Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Bijlage 3.30.1
Geldend
Geldend van 11-10-2023 tot 01-09-2028
- Bronpublicatie:
09-10-2023, Stcrt. 2023, 27218 (uitgifte: 10-10-2023, regelingnummer: WJZ/ 36803965)
- Inwerkingtreding
11-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-2023, Stcrt. 2023, 27218 (uitgifte: 10-10-2023, regelingnummer: WJZ/ 36803965)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
behorende bij de artikelen 3.30.1, 3.30.3, 3.30.4 en 3.30.7 van de regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (Circular Plastics NL)
Aanleiding
Circular Plastics NL
In 2022 is het programma Circular Plastics NL toegekend vanuit het Nationaal Groeifonds. Dit programma wil de recycling van kunststoffen nationaal een impuls geven door huidige knelpunten weg te nemen.
Het programma Circular Plastics NL wil een geïntegreerde aanpak faciliteren en kent acht programmalijnen:
- •
P1 Systeemintegratie en ontwerp
- •
P2 Karakteriseren, sorteren en wassen van plastic afvalstromen
- •
P3 Recycling van polyolefine verpakkingen
- •
P4 Recycling van styreen gebaseerde materialen
- •
P5 Chemische depolymerisatie
- •
P6 Thermochemische recycling
- •
P7 Brightlands Circular Space
- •
P8 Kraamkamer
De subsidiemodule Circular Plastics NL heeft in 2023 betrekking op de programmalijnen P2 t/m P6.
Doel
De subsidiemodule Circular Plastics NL kent twee typen projecten:
- 1.
Circular Plastics NL-onderzoeksprojecten
- 2.
Circular Plastics NL-showcases
Het doel van Circular Plastics NL-onderzoeksprojecten is onderzoek naar of ontwikkeling van processen, methodieken of technieken gericht op het verbeteren van het ontwerp van materialen en producten, karakteriseren, sorteren en wassen van plasticafvalstromen of processen voor omzetting van plasticafvalstromen tot nieuwe grondstoffen om de efficiëntie van de recycling en de kwaliteit van het recyclaat (met inbegrip van de output van chemische recycling) te verhogen.
Het doel van Circular Plastics NL-showcases is om knelpunten in een waardeketen van een materiaalstroom in een bepaalde (product)keten weg te nemen. Het doel is om deze waardeketen te sluiten. De resultaten kunnen als blauwdruk gebruikt worden om andere waardeketens te sluiten voor hetzelfde materiaal.
Het Circular Plastics NL programma is gericht op hoogwaardige recycling, waarmee plastic afvalstoffen opnieuw worden verwerkt tot producten, materialen of stoffen voor het oorspronkelijke doel of voor een ander doel. Projecten die gericht zijn op energieterugwinning uit plastic afvalstromen of het opwerken van plastic afvalstromen tot materialen die bestemd zijn om te worden gebruikt als brandstof of als opvulmateriaal vallen daarmee buiten de doelstelling van de subsidiemodule Circular Plastics NL en komen niet in aanmerking voor subsidie.
Subsidiabele onderwerpen
Aanvragen om subsidie in de zin van de subsidiemodule Circular Plastics NL dienen te passen in de project typen en onderwerpen uit onderstaand overzicht.
Per onderwerp is een korte beschrijving van het doel van het onderwerp en de daarbij behorende mogelijke onderzoeksvragen opgenomen. Daarnaast is aangegeven voor welke waardeketens het onderwerp opengesteld is, welke rollen aanwezig moeten zijn in een samenwerkingsverband en wat voor type activiteiten in projecten binnen het onderwerp uitgevoerd mogen worden.
Rollen
Voor het sluiten van plastic waardeketens is samenwerking tussen de verschillende spelers in een waardeketen van groot belang. Daarom worden per onderwerp eisen gesteld aan de samenstelling van het samenwerkingsverband, zodat de verschillende rollen die nodig zijn om tot toepasbare projectresultaten te komen betrokken zijn. Daarbij geldt dat het gaat om de rol die een deelnemer in het samenwerkingsverband vervult in het project. Een onderneming kan in een project meerdere rollen vervullen of een rol vervullen die niet de hoofdactiviteit van deze onderneming is.
In de subsidiabele onderwerpen worden de volgende rollen onderscheiden:
- •
Polymeerproducent: partij die polymeer materialen produceert;
- •
Productontwerper: partij die de functionele plastic producteisen vertaalt in specificaties voor polymeermateriaal;
- •
Merkeigenaar: partij die functionele eisen van een plastic product opstelt voor een merk;
- •
Converter: partij die polymeer materialen verwerkt tot plastic producten;
- •
Afvalinzamelaar: partij die post-consumer of industrieel plastic afval inzamelt;
- •
Afvalverwerker: partij die plastic afvalstromen sorteert, wast of anderszins behandelt;
- •
Recycler: partij die kunststofafval via mechanische, fysische of chemische processen tot grondstof voor nieuwe plastics verwerkt;
- •
Engineer: partij die de industriële procesapparatuur en installaties ontwerpt en installeert;
- •
Kennis- of onderzoeksinstituut: onderzoeksorganisatie of andere organisatie waarvan de hoofdactiviteiten bestaan uit onderzoek en ontwikkeling op het gebied van kunststoffen of de recycling daarvan;
- •
Ketenregisseur: partij die projectmatig regie voert gericht op samenwerking en afstemming in een beoogde nieuwe waardeketen.
