Einde inhoudsopgave
Richtlijn 91/271/EEG inzake de behandeling van stedelijk afvalwater
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 29-05-1991
- Bronpublicatie:
21-05-1991, PbEG 1991, L 135 (uitgifte: 30-05-1991, regelingnummer: 91/271/EEG)
- Inwerkingtreding
29-05-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-1991, PbEG 1991, L 135 (uitgifte: 30-05-1991, regelingnummer: 91/271/EEG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Algemeen
1.
De Lid-Staten zorgen ervoor dat biologisch afbreekbaar industrieel afvalwater van installaties van de in bijlage III genoemde bedrijfstakken, dat niet via stedelijke waterzuiveringsinstallaties in ontvangende wateren wordt geloosd, uiterlijk op 31 december 2000 vóór de lozing voldoet aan de voorwaarden die in voorafgaande voorschriften en/of bijzondere vergunningen door de bevoegde autoriteit of instantie zijn vastgesteld, indien het lozingen betreft van installaties die ten minste 4 000 i.e. vertegenwoordigen.
2.
Uiterlijk op 31 december 1993 stelt de bevoegde autoriteit of instantie in de Lid-Staten bij de aard van de betrokken bedrijfstak passende eisen vast voor de lozing van dergelijk afvalwater.
3.
De Commissie verricht vóór 31 december 1994 een vergelijkende studie van de door de Lid-Staten vastgestelde eisen. Zij maakt de resultaten daarvan bekend in een verslag en doet indien nodig een passend voorstel.