Einde inhoudsopgave
De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten (R&P nr. FR19) 2020/7.2.2.1
7.2.2.1 De keuzes van een rationele partij
Mr. dr. J.M. Meindertsma, datum 01-06-2020
- Datum
01-06-2020
- Auteur
Mr. dr. J.M. Meindertsma
- JCDI
JCDI:ADS210034:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Voetnoten
Voetnoten
Zie Pacces & Visscher 2011, Mercuro & Medema 2006, p. 102 e.v. en Veljanovski 2007, p. 19 e.v.
Mercuro & Medema 2006, p. 103.
Kanning & Kerkmeester 2008, p. 27 en Mercuro & Medema 2006, p. 103.
Zie Posner 2014, p. 7 voor een uitleg van dit begrip.
Veljanovski 2007, p. 21 en Green 2002, p. 4. Met de vraag waar deze voorkeuren vandaan komen houdt de economie zich in principe niet bezig. Zie Janger & Block-Lieb 2006, p. 1493.
Green 2002, p. 4.
Posner 2014, p. 3. Overigens kunnen de voorkeuren mede zijn gericht op het geluk van derden. Hoewel dan nog steeds wordt gehandeld uit eigenbelang, is een rationele actor dus niet per se egoïstisch.
Kanning & Kerkmeester 2008, p. 27 en Posner 2014, p. 6.
Veljanovski 2007, p. 20 – 21.
Zie in deze zin Posner 2014, p. 11.
Een rationele actor beschikt dus niet per definitie over volledige informatie. Zie Becker 1976, p. 6, Posner 2014, p. 4 en Mercuro & Medema 2006, p. 103.
Posner 2014, p. 4. Dit wordt ook wel rational ignorance genoemd.
Mercuro & Medema 2006, p. 104.
Ibid.
Dit is overigens mede afhankelijk van de verwachte baten van de verboden handeling en de pakkans. Zie Posner 2014, p. 5 voor een algemenere uitleg over de effecten van prijsverhogingen.
In de neoklassieke economie wordt verondersteld dat mensen rationele actoren zijn die met beperkte middelen trachten hun behoeften optimaal te bevredigen.1 Dit individu beschikt over de capaciteiten om complexe informatie te vergaren, doorgronden en waarderen.2 Om tot een keuze te komen worden verschillende keuzeopties onderworpen aan een kosten-batenanalyse waarna de uitkomsten met elkaar worden vergeleken op basis van het verwachte nut.3 Hoe beter in een behoefte wordt voorzien, hoe groter het nut. De optie waarvoor wordt gekozen is in die zin dus meer waard dan de overige opties. Het verlies van (de baten van) het beste alternatief waarvoor niet is gekozen, wordt ook wel uitgedrukt in opportuniteitskosten.4 Het keuzegedrag van een rationele actor is in zekere zin voorspelbaar. Zo wordt aangenomen dat hij op een logische en consistente manier handelt naar stabiele voorkeuren.5 Als iemand A boven B prefereert, en B weer boven C plaatst, dan zal hij A dus ook boven C verkiezen.6
Een rationele actor wordt geacht te handelen uit eigenbelang.7 De consument streeft naar nutmaximalisatie en een onderneming richt zich op winstmaximalisatie.8 Beide actoren zullen daarom stoppen met handelen zodra het optimale punt is bereikt. Daarvan is sprake als de marginale opbrengsten gelijk zijn aan de marginale kosten van een (extra) handeling.9 Er is dan een economisch evenwicht hetgeen betekent dat er geen drang tot verandering aanwezig is bij de actor.10 Het voorgaande kan bijvoorbeeld verklaren dat keuzes niet altijd steunen op de maximale hoeveelheid informatie.11 Het kost immers tijd en moeite om informatie te vergaren en te doorgronden. Voordat een actor op zoek gaat naar een extra eenheid informatie, zal hij een inschatting maken van de baten die deze zoektocht naar verwachting zal opleveren. Als de verwachte kosten hoger zijn dan die baten, wordt de zoektocht naar meer informatie door de actor gestaakt. Vanaf dat punt is het rationeel om bewust onwetend te blijven.12
Tot slot wordt aangenomen dat een actor rationeel zal reageren op veranderingen in de kosten en baten van de opties waaruit hij zal kunnen kiezen.13 Als een actor zijn behoeftes beter kan bevredigen door zijn gedrag aan te passen, dan zal diegene dat dus ook doen. Er wordt immers gestreefd naar maximalisatie van zijn eigen nut of winst. Dit betekent dat het gedrag van rationele actoren door middel van (prijs)prikkels kan worden gestuurd. Het recht kan bijvoorbeeld worden gezien als een prikkelmechanisme.14 Door sancties te koppelen aan ongewenste handelingen, verhoogt de regelgever de verwachte kosten daarvan voor de potentiële overtreder. Een rationele actor kan daarom besluiten om zijn gedrag aan te passen.15