Project type | Onderwerpen |
---|---|
Circular Plastics NL- onderzoeksprojecten | Onderwerp 1: Ontwikkelen en implementeren van karakterisatietechnologieën om de kwaliteit van recycling output te verhogen |
Bij de recycling van ingezameld plastic varieert de kwaliteit van de grondstof en dit werkt door in de kwaliteit van het recyclaat. Het doel van dit onderwerp is de ontwikkeling van (combinaties van) meet- en karakterisatietechnologieën in het recyclingproces, die het mogelijk maken om in-line metingen te doen met als doel de kwaliteit van de output (plastic recyclaat, polymeer, oligomeer en/of monomeer) te monitoren en uiteindelijk te verhogen. De ontwikkelde meet- en karakterisatietechnologieën worden toegepast op één specifieke recyclingtechnologie (mechanische recycling, dissolutie, chemische depolymerisatie of thermo-chemische recycling). Hierbij dienen de meet- en monitoringsoplossingen te worden geïntegreerd in een recyclingopstelling. Hiermee moet het mogelijk zijn om de outputwaarde te voorspellen, zodat het recyclingproces bijgestuurd kan worden met het oog op minimalisatie van materiaalverlies en energie- en waterverbruik en/of verbetering van de kwaliteit van output materiaal. | |
Mogelijke onderzoeksvragen zijn: • Welke karakterisatie technieken zijn het meest geschikt om in-line metingen te doen? • Hoe moet een recyclingopstelling aangepast worden om betrouwbaar en continu metingen te doen? • Welke metingen kunnen direct gelinkt worden aan de kwaliteit en verwerkbaarheid van het recyclaat? • Hoe kunnen de procesparameters geoptimaliseerd worden voor recyclage? • Hoe kunnen verontreinigingen zoals ‘Intentionally Added Substances’ (IAS) en/of ‘not Intentionally Added Substances’ (NIAS) gemeten worden? | |
Te onderzoeken waardeketens: verpakkingen (additionele waardeketens zijn niet uitgesloten) | |
In het samenwerkingsverband moeten minimaal de volgende rollen aanwezig zijn: recycler en kennis- of onderzoeksinstituut. De deelname van de volgende rollen kunnen de score op het criterium kwaliteit van het projectplan verhogen: afvalverwerker, productontwerper en converter. | |
Subsidiabele activiteiten • Industrieel onderzoek (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel a) • Experimentele ontwikkeling (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel b) • Niet economische activiteiten van onderzoeksorganisaties (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel d) • Overige niet-economische projectactiviteiten van onderzoeksorganisaties die gericht zijn op kennisintegratie en kennisdisseminatie (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel e) • Overige projectactiviteiten (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel f) | |
Onderwerp 2: Ontwikkeling van een digitaal expertsysteem | |
Het doel van dit onderwerp is de ontwikkeling van een digitaal expertsysteem op basis van Artificial Intelligence (AI) en/of Machine Learning (ML) en/of Multi Variate Data Analysis (MVDA), dat analytische en contextinformatie van sorteerlijnen integreert om een optimale recyclingroute te kiezen gericht op het verhogen van de kwantiteit en kwaliteit van het recyclaat. Met recyclingroute wordt de combinatie van wassen, sorteren en een specifiek type recycling bedoeld. Onderdeel hiervan is de ontwikkeling en toepassing van algoritmes om het onderscheid te kunnen maken tussen food en non-food verpakkingen en/of het onderscheid te kunnen maken tussen verschillende gradaties van een materiaal (bijvoorbeeld lineair lagedichtheidpolyethyleen – LLDPE/ Lagedichtheidpolyetheen – LDPE), geïntegreerd in een sorteerlijn (focus ligt niet op hardware ontwikkeling). Het heeft de voorkeur dat het digitale expertsysteem aansluit op reeds bestaande systemen in de markt. De ontwikkeling van digimarkers valt buiten de scope van dit onderzoeksproject. | |
Mogelijke onderzoeksvragen zijn: • Wat zijn de optimale instellingen van karakterisatiemethoden voor specifieke toepassingen? • Hoe kan de kwaliteit van de inkomende batches vastgesteld worden? • Hoe kan AI/ML/MVDA ingezet worden om tot betere scheiding te komen? • Hoe kunnen markers herkend worden? | |
Te onderzoeken waardeketens: Minimaal toepasbaar op PE verpakkingsmateriaal gericht op het scheiden van verschillende gradaties PE (LDPE vs LLDPE en/of binnen diverse HDPE varianten). Scheiden van materiaal gradaties binnen PP en/of binnen PET verpakkingen is niet uitgesloten. Verpakkingen van zowel food als non-food. | |
In het samenwerkingsverband moeten minimaal de volgende rollen aanwezig zijn: afvalverwerker en kennis-of onderzoeksinstituut. De deelname van de volgende rollen kunnen de score op het criterium kwaliteit van het projectplan verhogen: recycler en afvalinzamelaar. | |
