Einde inhoudsopgave
Beleidsbesluit doorschuiffaciliteit einde belastingplicht FGR
2 De faciliteit
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 32430 (uitgifte: 21-12-2023, regelingnummer: 2023-255882)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 32430 (uitgifte: 21-12-2023, regelingnummer: 2023-255882)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
In artikel IV, eerste lid, Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling is bepaald dat een FGR op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan 1 januari 2025 geacht wordt al haar vermogensbestanddelen tegen de waarde in het economische verkeer te hebben overgedragen aan haar deelgerechtigden, als dat FGR ná 1 januari 2025 niet langer belastingplichtig is. Daarnaast wordt dat FGR op grond van het eerste lid geacht te zijn opgehouden in Nederland belastbare winst te genieten zodat sprake is van een verplichte eindafrekening in de vennootschapsbelasting over alle in haar onderneming aanwezige stille en fiscale reserves en goodwill.
In artikel V, eerste lid, Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling is een doorschuiffaciliteit opgenomen die erin voorziet dat de hiervoor genoemde fictieve vervreemding niet in aanmerking hoeft te worden genomen als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Als cumulatief aan de in het eerste lid genoemde voorwaarden wordt voldaan, dan behoeft de winst niet in aanmerking te worden genomen. De verkrijgende deelgerechtigden treden in dat geval met betrekking tot al hetgeen wordt verkregen in de plaats van het FGR.
Als niet aan de voorwaarden van het eerste lid wordt voldaan, biedt het tweede lid de mogelijkheid om de winst alsnog buiten aanmerking te laten. Op gezamenlijk verzoek van het FGR en alle deelgerechtigden, mits alle deelgerechtigden op 1 januari 2025 onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting, zonder ervan te zijn vrijgesteld, kan alsnog de doorschuiffaciliteit worden verkregen. Het verzoek wordt schriftelijk gedaan, uiterlijk op het tijdstip van het doen van de aangifte vennootschapsbelasting van het FGR over het boekjaar dat eindigt op 31 december 2024. Als het verzoek wordt ingewilligd, worden hieraan voorwaarden verbonden. De inspecteur beslist op het verzoek bij een voor bezwaar vatbare beschikking (artikel V, tweede lid, Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling).
Tot slot merk ik op dat als de verkrijgende deelgerechtigden over bepaalde fiscale aanspraken beschikken, bijvoorbeeld aanspraken op verliesverrekening, de faciliteit alleen mogelijk is op grond van het tweede lid van artikel V. Dit geldt ook ingeval de verkrijgende deelgerechtigde als dochtermaatschappij is opgenomen in een fiscale eenheid als bedoeld in artikel 15 Wet Vpb 1969.