaarde 15: Verwerking onderlinge schuldverhoudingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 32430 (uitgifte: 21-12-2023, regelingnummer: 2023-255882)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 32430 (uitgifte: 21-12-2023, regelingnummer: 2023-255882)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat schuldvorderingen van participanten op een (transparante) personenvennootschap mogelijk zijn. Het gevolg hiervan is dat – na de (fictieve) overdracht door het FGR van haar vermogen aan de deelgerechtigden – bij de deelgerechtigde tegenover wie de schuld (of vordering) bestaat zowel de schuld- als vorderingzijde van de schuldverhouding op dezelfde balans worden opgenomen. Om onzekerheid te voorkomen over de wijze waarop verwerking op de balans plaatsvindt (separaat of gesaldeerd), schrijft voorwaarde 15 voor dat de verkrijgende deelgerechtigde die een schuldverhouding heeft met het FGR van deze schuldverhouding de vordering en de schuld separaat op de fiscale balans opneemt.