Subsidiabele activiteiten • Industrieel onderzoek (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel a) • Experimentele ontwikkeling (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel b) • Niet-economische activiteiten van onderzoeksorganisaties (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel d) • Overige niet-economische projectactiviteiten van onderzoeksorganisaties die gericht zijn op kennisintegratie en kennisdisseminatie (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel e) • Overige projectactiviteiten (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel f) | |
Onderwerp 3: Ontwikkeling van specifieke voorbehandelings- en sorteertechnieken voor het synthetische rubber uit autobanden | |
Het recyclen van rubber via devulkanisatie is een technologische uitdaging omdat het materiaal moleculair gecrosslinkt is, meestal met zwavel. Om rubber te kunnen verwerken moet op enigerlei wijze het gecrosslinkte netwerk worden verbroken, door verbreken van de covalent gebonden zwavelbruggen: devulkanisatie. Het doel van dit onderwerp is het ontwikkelen van voorbehandelings- en sorteertechnieken die in staat zijn om de diverse voor devulkanisatie relevante fracties in autobanden te kunnen identificeren en scheiden. | |
Mogelijke onderzoeksvragen zijn: • Welke verkleiningsystemen (bijv. waterjetting, mechanische schraaptechnieken) zijn geschikt om op industriële schaal de verschillende types rubber klaar te maken voor een recycling proces? • Hoe kunnen overige bestanddelen van de autoband zoals bijvoorbeeld staal-, PET-, of para-aramide verstevigingsgarens goed worden gescheiden/uitgesorteerd van het rubber? • Aan welke kwaliteitseisen moeten uitgesorteerde rubberfracties voldoen zodat ze geschikt zijn voor de-vulkanisatie? • Welke karakteriseringstechnieken zijn geschikt en hoe passen deze in het sorteerproces van autobanden om die fracties te identificeren die geschikt zijn voor latere devulkanisatie? • Wat is de sorteer- en scheiding-efficiency in gewichtspercentages van de oorspronkelijke bandcomponenten (% rubber teruggewonnen ten opzichte van rubber aanwezig in de oorspronkelijke band)? | |
Te onderzoeken waardeketens: synthetische rubber elastomeren toegepast in autobanden. | |
In het samenwerkingsverband moeten minimaal de volgende rollen aanwezig zijn: afvalverwerker en recycler. De deelname van de volgende rollen kunnen de score op het criterium kwaliteit van het projectplan verhogen: merkeigenaar, afvalinzamelaar, ketenregisseur en kennis- of onderzoeksinstituut. | |
Subsidiabele activiteiten • Industrieel onderzoek (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel a) • Experimentele ontwikkeling (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel b) • Niet-economische activiteiten van onderzoeksorganisaties (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel d) • Overige niet-economische projectactiviteiten van onderzoeksorganisaties die gericht zijn op kennisintegratie en kennisdisseminatie (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel e) • Overige projectactiviteiten (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel f) | |
Circular Plastics NL- showcases | Onderwerp 4: Recycling van rigide PP/(HD)PE verpakkingen |
Deze showcase is gericht op het optimaliseren van de waardeketen van rigide polyolefine (HD)PE en/of PP verpakkingen, zodat de kwaliteit en kwantiteit van recyclaat zal toenemen. Op dit moment wordt 90% van PP en (HD)PE verpakkingen geproduceerd uit fossiele grondstoffen, omdat gerecycled materiaal uit deze verpakkingen van lage kwaliteit is. Voor voedselverpakkingen geldt dat de voedselcontactwetgeving hoge eisen stelt aan het inzetten van recyclaat. Het doel van dit onderwerp is het ontwikkelen van een gevalideerd productontwerp voor één of meerdere PP/(HD)PE food of non-food verpakkingen en het ontwikkelen van een proces dat het mogelijk maakt om deze verpakkingen voor meer dan 90% te recyclen, resulterend in een operationele recycling faciliteit voor mechanische recycling of fysische recycling (dissolutie) op minimaal pilot schaal. | |
Mogelijke onderzoeksvragen zijn: • Hoe moeten verpakkingen ontworpen worden zodat de kwaliteit van het recyclaat en de kwantiteit van gerecyclede volume vergroot wordt? • Welke additieven, inkten, lijmen etc. kunnen worden gebruikt om de kwaliteit van het recyclaat te verhogen? • Hoe kunnen in een gemengde afvalstroom food contact verpakkingen en non-food verpakkingen onderscheiden worden? • Kunnen Intentionally Added Substances (zoals kleurstoffen) en Not Intentionally Added Substances NIAS (zoals geur) verwijderd worden? • Hoe kan recyclaat geschikt gemaakt worden voor hoogwaardige toepassingen? • Hoe kan een stabiele toevoer van grondstoffen veilig gesteld worden? | |
Te onderzoeken waardeketens: Rigide PP of (HD)PE verpakkingen. | |
In het samenwerkingsverband moeten minimaal de volgende rollen aanwezig zijn: productontwerper, afvalverwerker en recycler. De deelname van de volgende rollen kunnen de score op het criterium kwaliteit van het projectplan verhogen: polymeerproducent, converter, merkeigenaar, afvalinzamelaar en ketenregisseur. | |
Subsidiabele activiteiten • Industrieel onderzoek (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel a) • Experimentele ontwikkeling (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel b) • Demonstratieproject (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel c) • Niet-economische activiteiten van onderzoeksorganisaties (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel d) • Overige niet-economische projectactiviteiten van onderzoeksorganisaties die gericht zijn op kennisintegratie en kennisdisseminatie (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel e) • Overige projectactiviteiten (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel f) | |
Onderwerp 5: Recycling van (L)LDPE folies | |
Deze showcase is gericht het optimaliseren van de waardeketen van flexibele PE folies, zodat de kwaliteit en kwantiteit van het recyclaat zal toenemen. Op dit moment worden LDPE en LLDPE folies voor 20% gerecycled. Het doel van dit onderwerp is het testen en aantonen van een geoptimaliseerde keten voor verwerking van (L)LDPE folies, in een installatie die de mogelijkheid heeft tot nasorteren, wassen, voorbehandelen (scheiden van meerlaagse folies) en mechanische recycling of fysische recycling (dissolutie) inclusief analyse/karakterisering. | |
Mogelijke onderzoeksvragen zijn: • Hoe kunnen folies zo ontworpen worden dat ze eenvoudig gerecycled kunnen worden? • Hoe kunnen LDPE en LLDPE onderscheiden/gekarakteriseerd worden? • Hoe kunnen flexibele materialen effectief gescheiden worden? • Hoe kunnen deze materialen efficiënt schoongemaakt worden? • Hoe kunnen deze materialen met behoud van kwaliteit meerdere cycli gerecycled worden? • Hoe kan gelvorming worden voorkomen in het recycling proces? • Met welke methodes kan de kwaliteit van het recyclaat verbeterd worden, bijvoorbeeld door het inzetten van additieven? | |
Te onderzoeken waardeketens: LDPE en LLDPE folies uit afval. | |
In het samenwerkingsverband moeten minimaal de volgende rollen aanwezig zijn: productontwerper, afvalverwerker en recycler. De deelname van de volgende rollen kunnen de score op het criterium kwaliteit van het projectplan verhogen: polymeerproducent, converter, merkeigenaar, afvalinzamelaar en ketenregisseur. | |
Subsidiabele activiteiten • Industrieel onderzoek (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel a) • Experimentele ontwikkeling (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel b) • Demonstratieproject (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel c) • Niet-economische activiteiten van onderzoeksorganisaties (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel d) • Overige niet-economische projectactiviteiten van onderzoeksorganisaties die gericht zijn op kennisintegratie en kennisdisseminatie (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel e) • Overige projectactiviteiten (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel f) | |
Onderwerp 6: Styreen gebaseerde materialen | |
Een breed scala aan styreen gebaseerde kunststoffen die gebruikt worden in de bouw, elektronica en in de auto-industrie bevatten additieven die niet meer gebruikt mogen worden (‘legacy additieven’) en/of gehalogeneerde vlamvertragers. Deze additieven voorkomen dat deze materialen mechanisch gerecycled kunnen worden en worden gezien als contaminant in chemische recycling, waar hun aanwezigheid in concentraties boven de 50 ppm problemen veroorzaakt. Doel van dit onderwerp is om een concrete oplossing te ontwikkelen voor één of meerdere van onderstaande knelpunten: • Het scheiden van niet meer toegestane additieven van het polymeermateriaal. • Het scheiden van vlamvertragers van het polymeermateriaal. • Het ontwerpen van proces-condities in een recyclingproces waarbij de aanwezigheid van vlamvertragers geen verstoringen oplevert. De ontwikkelde oplossing dient minimaal op pilotschaal aangetoond te worden. | |
Mogelijke onderzoeksvragen zijn: • Hoe kunnen op styreen gebaseerde kunststoffen zo ontworpen worden dat de toegepaste toegestane additieven uitgesorteerd kunnen worden en/of geen problemen veroorzaken in het mechanische of chemische recyclingproces? • Hoe kan een efficiënte voorbehandeling gerealiseerd worden die in staat is om vlamvertragers en additieven die niet meer toegepast mogen worden te scheiden van het polymeer materiaal? • Welke oplosmiddelen (in een dissolutieproces) zijn geschikt en hoe kunnen deze op een (energie)-efficiënte wijze worden gescheiden van het polymeer? | |
Te onderzoeken waardeketens: styreen gebaseerde materialen die vlamvertragers en/of additieven bevatten die niet meer toegepast mogen worden (legacy additieven): PS, EPS, ABS uit de bouw, elektronica en/of auto-industrie, andere styreen gebaseerde materialen mogen ook worden meegenomen. | |
In het samenwerkingsverband moeten minimaal de volgende rollen aanwezig zijn: productontwerper, afvalverwerker en recycler. De deelname van de volgende rollen kunnen de score op het criterium kwaliteit van het projectplan verhogen: polymeerproducent, converter, merkeigenaar, afvalinzamelaar, kennis- of onderzoeksinstituut en ketenregisseur. | |
Subsidiabele activiteiten • Industrieel onderzoek (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel a) • Experimentele ontwikkeling (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel b) • Demonstratieproject (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel c) • Niet-economische activiteiten van onderzoeksorganisaties (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel d) • Overige niet-economische projectactiviteiten van onderzoeksorganisaties die gericht zijn op kennisintegratie en kennisdisseminatie (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel e) • Overige projectactiviteiten (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel f) | |
Onderwerp 7: PET verpakkingen die niet onder het statiegeldsysteem vallen | |
PET verpakkingen worden onder andere gebruikt voor het verpakken van verse voedingsproducten, variërend van groenten en fruit tot vis en vlees. Ze zijn ideaal voor het verpakken van breekbare en bederfelijke voedingsmiddelen: ze zijn licht, sterk, gas- en vochtdicht te maken, hygiënisch en vooral goedkoop. Tegelijkertijd treden bij de recycling problemen op: multi-materialen zijn lastig te recyclen, zwarte plastics zijn lastig te herkennen in de sortering, vocht absorberende materialen in vleesschalen blijven aan PET plakken, restanten van lijmen, coatings en codeerinkten hebben een negatieve invloed op de kwaliteit van het recyclaat en restanten PE verstoren de PET-recycling. Het doel van dit onderwerp is de optimalisatie van de keten voor PET verpakkingen, resulterend in: • de ontwikkeling van een nieuwe PET-verpakking die volledig recyclebaar is (inclusief folies, deksels, etiketten, etc.), die acceptabel is voor de hele keten (inclusief producent, verwerkers, retail en consumenten organisaties) • het opleveren van specifieke ontwerpprincipes en kennis voor materiaalcombinaties voor een PET-verpakking die goed recyclebaar is • een geoptimaliseerd proces voor het sorteren van PET-afval met hogere sorteerefficiëntie resulterend in een hogere kwaliteit dan DKR-norm 328-1 • inzicht in hoe barrière lagen, sealing polymeren, lijmen en coatings de recycling van niet-statiegeld PET verpakkingen beïnvloeden. Bij voorkeur is de optimalisering van processen voor karakteriseren, sorteren en wassen gericht op mechanische recycling of chemische depolymerisatie. | |
Mogelijke onderzoeksvragen ten aanzien van het ontwerp zijn: • Hoe kan de topseal folie van PET/LDPE vervangen worden door een PET gebaseerde seal of lijm? • Hoe kunnen PET-vreemde barrièrelagen of coatings gesubstitueerd worden door PET-gebaseerde of PET-verenigbare barrièrelagen (bijvoorbeeld PEF)? • Welke structurele ontwerp oplossingen zijn er mogelijk voor verpakkingen met onderdelen die de recycling belemmeren, zoals inlays, etiketten, bedrukking, markering? Mogelijke onderzoeksvragen ten aanzien van karakteriseren, sorteren en wassen zijn: • Hoe kan de efficiëntie van nascheiding van grote stromen PET verpakkingen, zoals verpakkingen voor vlees, vis, kip e.d. uit huishoudelijk afval verbeterd worden? • Hoe kan de sortering van PET verpakkingen worden geoptimaliseerd door detectie van (inwendige) barrièrelagen en door reductie van PET-vreemde materialen tot maximaal 0,5 gewichtsprocent? • Hoe kan sortering van verpakkingen op basis van PET materiaal worden geoptimaliseerd, uitgaande van de huidige op de markt zijnde verpakkingen, zoals mono-materiaal, multi-materiaal, gecoat etc.? • Hoe kan de sortering afgestemd worden op chemische recycling en hoe kan verlies van materiaal geminimaliseerd worden? • Hoe kan de wasefficiëntie verbeterd worden om de contaminatie van verpakkingen effectiever en efficiënter te verwijderen? | |
Te onderzoeken waardeketens: PET verpakkingen met uitzondering van verpakkingen die onderdeel uitmaken van het statiegeldsysteem. | |
In het samenwerkingsverband moeten minimaal de volgende rollen aanwezig zijn: productontwerper, afvalverwerker en recycler. De deelname van de volgende rollen kunnen de score op het criterium kwaliteit van het projectplan verhogen: converter, merkeigenaar, afvalinzamelaar, kennis- of onderzoeksinstituut en ketenregisseur. | |
Subsidiabele activiteiten: • Industrieel onderzoek (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel a) • Experimentele ontwikkeling (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel b) • Niet-economische activiteiten van onderzoeksorganisaties (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel d) • Overige niet-economische projectactiviteiten van onderzoeksorganisaties die gericht zijn op kennisintegratie en kennisdisseminatie (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel e) • Overige projectactiviteiten (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel f) | |
Onderwerp 8: Polykatoen gebaseerd textiel | |
Recycling van textiel wordt bemoeilijkt door een aantal factoren. Zo wordt 70% van alle polyester in textiel gebruikt in combinatie met katoen (polykatoen). Daarnaast levert de toepassing van coatings en schadelijke chemicaliën zoals vlamvertragers in textiel knelpunten op in de recycling. Het doel van dit onderwerp is om methodes te ontwikkelen en minimaal op pilotschaal te valideren om polykatoen te scheiden in katoen- en polyester fracties en stoorchemicaliën te karakteriseren en uit te faseren door verbeterd productontwerp en/of verbeterde sorteer- en wasprocessen. Bij voorkeur is de optimalisering van processen voor karakteriseren, sorteren en wassen gericht op het mogelijk maken van recycling van polyester-fractie (chemische depolymerisatie). | |
Mogelijke onderzoeksvragen zijn: • Hoe kunnen textielproducten zoals meerlaags textiel, gecoat textiel of core-spun (bi-componenten vezel) textiel beter gekarakteriseerd worden? • Welke voorbehandelingsmethoden moeten worden ontwikkeld om tot een betere scheiding en recycling van polykatoen te komen? • Hoe kan het gesorteerde textiel geschikt gemaakt worden als grondstof voor recycling van polyester/PET, bijvoorbeeld door het verwijderen van non-textiel accessoires? • Hoe kan de huidige nog zeer beperkte en vooral op mechanische vervezeling gerichte textiel recyclinginfrastructuur in Nederland geschikt gemaakt worden voor de recycling van polykatoen uit Noordwest Europa? • Hoe kunnen stoorchemicaliën uitgefaseerd worden? Als dit om functionele redenen niet mogelijk is (bijvoorbeeld bij veiligheidskleding), hoe kan deze textielstroom gescheiden worden van de rest van de polykatoen textielstroom? | |
Te onderzoeken waardeketens: focus op polykatoen gebaseerd textiel uit post-consumer en post-industrial afvalstromen, andere materialen zoals elastaan mogen ook worden meegenomen. | |
In het samenwerkingsverband moeten minimaal de volgende rollen aanwezig zijn: afvalinzamelaar, afvalverwerker en recycler. De deelname van de volgende rollen kunnen de score op het criterium kwaliteit van het projectplan verhogen: productontwerper, ketenregisseur en kennis- of onderzoeksinstituut. | |
Subsidiabele activiteiten: • Industrieel onderzoek (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel a) • Experimentele ontwikkeling (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel b) • Demonstratieproject (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel c) • Niet-economische activiteiten van onderzoeksorganisaties (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel d) • Overige niet-economische projectactiviteiten van onderzoeksorganisaties die gericht zijn op kennisintegratie en kennisdisseminatie (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel e) • Overige projectactiviteiten (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel f) | |
Onderwerp 9: Tapijt | |
Jaarlijks wordt een grote hoeveelheid tapijt afgedankt. Tapijten hebben een meerlagen structuur, waarbij verschillende polymeren worden gecombineerd. Voor poolgaren wordt naast PA en PP in toenemende mate PES gebruikt. Tuftdoek bestaat uit PES of PP en de tapijtrug uit een polyolefine, bitumen of latex laag. Het ontwerp naar mono-polymeertapijten of gemakkelijk te scheiden lagen is een relevante stap naar hoogwaardige recycling van tapijten. Specifieke geautomatiseerde sorteertechnieken zijn dan nodig om het recyclingproces te optimaliseren. Het doel van dit onderwerp is om een methode te ontwikkelen om multi-materiaal tapijt te scheiden, of om een ontwerp oplossing te ontwikkelen voor mono-materiaal tapijt, die voldoet aan de functionaliteits- en duurzaamheidseisen van tapijt. Daarnaast dient een oplossing gevonden te worden voor de ‘stoorchemicaliën’ in textiel en tapijt. | |
Mogelijke onderzoeksvragen zijn: • Hoe kan een tapijt op basis van een monomateriaal ontwikkeld worden zodanig dat deze niet inboet op functionaliteit, maar wel beter recyclebaar is? • Hoe kan een tapijt op basis van samengestelde materialen zo ontwikkeld worden dat deze niet inboet op functionaliteit, maar beter recyclebaar is dan de huidige tapijten uit samengestelde materialen? • Hoe kunnen tapijten met een relatief groot oppervlak automatisch eenvoudig gekarakteriseerd worden? • Hoe kunnen in het geval van multi(laags)materialen, de materialen weer gescheiden worden door bijvoorbeeld gebruik te maken van hechtings- en onthechtingstechnologie (gebaseerd op chemische systemen) of mechanische hechting? • Hoe kunnen de chemische bewerkingen/toevoegingen van de vezel, het garen of het doek c.q. tapijtpool (bv. vlamvertraging, kleuring, waterafstotend, vuil/vet-werend, kreuk/strijkvrij etc.) geschikt worden gemaakt voor recycling of gereduceerd worden? Bij voorkeur is de optimalisering van processen voor karakteriseren, sorteren en wassen gericht op het mogelijk maken van recycling via chemische recycling (depolymerisatie), fysische recycling (dissolutie) of mechanische recycling. | |
Te onderzoeken waardeketens: tapijt gebaseerd op PA, PET en/of PP. | |
In het samenwerkingsverband moeten minimaal de volgende rollen aanwezig zijn: productontwerper, afvalinzamelaar en afvalverwerker. De deelname van de volgende rollen kunnen de score op het criterium kwaliteit van het projectplan verhogen: polymeerproducent, recycler, merkeigenaar, ketenregisseur en kennis- of onderzoeksinstituut. | |
Subsidiabele activiteiten: • Industrieel onderzoek (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel a) • Experimentele ontwikkeling (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel b) • Niet-economische activiteiten van onderzoeksorganisaties (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel d) • Overige niet-economische projectactiviteiten van onderzoeksorganisaties die gericht zijn op kennisintegratie en kennisdisseminatie (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel e) • Overige projectactiviteiten (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel f) | |
Onderwerp 10: Zacht PU schuim | |
Zacht PU schuim wordt vaak gebruikt voor complexe toepassingen in allerlei verschillende vormen en maten, hetgeen demontage lastig maakt. Zachte PU-afvalstoffen zijn meestal materialen met een hoog volume (door hun lage dichtheid), wat het afvalbeheer tot een uitdaging maakt. Het is een uitdaging om zachte PU schuimen hoogwaardig te recyclen tot nieuwe producten zoals matrassen en meubelen. Het doel van dit onderwerp is om zachte PU schuimen te ontwerpen die geschikt zijn voor recycling en om een methode te ontwikkelen om meerlaagse PU schuimen in bijvoorbeeld matrassen te kunnen karakteriseren en scheiden zodat ze geschikt zijn voor in elk geval chemische recycling (chemische depolymerisatie). | |
Mogelijke onderzoeksvragen zijn: • Hoe kunnen de diverse zachte PU schuimen en hun additieven beter gekarakteriseerd worden? • Hoe kunnen verschillende soorten zachte PU schuimen in een product zodanig ontworpen worden dat deze gemakkelijk recyclebaar zijn? • Hoe kunnen verschillende soorten zachte PU schuimen efficiënt worden gesorteerd en/of gescheiden van elkaar, bijvoorbeeld door reversibele hechtingssystemen? • Hoe kunnen zachte PU materialen gescheiden worden van andere materialen zoals textiel, andere kunststoffen en metalen? • Welke nieuwe chemische recycling technologieën zijn toepasbaar en opschaalbaar voor zacht PU schuim, welke scheidings- en/of zuiveringstappen zijn hiervoor nodig? | |
Te onderzoeken waardeketens: zacht PU schuim uit meubels (stoffering/automotive) en matrassen. Hard PU schuim valt niet binnen de scope van deze showcase. | |
In het samenwerkingsverband moeten minimaal de volgende rollen aanwezig zijn: productontwerper, afvalverwerker, recycler en kennis- of onderzoeksinstituut. De deelname van de volgende rollen kunnen de score op het criterium kwaliteit van het projectplan verhogen: polymeerproducent, afvalinzamelaar en merkeigenaar. | |
Subsidiabele activiteiten: • Industrieel onderzoek (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel a) • Experimentele ontwikkeling (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel b) • Niet-economische activiteiten van onderzoeksorganisaties (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel d) • Overige niet-economische projectactiviteiten van onderzoeksorganisaties die gericht zijn op kennisintegratie en kennisdisseminatie (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel e) • Overige projectactiviteiten (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel f) | |
Onderwerp 11: PET, PA of PU | |
Chemische depolymerisatie van PET, PA en PU is mogelijk op pilotschaal. Om commercialisatie/industrialisatie mogelijk te maken is verdere opschaling dringend gewenst. De doelen van dit onderwerp zijn: • De realisatie van een demonstratie-installatie voor chemische depolymerisatie van PET, PA of PU tot zuivere monomeren die geschikt zijn voor polymerisatie of oligomeren, en • het ontwikkelen van op de installatie afgestemde specificaties voor de ingaande afvalstromen en het ontwikkelen van verbeterde karakteriseer-, sorteer en/of wasprocessen gericht op het robuust maken van de depolymerisatie-installatie zodat verschillende afvalstromen efficiënt verwerkt kunnen worden. | |
Mogelijke onderzoeksvragen zijn: • Hoe ziet een proces en installatieontwerp eruit voor commercialisatie op industriële schaal (procesflow-diagram)? • Hoe kunnen de monomeren of oligomeren uit de demonstratie-installatie effectief en efficiënt geher-polymeriseerd worden? • Welke tolerantie heeft de demonstratie-installatie ten aanzien van de fluctuaties in de samenstelling en kwaliteit van de aangeleverde en (voorgesorteerde) plastic afvalstroom? • Hoe kan het proces van chemische depolymerisatie zo worden ontwikkeld dat onzuiverheden geen problemen veroorzaken? Zijn hier speciale voor- of nareinigingsstappen voor nodig? • Hoe verhouden zich de milieu- en economische effecten ten opzichte van een productiefaciliteit op basis van fossiele grondstoffen? | |
Te onderzoeken waardeketens: PET, PA en/of PU toepassingen in bijvoorbeeld verpakkingen, textiel, tapijt, kunstgras, bouwmaterialen en/of automotive. | |
In het samenwerkingsverband moeten minimaal de volgende rollen aanwezig zijn: afvalverwerker, recycler en engineer. De deelname van de volgende rollen kunnen de score op het criterium kwaliteit van het projectplan verhogen: polymeerproducent, converter en kennis- of onderzoeksinstituut | |
Subsidiabele activiteiten: • Industrieel onderzoek (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel a) • Experimentele ontwikkeling (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel b) • Demonstratieproject (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel c) • Niet-economische activiteiten van onderzoeksorganisaties (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel d) • Overige niet-economische projectactiviteiten van onderzoeksorganisaties die gericht zijn op kennisintegratie en kennisdisseminatie (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel e) • Overige projectactiviteiten (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel f) | |
Onderwerp 12: Recyclen van gemengde plastic afvalstromen naar nieuwe grondstoffen voor plastic productie | |
Thermochemische recyclingprocessen stellen tot op heden vrij hoge eisen aan de kwaliteit van het te verwerken afval. Praktijktesten met gemengd (en vervuild) afval zijn nog weinig succesvol. Het doel van dit onderwerp is het ontwikkelen en op pilotschaal realiseren van een aantoonbaar opschaalbaar thermochemisch recycling proces, niet zijnde vergassing, waarin gemengde plastic afvalstromen, bijvoorbeeld DKR350, worden gerecycled tot nieuwe grondstoffen voor plastic productie met een hogere koolstofefficiëntie dan de huidige generatie thermochemische processen. | |
Mogelijke onderzoeksvragen zijn: • Wat is een opschaalbare conversietechnologie om gemengde afvalstromen uit het sorteerproces die veel plastic bevatten te recyclen? • Wat is de massa- en energiebalans van het thermochemische recyclingproces op basis van duurtesten op pilotschaal? • Aan welke specificaties moeten uitgesorteerde plastic fracties voldoen om gerecycled te kunnen worden met de op pilotschaal geteste technologie? • Hoe kan decontaminatie van schadelijke stoffen plaatsvinden zodat zij geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de monomeren? • Welke rest- en bijproducten ontstaan in het recyclingproces en hoe kunnen die op circulaire wijze verwerkt worden? • Welke verbeteringen in de keten zijn er mogelijk om de koolstof efficiëntie van plastic afval tot plastic grondstof te verhogen? | |
Te onderzoeken waardeketen: huishoudelijk of industrieel gemengd plastic afval dat niet mechanisch gerecycled kan worden. | |
In het samenwerkingsverband moeten minimaal de volgende rollen aanwezig zijn: afvalverwerker en recycler. De deelname van de volgende rollen kunnen de score op het criterium kwaliteit van het projectplan verhogen polymeerproducent, engineer en kennis- of onderzoeksinstituut. | |
Subsidiabele activiteiten: • Industrieel onderzoek (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel a) • Experimentele ontwikkeling (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel b) • Niet-economische activiteiten van onderzoeksorganisaties (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel d) • Overige niet-economische projectactiviteiten van onderzoeksorganisaties die gericht zijn op kennisintegratie en kennisdisseminatie (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel e) • Overige projectactiviteiten (artikel 3.30.3, eerste lid, onderdeel f) |